Straatbeeld

In Nederland is Iran vooral bekend van de Iraanse revolutie en het land waar de politieke islam voet aan de grond kreeg. In 1978 stonden zowel linkse, liberale als religieuze groepen op tegen de Sjah (koning). De sjah werd afgezet. In de tweede fase van deze revolutie greep ayatollah Khomeini de macht en is Iran sindsdien een Islamitische republiek. Iran wordt nu zowel bestuurd door een president en parlement die democratisch verkozen zijn, als een ayatollah en raad van geestelijken. In Iran is 85% van de moslims sjiiet, wat op hoofdlijnen inhoudt dat ze naast de Profeet Mohammed, ook de familie van zijn neef en schoonzoon, Ali ibn Abu Talib, eren. Afgelopen voorjaar heb ik een aantal weken door Iran gereisd. Voor dit artikel ga ik  in op de vraag wat de revolutie betekende voor het dagelijks leven van de Iraniërs en in hoeverre deze 37 jaar na dato nog in het straatbeeld zichtbaar is.

Iedere stad en ieder dorp heeft straatnamen die herinneren aan de revolutie. Als je van Amsterdam naar Teheran vliegt, kom je aan op Imam Khomeini International Airport. Vervolgens rijdt je met de taxi over de Enghelab Islami Avenue (Islamitische revolutie) naar de langste straat van Teheran, de Valiasr Avenue (Prins van deze Tijd, de bijnaam voor de 12e imam die op mysterieuze manier verdween). Diverse personen die een rol hebben gespeeld in de Iraanse revolutie hebben hun eigen straatnaam gekregen, zoals dr. Ali Shariati, die in 1977 door de geheime politie van de Shah is vermoord in zijn Engelse appartement. Daarnaast herinneren borden met foto’s langs de wegen in het noordwesten en het Zagrosgebergte aan degenen die zijn omgekomen in de Irak-Iran oorlog.

Het kledingstuk waar ik de meeste vragen en opmerkingen over heb gekregen uit mijn omgeving betreft de verplichte hoofddoek. Voor toeristen en hippe Teheranis houdt islamitische kleding in dat je een tuniekje of langere blouse over een strakke jeans draagt en een sjaal over je hoofd draagt waar aan alle kanten haar onder uit komt. Vlak na de revolutie was dat wel anders en waren vrouwen verplicht een zwarte chador (letterlijk: tent) te dragen. Tegenwoordig dragen veel vrouwen de chador als toewijding aan hun geloof, niet omdat deze verplicht is. Ik zag vooral veel chadors in de bazaar, waar de meer traditionele Iraniërs winkelen en in de conservatievere steden Qom en Kashan. Iraanse nomadenvrouwen dragen geen chadors, maar kleurrijke kleding.

Discussie

Ik heb twee keer gezien dat Iraniërs in discussie gingen over religie. Sjiitische heiligdommen kun je als vrouw alleen bezoeken met een chador aan. Gelukkig worden deze bij de entree van moskeeën en schrijnen aan toeristen uitgedeeld. Waar de traditionele chadors zwart zijn, hebben de exemplaren voor toeristen knalkleuren en bloemetjesprins. Als je niet wilt opvallen, kun je beter zelf een zwarte chador in de bazaar kopen. Toen ik via de vrouwen-ingang het Mausoleum van de Koning van het Licht in Shiraz betrad, werd mijn kleding gecontroleerd op correctheid, camera’s en eventuele explosieven. Sjiitische heiligdommen kunnen een  doelwit zijn voor terroristen. Achter mij kwam een gids binnen in een trenchcoat. Zij vond dat ze al goede islamitische kleding aanhad, maar volgens de bewaakster is alleen een chador acceptabel in een heiligdom. Na vijf minuten discussiëren heeft ze met veel morren de chador aangedaan.

In het conservatieve Kashan ging onze gids Davoud bij ieder historisch gebouw dat we bezochten in discussie. In Kashan is in veel gebouwen een deel als gebedsruimte ingericht. Dit ben ik in andere Iraanse steden niet tegengekomen. Davoud liet duidelijk merken dat hij tegen speciale gebedsruimtes in openbare gebouwen is, bidden doe je volgens hem in de moskee. De kaartjesverkoper van de 500 jaar oude hamam gaf toe dat hij ook liever niet had dat een deel van het gebouw dienst deed als gebedsruimte, maar dat hij er niets aan kan veranderen. Ik had juist verwacht dat ik vaker een gebedsoproep van de moskee zou horen en meer gebedsruimtes tegen zou komen. Maar afgezien van Kashan en een enkel dorp in de bergen heb ik geen moskee gehoord in Iran.

