Door zowel christenen als boeddhisten, zowel gelovigen als ongelovigen, zowel religieuzen als seculiere schrijvers en dichters, worden de preken en traktaten van Eckhart (1260-1327) intensief gelezen en geprezen.

Eckhart vormt voor velen een brug tussen verschillende religies, of een brug tussen geloof en ongeloof. Velen, die zich niet beschouwen als verbonden met een kerkelijke christelijke traditie, worden diep geraakt door de geschriften van Eckhart. In een tijd waarin religieuze diversiteit steeds meer toeneemt, groeit Eckhart uit tot brugfiguur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de grote belangstelling die cursussen rondom zijn werk trekken in spirituele cursuscentra zoals het Dominicanenklooster in Huissen, het leerhuis Spiritualiteit en de Kloostertuin in Rotterdam, of de Vrije Gemeente in Amsterdam.

Waar is de huidige aantrekkingskracht van Eckhart nu precies op gebaseerd? Wellicht is die gelegen in het feit dat hij verschillende wijzen van spreken in zijn werk combineert. Enerzijds passen Eckharts radicale, ontkennende uitspraken in een theologische traditie die bekend staat als de negatieve theologie. Het uitgangspunt van de negatieve theologie is dat we God niet via het denken en spreken kunnen benaderen. Maar we kunnen wel via het denken en spreken de conceptuele obstakels voor een directe ervaring van God uit de weg ruimen.

De negatieve theologie is in haar methode verwant aan de postmoderne deconstructiefilosofie van Derrida en anderen. Ze maakt gebruik van het apofatische (nee-zeggende) spreken, dat probeert uit te drukken wie God is via ontkennende uitspraken: God is niet goed maar ook niet slecht, niet groot maar ook niet klein, hij kent geen liefde maar ook geen haat, hij is niet almachtig maar ook niet machteloos. Door te omschrijven wie God niet is, kunnen we directe ervaringskennis verwerven over wie God wel is. Deze kennis kan echter nooit in woorden en begrippen worden uitgedrukt.

Een dergelijk apofatisch spreken is bij Eckhart overal te vinden: God is een niets, we moeten van God verlost worden, we moeten alle beelden over God achterlaten. Ons diepste innerlijke zelf bestaat uit een goddelijke vonk waar verder niets over kan worden gezegd. Eckhart spreekt van het zielenvonkje. Wat daar gebeurt, is ‘onuitsprekelijk’ en ‘zonder woorden’. De belangstelling van het grote publiek voor Eckhart richt zich vaak op deze apofatische elementen in zijn werk, die de onzegbaarheid en onkenbaarheid van God benadrukken. Ook westerse boeddhisten kunnen Eckhart derhalve lezen en zich op hem beroepen.

Naast dit apofatische spreken, dat meestal alle aandacht krijgt, kan bij Eckhart ook nog een ander discours worden gevonden. Binnen de theologie wordt dit tweede discours ook wel omschreven als het katafatische (bevestigende) spreken. De katafatische theologie probeert uit te drukken wie God is door middel van bevestigende uitspraken over God: ‘God is goed’, ‘God is groot’, ‘God is liefde’, ‘God is almachtig’. Dit katafatische spreken komt tot uitdrukking bij Eckhart in verschillende metaforen, waarvan de bekendste luidt, dat God zijn Zoon elk moment in de ziel baart. De Godsgeboorte was niet slechts een eenmalige gebeurtenis tweeduizend jaar geleden, maar vindt elk moment ononderbroken plaats.

Het leegworden waar Eckhart over spreekt, is dus geen doel op zich, maar dient ertoe om ruimte te scheppen zodat God zich onbelemmerd kan uitstorten in de ziel, en de oorspronkelijke eenheid van God en de ziel zich volledig kan manifesteren. Eckharts nadruk op de oorspronkelijke eenheid en eenvoud van God is een ander voorbeeld van hoe men met religieuze diversiteit om kan gaan zonder de eigenheid van de eigen traditie te verloochenen.

De manier waarop Eckhart zowel apofatisch als katafatisch spreekt maakt hem boeiend voor zowel christenen, boeddhisten, alsook seculieren. Is zo’n manier van spreken wellicht een voorbeeld van hoe religieuze taal bij kan dragen aan de totstandkoming van een nieuw wij?

Op zaterdag 15 november wordt het boek ‘De spiritualiteit van Meister Eckhart. Een dominicaans mysticus in een multireligieuze samenleving’ onder redactie van André van der Braak, gepresenteerd in De Nieuwe Liefde in Amsterdam. 

Van der Braak

André van der Braak

Hoogleraar en zenleraar

André van der Braak is verbonden aan de VU als hoogleraar Boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities. …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.