In haar onderzoeks- en onderwijsactiviteiten heeft zij de bestaande gezondheids(zorg)-kennis en praktijken altijd kritisch benaderd. Eerst betrof dit alleen de arts-patiënt interactie. Later breidde zij haar interessegebied uit tot sekseverschillen en met name de behandeling en bejegening van vrouwen. Haar huidige werkzaamheden op het gebied van diversiteit in de zorg zijn hiervan het logische vervolg. Wat vindt zij van de gezondheidszorg in Nederland?
Janneke van Mens-Verhulst
Janneke van Mens-Verhulst was van 1995 tot 2006 bijzonder hoogleraar ‘Theorie en praktijk van de Vrouwengezondheidszorg’ aan de Universiteit voor Humanistiek. Zij studeerde sociale psychologie en pedagogiek/andragologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1972 werd ze wetenschappelijk medewerkster van Universiteit Utrecht: tot 1976 bij de medische en tot 2006 bij de sociale faculteit. Zo werkte ze achtereenvolgens in de medische psychologie, de andragologie, de klinische psychologie en de gezondheidspsychologie.
Geachte mevrouw Van Mens,
Dit gesprek kreeg ik aangereikt via de mail van mijn tante, omdat dit heel goed aangeeft wat mantelzorgers en verzorgenden al jaren tegenkomen in de praktijk.
Het lijkt of is allemaal zo afgemeten geworden, dat er geen tijd en/of aandacht meer gegeven kan worden naar de patiënt toe wat achterliggende oorzaken kunnen zijn. Of wat bijv. mentaal nodig is om een leefbaar leven te kunnen leiden of zelfs te kunnen genezen.
Het is fijn te weten dat er toch veel mensen bezig zijn hier wat in trachten te sturen, al ben ik bang dat het niet meer in deze commerciële wereld bij te sturen is. Goede zorg zal alleen nog maar meer afhankelijk worden van mensen die om een patiënt geven, zien wat er aan de hand is en zich ‘vastbijten’ in het vragen of verkrijgen van juiste hulp.
Ook is het een fijn idee dat er verzorgenden opstaan om vanuit hun hart en kennis, zelfstandig hulp te verlenen (ZZP). Al zullen ook deze mensen in een positie gedwongen worden om zakelijker met hun ‘bedrijfje’ om te gaan, want vooral ZZP-ers krijgen niets voor niets en moeten het zakeliljk ook rond kunnen krijgen. De uitzonderingen, die financieel niet helemaal afhankelijk zijn, zullen het met hart en ziel kunnen uitoefenen.
Succes met beleid maken op dit gebied.
Hoogachtend,
Hanneke Westendorp-Westerink
weeeJq zbeahytpylhg
BIoAtP gzeacxbtvsyh