Wat was de aanleiding om vereniging MEDIC op te zetten?

“Ruim drie jaar geleden kwamen we bij elkaar als groep net afgestudeerde artsen en geneeskundestudenten om uitdagingen te bespreken waar we allemaal tegenaan liepen in ons werk of de opleiding. Tijdens onze coschappen en op basis van ervaringen in de kliniek, zagen we de leemtes als het aankwam op zorg voor moslim patiënten. In mijn coschappen in Amsterdam heb ik gezien dat er veel migrantenouderen zijn met een islamitische achtergrond die met palliatieve zorg te maken krijgen en hoe dat vaak leidt tot conflicten met zorgverleners. Dit leidt ertoe dat zo’n laatste fase van iemands leven heel onprettig verloopt terwijl je juist wil dat het een vredig proces is zonder conflicten: fijn voor patiënt, familie én zorgverlener.

Naar ons idee kwamen deze conflicten vooral vanwege onbegrip, miscommunicatie en misconcepties vanuit beide kanten. Ook hadden we onderling gedeelde ervaringen met het werken als moslim in een zorgsetting. Dat blijkt niet altijd makkelijk. Soms is het lastig om je identiteit uit te dragen zoals jij dat zou willen omdat je er niet de ruimte voor krijgt of niet geaccepteerd wordt. Allemaal uitdagingen waardoor we de handen ineen sloegen en een vereniging te starten. MEDIC is er voor alle zorgverleners, islamitische en andere kwetsbare patiëntgroepen en wil als vereniging bijdragen aan cultuursensitieve zorg, de maatschappij en de ontwikkeling van zorgprofessionals, met en zonder islamitische achtergrond. Dit allemaal vanuit islamitische principes.”

Dus jullie hebben een islamitische grondslag?

“Zeker. Dat loopt er als een rode draad door ons werk bij MEDIC heen. Wij zijn van mening dat we als moslims ook terug moeten geven aan de maatschappij. Het is een vorm van sadaqa (liefdadigheid) en daar laten we ons door leiden.

Hoewel het project palliatieve zorg gericht is op islamitische patiënten zijn zij niet onze enige doelgroep. We hebben ook een maatschappelijk project, “zorg voor ongedocumenteerden”. Ongedocumenteerden zijn onverzekerd en kunnen moeilijk zorg krijgen. In de wet staat vast dat ze medisch noodzakelijke zorg moeten krijgen, maar in de praktijk gebeurt dat niet altijd omdat niet alle zorgverleners op de hoogte zijn van deze wet. Daarbij komt dat veel ongedocumenteerde mensen kampen met chronische gezondheidsproblemen, pijn en ziektes als suikerziekte waarvoor fysiotherapie en diëtetiek belangrijk is. Dit valt onder medisch niet noodzakelijke zorg en dus vallen ze buiten de boot. Dat gat wilden we dichten. We zijn gaan samenwerken met verschillende doktersposten en organisaties die zorg bieden aan onverzekerden zodat zij mensen konden doorverwijzen die behoefte hebben aan fysiotherapie of diëtetiek. In de tussentijd hebben we diëtisten en fysiotherapeuten geworven die op vrijwillige basis deze zorg willen leveren. De vraag is nog steeds groter dan het aanbod, maar we doen in ieder geval iets en zijn nog steeds actief bezig met werven.”

Hoe zou cultuursensitieve zorg eruit moeten zien?

“Dat is iets waar we recent steeds meer over nadenken. Je ziet ook in de politiek dat er steeds meer aandacht voor is. Mensen hebben het idee dat je aan de ene kant van het spectrum persoonsgerichte zorg hebt, wat in Nederland de norm is, en helemaal aan de andere kant cultuursensitieve zorg en dat dat compleet tegenover elkaar staat. Volgens mij klopt dat niet. Men is bang dat wanneer je je focust op cultuursensitieve zorg, je mensen reduceert tot hun cultuur en je je uitsluitend daarop focust. Maar cultuursensitieve zorg is onderdeel van persoonsgerichte zorg. Wanneer je je patiënt volledig in kaart wilt brengen, dan moet je ook zijn of haar cultuur bevragen. Het is niet per se nodig dat je als hulpverlener alles weet van alle culturen, dat is onmogelijk. Maar een zorgverlener dient wel de competenties te hebben om daar op een sensitieve manier mee om te gaan.”

man-vrouw-migratieachtergrond-pexels
Foto ter illustratie Beeld door: Marcus Aurelius via Pexels

Om welke competenties gaat het dan?

