Michael Verheijen (37) is sinds 2011 actief met zijn Dansklooster, een bedrijf dat maandelijks dans en meditatieweekenden in met name kloosters organiseert. Recent begon hij hij samen met anderen Danskerk. “Geloof in beweging”, dat is de missie van Danskerk waarmee Verheijen naar kerkgemeenschappen wil. Een gesprek over Dansklooster en Danskerk, de kracht van de vrije dans en dromen over dansen met Huub Oosterhuis.
Hoe zou je jezelf willen omschrijven?
“Met hart en ziel ben ik een vrije danser. Als ik vrij dans, ben ik op mijn best en in verbinding met de mensen rondom mij. Vaak krijg ik van mensen terug dat ze zich in het danscontact met mij kunnen openen, daar ben ik dankbaar voor. Ik ben ook een dromer, maar dan gelukkig wel eentje die een flink deel van die dromen ook omzet in realiteit. Daardoor klopt dromer eigenlijk niet, ik heb een visionaire kracht.”
Tot september van dit jaar werkte je in het Liobaklooster in Egmond-Binnen. Hoe kijk je terug op je werkzaamheden voor dit klooster?
“Ik heb zes en een half jaar in dit klooster gewerkt als gastenbroeder. Dat was een hele bewuste stap in mijn leven. Al vanaf mijn tiende ken ik het klooster en voel ik er een warme band mee. Begin 2007 stuurde ik een brief naar het Liobaklooster waarin ik mijzelf aanbood als gastenbroeder. Dat bleek het juiste aanbod op het juiste moment. Ik werd de tussenpersoon voor de gemeenschap en de gasten. Het gaf de gasten het comfort van een betrokken gastheer en de gemeenschap ruimte om meer met hun ambacht bezig te zijn. De efficiëntie van het gastenhuis nam toe omdat ik met mijn energie veel sneller wisselingen van groepen kon laten plaatsvinden. De meest waardevolle herinneringen zijn voor mij in twee groepen in te delen. Ten eerste alle inspirerende jongerenprojecten met theater en dans. Ten tweede de Kerst- en Paasdagen waarop ik gasten mocht ontvangen die even de maatschappij wilden ontvluchten en warm contact zochten.
Ik ontmoette in al die jaren veel verschillende mensen in het klooster en had in mijn functie gelukkig de ruimte om de tijd te nemen voor echt contact. Hierdoor heb ik veel levenswijsheid opgedaan en de grote variatie ontdekt in geloven en leven.”
Wanneer en hoe ontstond bij jou het idee om je helemaal aan de dans te gaan wijden?
“In de zomer van 2011 vond in het Liobaklooster de eerste zomertheaterweek plaats. Ik werd gevraagd om daar dansworkshops te geven aan een jongerengroep. Dat was voor het eerst dat ik iets aanbood rond dans. Het had een enorme impact op de deelnemers. Ik wist direct dat ik iets bijzonders kon aanbieden. In diezelfde periode volgde ik een trainingstraject gericht op persoonlijke ontwikkeling. Hier werd ik gestimuleerd om handen en voeten te geven aan mijn passie. Toen ik realiseerde dat dans mijn echte passie is – verstopt onder een dikke laag stof nadat ik op mijn achttiende de nationale balletacademie had verlaten -, stortte ik mij onbevangen in het avontuur van Dansklooster. Ik ging het gewoon doen, echt vanuit het niets. De ondernemersgeest in mij werd wakker en ik herkende nog een andere, vergeten kracht, namelijk dat als ik ergens passie voor voel, dat ik er dan 100% voor ga.
Inmiddels bestaat Dansklooster al drie jaar en geven we iedere maand een bijzonder Dans & Meditatie-weekend op diverse religieuze locaties in Nederland. Het liefst in kloosters. Sinds een jaar bieden we ook iedere vrijdagavond een dansmeditatie aan in de Raphaelkapel in Bloemendaal.”