Economie en onderwijs

De gevolgen van de islamitische revolutie zijn op verschillende manieren merkbaar in de economie, met name in de werkloosheidscijfers. In de jaren zestig gaf Reza Sjah vrouwen het recht om te stemmen, schroefde de huwelijkse leeftijd op naar 18 jaar en verbood de hoofddoek. Vrouwen kregen meer ruimte in het publieke domein. Niet omdat de sjah zo begaan was met het lot van vrouwen, maar om de positie van de sjiitische geestelijken te ondermijnen. Na de islamitische revolutie was de hoofddoek weer verplicht en steeg het opleidingsniveau en geletterdheid van vrouwen. Traditionele families stuurden hun dochters weer naar school. Uit schaamte hebben sommige vrouwen hun huis niet verlaten gedurende de jaren dat de hoofddoek verboden was. Een hoofddoekverbod leidt niet automatisch tot meer vrouwenemancipatie. Aan de andere kant steeg het kinderaantal na de revolutie tot gemiddeld zes kinderen per gezin, wat tot werkeloosheid, voedseltekort en armoede leidde. Inmiddels ligt het gemiddelde kinderaantal weer lager.

Daarnaast heeft de Iraanse economie ernstig te leiden onder westerse sancties op hun atoomprogramma. In het straatbeeld kun je dat goed zien aan de auto’s die er rijden. Alle auto’s worden in Iran geproduceerd en slechts enkele merken geven een licentie af om de auto’s te produceren. Peugeot heeft een speciaal model voor de Iraanse markt, de Peugeot Pars. Verder rijden rijke Iraniërs in terreinwagens van Toyota, die alleen in de kleur wit verkrijgbaar is. Armere Iraniërs rijden in merkloze auto’s en vrachtwagens die zo uit de Sovjet-Unie lijken te komen. De uitlaatgassen van deze auto’s zijn donkerbruin. Hier en daar zie je protest tegen Amerika.. Zo heeft iemand op het muurtje van de voormalige Amerikaanse ambassade een Vrijheidsbeeld geschilderd met een doodshoofd. Bij de ruïnes van Pasardagae staat nog een bord met de boodschap: “Wij hebben een hekel aan alle westerse landen, vooral Amerika, vanwege de economische sancties”, maar ik ben overal hartelijk welkom geheten – vaak met een kopje thee en soms met een hele maaltijd.

Onderwijs is een belangrijk middel van de Iraanse overheid om het gedachtegoed van de islamitische revolutie te verspreiden. In het lesmateriaal lijken theologische uitgangspunten en de geschiedenis van de islam centraal te staan. Tegelijkertijd heeft Iran een rijke pre-islamitische geschiedenis en leven er diverse etnische bevolkingsgroepen. De regering doet geen zichtbare moeite om deze sporen weg te vegen.

Persepolis

Het bekendste voorbeeld van Iraans pre-islamitische geschiedenis is waarschijnlijk Persepolis. Persepolis was de ceremoniële hoofdstad van de Achaemeniden, de heersers van het Oud-Perzische rijk. Persepolis was in de vijfde eeuw voor Christus gebouwd om de jaarlijkse No Ruz (nieuwjaar) viering te houden, waarbij mensen uit het hele keizerrijk de trappen konden beklimmen om eer te bewijzen aan hun koning. Davoud vertelde trots hoe vooruitstrevend de arbeidsomstandigheden in het Achaemenidische rijk waren. Persepolis is niet gebouwd door slaven, maar door arbeiders die een eerlijk loon kregen. Een inscriptie vertelt dat een man wiens vrouw van een tweeling was bevallen, dubbel loon kreeg. Hij had immers twee keer zoveel geld nodig. Alexander de Grote brandde Persepolis in 330 v. Chr. tot de grond toe af.

Naast Persepolis staan nog steeds het tentencomplex dat de sjah Reza Pahlavi heeft neergezet ter ere van 2500 jaar Perzische monarchie. De sjah nodigde alle wereldleiders uit om zijn eigen macht te bestendigen. Ironisch genoeg betekende dit feest het einde van zijn macht. De sjah bestelde 10.000 kilo kaviaar voor zijn feestje, terwijl de bevolking in de dorpen geen toegang had tot gezondheidszorg en onderwijs. De armoede was zo groot dat de kinderen op het platteland gras aten. De olie-inkomsten kwamen alleen bij de elite terecht. De oppositie greep haar kans om buitenlandse journalisten op de belachelijke decadentie van de sjah te wijzen. Verder wezen leiders van de studentenprotesten er fijntjes op dat de huidige sjah geen afstammeling was van de eerste sjah die Perzië ooit gekend had, dus dat hij nergens aanspraak op kon maken.

Kortom, de sporen van de Islamitische revolutie zijn in het hele land duidelijk te zien. Tegelijkertijd is het te simpel om te zeggen dat de sjah modern en verlicht was en dat de ayatollahs het land hebben teruggebracht naar de Middeleeuwen. Onder de sjah werd de kloof tussen arm en rijk steeds groter, hij martelde zijn tegenstanders en bleven sommige vrouwen liever jarenlang binnen dan dat ze blootshoofds de straat opgingen. Dat wil niet zeggen dat de huidige bevolking op alle punten tevreden is met het huidige regime van geestelijken. In mijn volgende artikel zal ik ingaan op de creatieve manieren die Iraniërs hebben gevonden om daar mee om te gaan.

Jennifer van Werkhoven

Jennifer van Werkhoven

Cultuurdeskundige

Studeerde ‘Taal- en cultuurstudies’ en ‘Religies in hedendaagse samenlevingen’. Eerder vrijwilliger in de Palestijnse gebieden
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.