“Communicatie en reflectief vermogen zijn daarin belangrijk. Wanneer je iets hoort wat buiten jouw referentiekader valt, dan moet je als zorgprofessional in staat zijn om het niet weg te schuiven omdat je het niet kent, maar daarvoor open staan en begrijpen dat het voor die persoon belangrijk is. Daarnaast moet je ook in staat zijn om diegene daarin te faciliteren, ook als het niet strookt met eigen overtuigingen.”

Moeten mensen en organisaties die zich opwerpen om de stem van migrantenouderen te vertegenwoordigen, ook dezelfde gedeelde achtergrond hebben?

“Ik denk dat het makkelijker maakt, maar ik zou niet zeggen dat het een voorwaarde is. Je moet in ieder geval wel een duidelijke affiniteit hebben met die groep. Dat je kunt laten zien wat jouw band met die groep is. Het zou mooi zijn als je er deel van uitmaakt, want dat laat zie hoe je verbonden bent en dat je een gedeelde geschiedenis hebt. Als iemand er niet veel van af weet en er, soms met de beste bedoelingen, toch uitspraken over doet, dan ontstaat het gevaar dat er over en niet met mensen wordt gepraat.”

Heb je weleens een situatie meegemaakt waarin een patiënt met een moslim of niet-westerse migratie achtergrond op een vervelende manier bejegend werd door een zorgprofessional?

“Ik heb tal van voorbeelden. Soms zie je dat zorgprofessionals geen klik hebben met een patiënt en niet eens proberen verbinding te maken. Als je bijvoorbeeld iemand tegenover je hebt zitten die Nederlands spreekt als tweede of derde taal en de taal niet goed spreekt, dan lijkt het mij niet meer dan logisch dat je je taalniveau en communicatie daarop aanpast. Ik erken dat het lastig kan zijn, maar dat zou je moeten kunnen. Ik zie veel te vaak dat dat helemaal fout gaat. Dat zorgverleners niet kunnen communiceren met de patiënt en dat die patiënt aan de andere kant sociaal wenselijke antwoorden geeft, ja- en nee knikt terwijl ze het eigenlijk niet begrijpen. Achteraf krijgen ze dan zorg die misschien niet optimaal is. En dat is heel jammer. Dat heeft niet alleen betrekking op culturele achtergrond of een migratieachtergrond, maar ook mensen die laaggeletterd of verstandelijk beperkt zijn, die hebben daar natuurlijk ook mee te maken.

Als coassistent heb je ook een bijzondere positie, je mag een kijkje achter de schermen nemen in zorginstellingen en ziet veel. Als je een migratieachtergrond hebt, krijgt dat nog een extra dimensie. Als je bijvoorbeeld in een ziekenhuis met weinig culturele diversiteit komt, en dit is zowel mijn ervaringen als van andere coassistenten met een migratieachtergrond, dan maak je wel eens mee dat er op een heel denigrerende manier wordt gesproken over patiënten met een migratieachtergrond waar je bij zit. Dat gebeurt nog steeds.”

Is er dan niet een veel groter probleem, namelijk de denkbeelden die bestaan over mensen met een migratieachtergrond?