Kun je aangeven wat er voor jou zo bijzonder is aan de dans?
“Wat ik belangrijk vind om aan te geven is dat het bij mij om vrije dans gaat; de dans waarbij je geen pasjes hoeft te kennen, waarbij je danst op je blote voeten, en waar je tijdens het dansen niet of nauwelijks met elkaar praat. Dat is dus heel anders dan op de dansschool of in het uitgaansleven. In de vrije dans is dans een middel om te communiceren met jezelf en met de ander. Het is expressie geven aan dat wat er op dat moment is. Daarom is het ook altijd goed. Bij deze vorm kun je niet zeggen: ik kan niet dansen. Je kunt het natuurlijk wel spannend vinden, je onwennig voelen om jezelf fysiek te uiten. Wat ik vaak merk is dat muziek enorm helpt. De muziek is de aanjager van het gevoel. De muziek kan je vrolijk maken maar ook verdrietig, kan je bravoure geven maar je ook laten verstillen. Dat is zo mooi. Zonder jezelf te hoeven verklaren, mag alles er zijn. Het is heel verbindend om samen een dansreis te maken. Zo noem ik het de laatste tijd graag. Je maakt tijdens de vrije dans een reis met een onbekende bestemming. Een reis langs uiteenlopende emoties, een reis waarop je soms mensen ontmoet en even een tijdje samen opgaat, een reis waarop je af en toe even alleen wilt zijn. Ik merk vaak dat mensen die voor het eerst de vrije dans meemaken, zichzelf verrassen. Er wordt meer vrijheid ervaren dan vooraf verwacht. Het is simpelweg ontzettend fijn om van alles te mogen voelen, zonder je te hoeven verklaren en zonder er in weg te zinken, wat de reis gaat door. Na een fase waarin je misschien verdriet voelde, is het volgende station vrolijkheid. En het verrassende is: je blijkt in de dans die switch tussen emoties veel sneller te kunnen maken en dat geeft een goed gevoel. Alles mag er zijn zonder dat er iets de overhand krijgt.”
Gaan kerk/religie en dansen samen?
“Natuurlijk zeg ik direct ja. Als je heel simpel kijkt naar de Bijbel, zegt God dat je van elkaar moet houden. Het grote gebod is: Heb de Heer, uw God lief met heel uw hart en heel uw ziel en heel uw verstand en met heel uw kracht. En het tweede aan dit gelijk is dit: Heb uw naaste lief als uzelf. Dit staat in Matteüs 22.
Alles wat ik in de vrije dans ervaar, kan ik plaatsen in dit schitterende gebod. Juist als ik dans, kan ik zoveel liefde voelen voor de ander en mijzelf. En dat is liefde zonder intiem te moeten worden. Het is liefde omdat je jezelf ontwapent, kwetsbaar bent en krachtig tegelijk.
Als ik eerlijk ben, vind ik dat er in de kerk op zondag veel te weinig handen en voeten wordt gegeven aan de liefde. We zitten netjes naast elkaar, luisteren en zingen. Hooguit schudden we een hand en wensen elkaar welgemeend de vrede en gaan daarna weer naar huis. Maar God is zichtbaar in mensen die liefdevol contact maken met elkaar. Daarom is voor mij de vrije dans de beste manier om in anderen de vonk van God te ervaren.
Augustinus schreef in de vierde eeuw na Christus: “O mens, leer dansen anders weten de engelen in de hemel met jou niets aan te vangen”. Ik moet glimlachen om deze heerlijke benadering. Laten we niet zo serieus doen met elkaar, dat is niet wat God van ons vraagt.
In de visie van Danskerk beschrijven we iets over dans en spiritualiteit wat mijn hart raakt: Dans laat je naar binnen toe bewegen, zowel fysiek als mentaal. Door al die lagen heen te dansen kan zich een weg naar je ziel openen en naar de liefdevolle kracht die in ons woont. Zo kan dansen een meditatieve weg zijn, een weg naar dat wat groter en dieper is dan wij, naar de essentie van ons bestaan.”
