Daarmee verwoordde zij, denk ik, het gevoel van veel meer gelovige moslims bij de moordpartij. Voor het vermoorden van kinderen is geen enkel excuus, geen enkele rechtvaardiging. Wee degene die met zo’n daad op zijn geweten tegenover God komt te staan op de Dag des Oordeels.

Als gelovig christen ontkom ik zo vlak voor Kerstmis niet aan de associatie met de kindermoord van Bethlehem. Koning Herodes, door de Romeinse bezetter op de troon gezet, is doodsbang om zijn macht te verliezen. Als er dan wijzen uit het oosten bij hem aan komen, die op zoek zijn naar het kind dat de ‘koning van de joden’ is, raakt hij in paniek. Om er toch vooral maar zeker van te zijn dat die zuigeling-koning hem niet kan bedreigen, laat hij in Bethlehem en wijde omtrek alle kinderen van twee jaar en jonger vermoorden. De ouders van Jezus worden op tijd door een engel van Godswege gewaarschuwd, en ze ontkomen met het kind.

Hoewel van de historische Herodes bekend is dat hij geen lieverdje was – welke marionet-koning is dat wél? – is dit waarschijnlijk geen ‘echt gebeurd’ verhaal. Maar dat is niet belangrijk. De schrijver ervan, die wij kennen als de evangelist Mattheüs, had een reden om de vroegste jeugd van Jezus zó te beschrijven. Dit zijn de machten, zo zegt hij, waartegen die kersverse Messias het op zal moeten nemen. In déze wereld komt hij terecht.

Als ik kijk naar het drama in Peshawar is de wereld op dat punt kennelijk nog niets veranderd. Nog steeds worden er kinderen vermoord omdat ze als een bedreiging gezien worden. Het feit dat de aanval tegen een school gericht was, is veelzeggend. Onderwijs is immers het beste tegengif tegen extremisme. Waar kinderen een opleiding krijgen hebben ze betere kansen, en door de kennis die ze daar opdoen ook meer greep op de werkelijkheid om hen heen. Of er worden kinderen vermoord omdat ze, zoals die kinderen in Bethlehem in het jaar nul, toevallig op dezelfde plaats zijn als het eigenlijke doelwit van de moordenaars.

In de afgelopen jaren werden in Pakistan ook meer dan 160 kinderen gedood in Amerikaanse aanvallen met drones. Die aanvallen zijn officieel gericht tegen extremisten, maar het grootste deel van de slachtoffers zijn gewone burgers – waaronder ook grote aantallen kinderen. En in de Israëlische oorlog tegen Gaza in de afgelopen zomer werden bijna 500 kinderen gedood, waaronder tientallen kinderen die een toevlucht hadden gezocht in scholen van de VN. Het zijn maar een paar voorbeelden. Zowel regeringslegers als gewapende strijders van extremistische bewegingen hebben zich aan kindermoord schuldig gemaakt, de daad bij uitstek waarvoor nooit een rechtvaardiging te vinden zal zijn.

Met Kerstmis verwachten gelovige christenen de komst van de Gezalfde van God, de Messias in het Hebreeuws, de Christus in het Grieks. Nog steeds wordt hij verwacht in een wereld waarin kinderen vermoord worden. Nog steeds bidden wij hartstochtelijk: “Scheur toch de wolken weg en kom.” Een hopeloze hoop? Voor mij niet. Want hopen op de komst van de Christus betekent ook: de wereld zoals zij is niet voor lief nemen. Je niet neerleggen bij het feit dat er kinderen vermoord worden. Weten, in het diepst van je ziel, dat het anders moet en anders kan. Tegen alle kwaad van onze wereld in leven alsof morgen die Messias zal komen om recht te doen: recht aan de vermoorde kinderen, recht aan hun ontroostbare ouders. En ook samen rouwen met die ouders om het verlies van hun kinderen, zoals ook tweeduizend jaar geleden al gebeurde.

“Een stem wordt in Rama gehoord,
een stem van wenen en klagen.
Rachel, ontroostbaar,
schreeuwt om haar kinderen die niet meer zijn.”

Te midden van alle rouw die onze werkelijkheid tekent, én met het visioen voor ogen dat het toch echt anders kan, wens ik u allen een gezegende weg naar Kerstmis.

Heleen Ransijn

Heleen Ransijn

Theoloog en predikant

Heleen Ransijn studeerde in 1999 af aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. Tijdens haar studie deed zij onder meer …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.