“Ik denk het wel, maar hoe breek je dat gesprek open? Stap voor stap kunnen we er natuurlijk aan werken. Met MEDIC proberen we dat ook te doen. De workshop palliatieve zorg bieden we bijvoorbeeld aan en hebben we al op verschillende congressen en bij vakgroepen en ziekenhuizen verzorgd. Hierbij is ons doel om zorgverleners, waarvan de meerderheid geen islamitische achtergrond heeft, duidelijk te maken waar bepaalde gedragingen en gedachten vandaan komen. Als een patiënt bijvoorbeeld pijnstilling weigert, wat is de gedachtegang daarachter? Hoe denken mensen over ziekte en dood? Voor moslims is het over het algemeen heel anders dan mensen met een seculiere achtergrond die niet gelovig zijn. Ons voornaamste doel van de workshop is dan ook het creëren van begrip, achtergrondinformatie en kennis delen zodat professionals beter toegerust zijn om met patiënten in gesprek te gaan en betere zorg te bieden. Want als je iets niet begrijpt weet je ook niet hoe te handelen.”

Omar Tanay – kopie
Omar Tanay

Gaan zorgprofessionals nadien ook naar huis met meer handvatten om betere zorg te leveren aan moslim patiënten?

“Dat is wel wat we achteraf van ze horen. Dat ze het beter begrijpen en dat hun kennis over dit onderwerp is toegenomen. We proberen professionals een open mindset mee te geven, want ook moslims verschillen onderling met betrekking tot hoe ze het geloof interpreteren, hoe ze met bepaalde dingen omgaan. Je kunt niet één richtlijn schrijven en zeggen: houd dit aan en dan gaat het goed. We proberen ze met zoveel mogelijk nuance kennis over te brengen.”

De behoefte aan kennis over een relatief onbekende groep is groot. Hoe waak je ervoor dat er niet wordt gegeneraliseerd?

“Dat proberen we te doen door zoveel mogelijk nuance in de workshop in te bouwen. Als we merken dat er generaliserend gedacht wordt op basis van een vraag die gesteld wordt, dan maken we dat bespreekbaar. Want er is ook frustratie over wat te doen in bepaalde situaties. Toch is dan het antwoord: ik kan je geen kant-en-klaar antwoord geven, het is aan jou om in gesprek te gaan met mensen en proberen te begrijpen waar ze vandaan komen om te kijken wat zij als persoon nodig hebben. Dat kan ik niet van tevoren voorspellen.

Als je kennis heel beperkt is dan klamp je je vaak vast aan wat je hoort. Dan merk je ook: niet iedereen woont in een stad waar je allerlei culturen en religies om je heen hebt. Sommigen groeien op in een dorp of op het platteland, in een omgeving waarin iedereen op hen lijkt en waar geen culturele diversiteit is. Op het moment dat ze op de studie komen in de grote stad, dan krijgen ze een of twee vragen op een tentamen over culturele diversiteit, maar daar blijft het bij.”

Is er in de opleiding te weinig aandacht voor culturele diversiteit onder patiënten?

“Er is steeds meer aandacht, maar er is ook nog werk aan de winkel. Het verschilt ook per universiteit. In Rotterdam en aan de Vrije Universiteit Amsterdam wordt er veel aandacht aan besteed, maar op andere universiteiten moet het nog voeten aan de grond krijgen, het thema is wel bespreekbaar, maar het gaat langzaam.”

Wat is nodig om cultuursensitieve zorg beter op de kaart te zetten en integraal onderdeel te laten zijn van het zorgsysteem?

“Dat is iets van de lange adem. Het is belangrijk dat het breed gedragen wordt en ook in opleidingen een prominentere plek krijgt. Je kunt heel pragmatisch workshops geven over thema’s waar professionals in de zorgpraktijk tegenaan lopen, maar dat is symptomatisch. Je moet het voor zijn en ook preventief te werk gaan door in de opleiding meer aandacht besteden aan dit soort thema’s. Het zou mooi zijn als het op beleidsniveau vanuit de overheid ook prioriteit krijgt. Het helpt als het van bovenaf komt.”

Huis vd Tijd-181

Soukaina El Jaouhari

Onderzoeker Zorg

Soukaina el Jaouhari is onderzoeker en werkt bij Tao of Care, een organisatie die zich inzet voor de ondersteuning van mensen met dementie …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.