Een beetje te weinig zuurstof op een punt in je hersenen en heel je leven verandert. Je moet verhuizen naar een ander ‘wij’. Een groot gebouw ontworpen in het eerste kwart van de vorige eeuw om jonge mensen op te leiden, zodat ze volwaardige leden zouden worden van hun orde. Een somber gebouw, waar de bewoners leerden met zelfbeheersing en wilskracht zich staande te houden in alle omstandigheden. Een labyrint van gangen en kamers: hoe kom ik er ooit uit?
Het gebouw is niet ontworpen voor hulpbehoevende oude mensen. Er zijn weinig douches. En de afstand – lopen of geduwd worden – naar de toiletten is groot. Een keer douchen per week voor elke bewoner. Het personeel is vriendelijk, er zijn ook moslima’s onder hen. Het personeel neigt ertoe te veel voor ons hulpbehoevenden te doen. Je moet voor je onafhankelijkheid opkomen en ervoor zorgen dat de kaas niet van je brood wordt gegeten, ook al ligt het gesmeerd voor je neus. Een ei – een hard ei – wordt helemaal gepeld en vervolgens in het eierdopje geduwd. De ‘zusters’ willen soms te veel helpen. Op deze hulpvaardigheid moet je niet ingaan, want je wordt zo steeds meer een object aan wie de dingen gebeuren.
De informatie is gebrekkig. Je weet vaak zelf niet wat voor informatie je nodig hebt. Je moet de juiste vragen vinden en stellen. Er ligt geen informatieboekje op de kamer. Er schijnen bijeenkomsten georganiseerd te worden. Elke dinsdag is er een zanguur, waarin dan vooral oude Nederlandse liedjes worden gezongen. Onvermijdelijk is de sjoelbak, ik heb ‘m nog niet ontdekt. Of er ook gekaart wordt, weet ik niet.
Met de medebewoners heb ik weinig contact. Ze tonen geen belangstelling voor mijn levensverhaal. Ze hebben hun eigen verhaal misschien al zo vaak verteld dat het hun de neus uitkomt. Ik ben voor hen een mens zonder verleden en met weinig of geen toekomst. Zij maken zichzelf tot schaduwen van wat zij eens waren. Het eten is goed en smakelijk. Het wordt genuttigd in een kloosterlijke stilte – er is echter niemand die, zoals vroeger de gewoonte was, aan tafel voorleest. Je mag wel spreken, maar er is niemand die een meer of minder levende conversatie begint. Als ik het zelf probeer, dan blijven reacties uit.
Het lijntje naar de buitenwereld wordt opengehouden door het TV journaal, en de kranten Trouw, De Telegraaf en de regionale editie van De Gelderlander. Van elke krant is er één exemplaar aanwezig. Oekraïne, Irak, Syrië, de Koerden, Joden en Palestijnen zijn verder weg van mij dan ooit. Het gebouw heeft deuren om naar buiten te gaan, maar ik heb geen sleutel. Mijn kamer heeft evenmin een sleutel, ik krijg er tenminste geen. Post die van buiten komt, wordt neergelegd in een postvakje: met een trapje zou ik er wel bij kunnen [let op! Niet vallen]. Er ligt een bos rond het huis; de boomwortels maken een wandeling met een rollator bijna onmogelijk. De tuin is mooi, maar wel een tikje saai. Terug naar het huis dan maar. Wordt dat ooit een nieuw wij?
Het wordt herfst.
Bovenstaande tekst verscheen eerder op de website van André Lascaris Meerdanikzelf.nl.
Welkom in de wereld van mensen met een beperking. Er wachten u verschillende trajecten. Het eerste is: fysieke revalidatie, dat is te overzien . De andere trajecten zijn moeilijker. Leren accepteren dat je een handicap hebt,en tegen de buitenwereld durven zeggen: Ik héb een handicap, waar u rekening mee moet houden, maar ik bén die handicap niet. Benader mij als een normaal mens, en betuttel mij niet. De hersenstichting heeft Niet Aangeboren Hersenletselteams, NAH –teams. Steek daar uw licht eens op. Als religieus kunnen uw gesprekken met “God” veranderen. Een eerste reactie kan zijn: Wat flik je me nou? Niets is zeker in deze wereld, daarom bewandelen we het pad van TAO. tekst 14.
En laten de dominicanen hun vermaarde medebroeder dan zomaar aan zijn lot over?
Geachte Andre Lascaris,
Om te beginnen wens ik u een spoedig herstel tot ‘een wij’ waar u zich thuis voelt.
Opeens zie ik helder u moeder voor ogen. Toen zij in het verpleeghuis verbleef (na een hersenbloeding) was ik ‘haar’ activiteitenbegeleidster.
Ik herinner u moeder als een stralende en positieve vrouw. Ze zag dat vreugdehof waar ze verbleef niet altijd een goed gekozen naam was. Ze liet dit niet merken en lachte altijd vriendelijk.
Misschien heeft u tijdens uw verblijf in het verpleeghuis ook aan haar gedacht?
Ze was een vrouw om trots op te zijn.
Uw relaas doet me sterk aan haar denken.
vriendelijke groet,
Clara Janssen
Bijzonder André, hoe je zo’n verblijf betekenis geeft. De klokkenluider ter plaatse. Alle goeds.
Aan scherpte heb je niets ingeboet, André. Het personeel van het verpleeghuis lijkt eerder bij jou in revalidatie te moeten gaan om weer te leren hoe ze anderen op gezonde wijze kunnen laten revalideren. Veel kracht en liefde toegewenst en ik kijk uit naar je verhalen over dit nieuwe ‘wij’.
Dank, zeer geachte ex-confrater, voor deze – zoals meestal – scherpe observatie en inzicht in het menselijk sociaal bestaan.
Ik proef iets van je eruditie die je altijd hebt getoond als theoloog-publicist.
In die hoedanigheid vind ik het opmerkelijk dat je – zo gehandicapt – de revalidatieverplegers en ons – nog gezonde ouderen -blijft alert maken als ‘mensen van goeden wil’, binnen en buiten dergelijke verpleeghuizen.
Met zo’n heldere geest, redt jij het, dag na dag. En hopelijk komt het met dit soort activiteit nog helemaal goed vooraleer je – zoals wij allemaal – uit de tijd zult gaan.
Heel veel sterkte André. Alle goeds.
Geachte André Lascaris, Uw verhaal is prachtig en geeft goed weer hoe u die overgang naar het verpleeghuis heeft ervaren. Tegelijkertijd lees ik over uw verdriet en de moeite die het u kost om weerbaarheid vorm te geven. Het is daarbij opmerkelijk dat er kennelijk nog personeel werkt dat ’teveel’ zorg wil geven aan degenen die zorg behoeven, goed dat u die extra zorg afwijst. Jammer dat er kennelijk geen boekje was waarin u alle informatie kon vinden over het reilen en zeilen in dat huis, dat is wel gebruikelijk in verpleeghuizen. Voor iemand als u, die zo goed thuis is op het internet, is het jammer dat men u voor de informatie niet heeft verwezen naar de website van dat verpleeghuis. Ik vond daar denk ik alle informatie die u moest ontberen. Ik wens u graag alle sterkte en een goede revalidatie toe.
misschien een idee er zijn nog “kloosters” waar U zich beter op de plats zou kunnen voelen in Uden en Boxmeer o.a.
de kruisheren zorgen voor elkaar!
en in Madeleine zijn veel soorten ordes bij elkaar verzameld.
ik wens U een goede keus toe