Veel mensen, waaronder ikzelf, dansen niet elke dag of elke week. Integendeel, vinden zichzelf onhandig qua dansen en doen het daarom liever niet. Je gaf zelf al aan dat het je om de vrije dans gaat, echt iets anders dan de Chachacha en de Flamenco. Maar alleen al van het idee om mee te moeten doen aan ook de vrije dans word ik zenuwachtig… Hoe ga je mensen als ik bereiken?
“Natuurlijk zijn er mensen die liever niet dansen. Die mensen ga ik de dansvloer niet optrekken, maar als ik merk dat er een opening mogelijk is, dan ga ik ze verleiden. Je hebt namelijk mensen die niet willen en dat is heel normaal. Dat respecteer ik. Maar vaker is het zo dat mensen een hoge drempel opwerpen, iets niet los durven laten. Ik zie dan een verstopt verlangen naar meer vrijheid en contact. Ik zie ook dat er vaak angst of schaamte is om überhaupt het lichaam te gebruiken, om jezelf te laten zien. Er is gelukkig een gouden ingrediënt in dans, en dat is de muziek. De muziek neemt je mee, ook al sta je stil aan de zijlijn. Muziek heeft een speciaal plekje in ons systeem, een eigen route in de hersenen die je razendsnel bij je emotie brengt. Hierdoor dans je stiekem al mee als je aan de zijlijn staat. Ik vind dat kleine beetje ook dans en dat benoem ik. Ik ben goed in laagdrempelig opstarten, de druk van de ketel afhalen, de fysieke mogelijkheden van je lichaam speels ontdekken. Voor je het weet dans je mee…”
Maar wat als mensen ondanks deze aanpak toch niet willen dansen?
“Mocht dansen echt iets te vrij voor je zijn, dan hebben we ook nog een heel ander aanbod binnen Danskerk en dat is Rots & Water. Dat is een inspirerende fysieke training die heel down-to-earth is opgebouwd. Het draait daarbij om het opbouwen van vertrouwen en balans in je lichaam. De training is ooit opgezet voor kinderen, maar het is al lange tijd bekend dat mensen van alle leeftijden zich ontwikkelen in dit concept. Elementen van Rots & Water verweven we in onze programma’s en afhankelijk van de wens van de ‘opdrachtgever’ schuiven we de balans meer richting vrije dans of meer richting Rots & Water.”
Wat is jouw favoriete dans?
“Mijn favoriete dans is de dans waarin ik alles rondom mij vergeet, het lijf laat communiceren in plaats van mijn gedachtestroom. En soms gebeurt dat in een energieke dans met lekker veel beat, dan ervaar ik blijdschap. Een andere keer gebeurt dat in een rustige dans waarbij ik helemaal ontspan, dan ervaar ik verbondenheid. Ik geniet er enorm van als ik zie dat iemand zijn of haar leven danst. Vraag iemand om zijn of haar favoriete muziekstuk, zet dat op en kijk welke magie ontstaat.”
Met wie zou je het allerliefst een keer willen dansen?
“Met Huub Oosterhuis. Hij is onnavolgbaar met zijn poëtische teksten. Ik ben zelf nogal onhandig met woorden. Mijn poëzie is een kakafonie van woorden. Ik ben wel een poëtische danser en ik ben heel nieuwsgierig hoe Huub danst. Kan hij zijn mooie structuren loslaten en echt vrij bewegen?
Mijn fantasie over die dans met Huub Oosterhuis is deze: we staan in een mooie kerk en het koor van de ekklesia zingt zijn teksten. Alle aanwezigen zitten in een grote cirkel en als eerste betreden Huub en ik de lege ruimte in de cirkel en starten met bewegen. En één voor één staan mensen op van hun stoel en stappen de cirkel in en bewegen op de klanken van het koor. Samen dansen we poëzie…”