
Het is 2009. Eén op de vijf Amsterdamse huishoudens moet rond zien te komen van een minimuminkomen. Vaak gaat dat net, maar soms raken mensen door onvermogen of omstandigheden in een problematische financiële situatie. Voor een aanvulling op hun dagelijks voedsel kunnen zij terecht bij de Voedselbank.
Stuart Radhé maakt sinds anderhalf jaar gebruik van de Voedselbank. Hij is Surinaams, alleenstaand, reeds dertig jaar woonachtig in Nederland en was leraar op een basisschool. Hij vertelt rustig en openhartig over zijn situatie. Klant zijn bij de Voedselbank blijkt uit zijn verhaal méér te zijn dan gratis voedsel bemachtigen.