Jordanië is er economisch slecht aan toe. De staatsschuld is enorm en de werkloosheid is groot. Alles wordt met de dag duurder, er komen steeds nieuwe belastingen en veel mensen zijn ontevreden. Het zijn de biljoenen dollars financiële steun van het Westen, vooral van de Verenigde Staten, die het land nog enigszins op de been houden. Ik weet dat het voor veel mensen geen gemakkelijk leven is hier, maar soms vergeet ik dat even.
Door: Mireille Niël
Ik zit met een klein groepje expat-collega’s in een busje op weg naar het noorden van Jordanië voor een wandeling. We wilden even de stad uit op onze vrije dag om nieuwe energie op te doen in de natuur. Het is een stralend blauwe ochtend en we hebben er zin in!
Abu Khalil zit achter het stuur van het witte minibusje, en hij kijkt niet blij. “Wat heeft die nou vandaag”, zegt een van mijn collega’s. “Misschien had hij geen zin om op zaterdag te rijden”, zegt een ander.

Het is ongeveer anderhalf uur rijden naar onze bestemming. In Nederland zou ik dat veel te veel vinden voor een ogenschijnlijk eenvoudige wandeling, maar op de een of andere manier vinden we dat hier acceptabel. Ik hang tegen het raam en geniet van het uitzicht.
We passeren de ruïnes van de antieke Romeinse stad Jerash en een half uur later komen we langs het middeleeuwse kruisvaarders kasteel in Ajloun. De heuvels in de omgeving zijn glooiend en groen. Nu enkel nog een klein stukje de bergen in naar het natuurreservaat, waar we onze gids zullen ontmoeten en waarvandaan onze wandeling zal beginnen.
Een half uur later rijden we nog steeds rond. Abu Khalil is de weg kwijt, maar dat zegt hij natuurlijk niet. We horen hem aan de telefoon geïrriteerd een gesprek voeren met zijn baas en na gesteggel over en weer, en een diepe zucht, keren we om en vindt hij de juiste afslag. Uiteindelijk komen we aan bij het reservaat, waar een gids met een zuur gezicht ons staat op te wachten. Hij heet Rashid, en hij wil meteen gaan want we zijn laat.

Ik begin me af te vragen of het Nationale Chagrijn Dag is. Waarom kunnen die mannen niet wat gezelliger doen? Het weer is immers zo mooi! We volgen gids Rashid door slingerpaden omhoog en omlaag, we houden de pas erin en vergapen ons aan vergezichten. Af en toe stopt hij om ons zonder enig enthousiasme te vertellen over de flora en fauna om ons heen. “Die man had echt beter iets anders kunnen doen, hij vindt er geen klap aan”, zucht een van ons.
Drie uur later komen we bij een landweg waar Abu Khalil, de chauffeur, al staat te wachten met het busje. Ondanks de norse gids hebben we een heerlijke wandeling gehad, en opgetogen stappen we naar binnen. Gids Rashid gaat mee terug tot Ajloun, en hij ploft neer in de stoel naast Abu Khalil.
De Italiaans-Libanese Paola en ik vinden een plaatsje recht achter de twee en zodoende worden we deelgenoot van hun gesprek. Ze praten vrijuit en luchten hun harten bij elkaar.

Abu Khalil: “Wat is het hier mooi zeg! Groen en fris en zoveel ruimte. Heel wat beter dan het overvolle Amman. Je zal hier wel gelukkig zijn.”
Rashid: “Ach, die natuur, die zie ik niet eens meer en gelukkig ben ik helemaal niet, want hier is geen toekomst. Ik ben gids bij het reservaat omdat er verder echt helemaal geen werk is in dit gebied. Niets te doen hier! Al dat zinloze geloop met al die mensen iedere dag. Ik zou liever een baan willen op een kantoor in Amman en geld kunnen sparen voor een vrouw en een gezin. Het is echt heel onderontwikkeld.”
Abu Khalil: Je bent gek man! Hier heb je in ieder geval rust. Amman is lelijk en druk, en werk is er in Amman ook niet hoor! Mijn twee oudste zoons zijn afgestudeerd maar ze zitten al een paar jaar thuis. Dertig jaar lang heb ik me het leplazarus gewerkt in die stinkstad om een goede toekomst voor ze te creëren. Altijd in het verkeer, in de uitlaatgassen met deze bus om goede scholen voor ze te kunnen betalen. Goede jongens, goede studenten, maar ze zitten thuis omdat er geen werk voor ze is. Het is zo triest allemaal.”
Rashid: “Ja, wat een zooi is het in dit land. Maar in ieder geval is er vrede. De Syriërs hebben het natuurlijk nog veel slechter dan wij.”
Abu Khalil: “Ja, daar heb je gelijk in. Wij hebben onze familie nog, en wel hebben een dak boven ons hoofd.”
Paolo en ik kijken elkaar beschaamd aan. We weten het best, op zo’n mooie zonnige dag in de natuur zou je soms vergeten dat heel veel mensen hier een zwaar leven hebben. De blauwe lucht, de zon, de vergezichten en de groene heuvels hebben voor ons opeens hun glans verloren, want voor de meerderheid van de mensen in deze regio is er meer nodig om een beetje vrolijk te worden.
Mireille Niël studeerde Engels en Geschiedenis aan de Leraren Opleiding in Amsterdam en werkt sinds 1997 in het onderwijs in Amman. Eerder schreef ze voor Nieuwwij de interviewreeks ‘Leven in Jordanië’.