Plotseling is de herfst van je leven aangebroken. Nu ja, ‘plotseling’ … Een leven lang wist je dat de herfst van je leven zou komen.
Toch is het iets van een schok, dat je bijvoorbeeld 75 wordt, een kroonjaar, zegt men. Het is maar een getal, maar onmiskenbaar zijn de tekenen dat de herfst is aangebroken. Het lopen wordt moeizamer. Je maakt geen grote plannen meer, want je kunt ze waarschijnlijk niet afmaken. Met de hand schrijven wordt een beproeving; je handen kunnen gaan trillen. Het spreken kan bemoeilijkt worden. Je gaat aan die dingen niet dood, maar je komt wel steeds meer in de marge terecht.
Ik vraag niet waarom mij dit moet overkomen. Waarom niet?
Toen ik jong was, dacht ik dat oude mensen veel bezig zouden zijn met de dood. Ik weet nu dat dit niet zo is.
Er zijn oude mensen die zeggen nooit aan hun dood te denken. Ik ben me ervan bewust dat ik dood zal gaan en dat dit al in een van de komende jaren kan gebeuren. Ik zie niet bepaald met verlangen uit naar mijn dood. Want ik leef graag. Ik leef nu. Ik leef meer in het hier en nu dan in de jaren zestig toen ik jong was en met mij zowel gelovige als ongelovige mensen gespitst waren op de toekomst.
Ik doe wat de dag brengt. De dagen vliegen voorbij – in mijn ervaring sneller dan toen ik jong was. Ik herinner me dat een oude medebroeder over zichzelf zei: ‘Ik heb het grootste gedeelte van mijn levensbrief geschreven. De brief is misschien nog niet af, en ik weet niet of er nog een postscriptum komt. Mijn leven is pas voltooid, wanneer ik dood ben.’
In Afrika, waar ik een jaar heb gewerkt, is het dwaas te vragen of je als oudere een zinvol leven kan leiden. Ouderen zijn daar belangrijk omdat zij de traditie, de taal en de ethiek doorgeven aan de jongere generatie. Zij hebben ‘het leven overleefd’ en wijzen jongeren de weg. Ouderen hebben daar recht op respect, vaak hebben ze het voor het zeggen. Zelfs democratisch gekozen leiders moeten soms wijken voor hun wijsheid. In onze cultuur is juist het nieuwe altijd beter. Jongeren zijn beter dan ouderen in de techniek, waaronder de computertechniek. Zij hebben de toekomst, denken velen.
Voor ouderen kan de derde periode van hun leven belangrijk zijn. Zij kunnen hun kinderen tekort hebben gedaan, emotioneel verwaarloosd. Door hun zorg voor hun kleinkinderen betalen zij hun schuld aan hun kinderen af. Omgekeerd kunnen zij door hun kinderen onvoldoende recht gedaan zijn. Zij hebben er recht op dat alsnog te ontvangen. Bijvoorbeeld door de goede zorg van hun kinderen voor hun kleinkinderen.
Ik heb geen kinderen, maar wat ik van mijn ouders en anderen aan goeds heb ontvangen, probeer ik door te geven aan de volgende generatie. Dat is een levenvullend program, het geeft zin aan mijn bestaan.
Zo kunnen de eens groene bladeren veranderen in veelkleurige, rood, geel, bruin. Wat verborgen bleef onder de kleuren van het voorjaar en de zomer kan zich alsnog laten zien. Waar eerder geen tijd voor was, kan nu naar boven komen en een belangrijke bijdrage maken aan de oogst van dit leven. Zachte krachten krijgen kans zich te ontplooien. Maar ook agressie, woede, verontwaardiging die noodgedwongen onderdrukt moesten worden op de werkvloer, kunnen als herfststormen zich uitvieren.
Opnieuw moet gezocht worden naar heelheid. De herfst is meer dan louter verval. Je ziet scherper de veelkleurigheid van het bestaan.
Bovenstaande tekst verscheen eerder op de website van André Lascaris Meerdanikzelf.nl.