ur“Ontbureaucratisering en de nadruk op de individuele persoonlijkheid en handelingsvrijheid van de agent hebben de Nederlandse politie zeer vatbaar gemaakt voor discriminatie van etnische minderheden en willekeur in het politieoptreden.” Dat stelt onderzoeker Paul Mutsaers van Tilburg University. Mutsaers pleit voor een herwaardering van de bureaucratie; met duidelijke machts- en verantwoordingsstructuren en een strikte scheiding van persoon en ambt. Hij raadt aan agenten bij iedere aanhouding een ‘stopformulier’ te laten invullen, om inzichtelijk te maken of er sprake was van etnische profilering. Mutsaers: “Ook zou in iedere gemeente een burgerraad moeten worden ingesteld als democratische tegenmacht en monitor van politieoptreden.”

Paul Mutsaers verrichtte antropologisch onderzoek naar de omgang van de politie met migranten, waarop hij 12 juni promoveert aan Tilburg University. Hij is in dienst van de Politieacademie en liep van 2008-2013 langdurig mee met agenten op straat. Hij voerde honderden gesprekken over de ervaringen van agenten met diverse etnische achtergronden binnen de organisatie en over het politiewerk in superdiverse wijken door het hele land. Mutsaers beschrijft in zijn proefschrift A Public Anthropology of Policing: Law Enforcement and Migrants in the Netherlands zowel discriminatie binnen het korps tussen collega’s als buiten op straat van burgers. Op straat worden relatief vaak dakloos geworden (illegale) immigranten het slachtoffer van discriminatie.

Sinds enige tijd is er bij de Nederlandse politie een ‘ontbureaucratisering’ gaande: minder papierwerk, wet- en regelgeving en verantwoordingsplicht. Tegelijkertijd handelen agenten door een grotere ‘professionele vrijheid’ minder als overheidsdienaren met een publieke taak. Volgens Mutsaers heerst er een cultuur waarin agenten worden aangemoedigd vrijmoedig te handelen, naar eigen inzichten. In zijn proefschrift beschrijft hij hoe deze vervaging van grenzen tussen de privésfeer en het publieke domein sneller leidt tot discriminatie en willekeur. “Als een agent zich misdraagt, wordt het probleem gereduceerd tot de verstoorde psyche van een individuele agent, die vervolgens op een bewustwordingstraining wordt gestuurd”, legt Mutsaers uit.

Infiltratie van de privélevens van Nederlandse burgers
Eén ‘uitwas’ die volgens Mutsaers in deze organisatiecultuur is ontstaan, is bijvoorbeeld het project PsyCops. Dat is gemodelleerd naar de tactiek om in oorlogssituaties de hearts and minds van de lokale bevolking te manipuleren en te winnen. In Amsterdam-West hebben militairen politieagenten geholpen met observaties van de normen, waarden, religie, familiebanden en politieke kleuren van ‘probleemgroepen’(migranten). “Een dergelijke infiltratie van de privélevens van Nederlandse burgers strookt niet met de waarden van een vrije en democratische samenleving, zegt Mutsaers. Eerder genoemde gemeentelijke burgerraden zouden zulke praktijken moeten tegengaan.

Volgens Mutsaers beïnvloeden de politiecultuur en het beleid ook de misdaadstatistieken. “Deze statistieken worden ‘gekleurd’ door het handelen en de keuzes van de handhavende politieagenten. Denk aan roadblocks waarbij minderheden buitenproportioneel vaak gecontroleerd worden. Mensen met een niet-Westerse achtergrond zijn oververtegenwoordigd in de cijfers.” Onder het voorwendsel van die statistieken worden minderheden bovendien makkelijk de dupe van politiek spierballenvertoon. Ze scheppen een klimaat waarin juridische maatregelen worden voorgesteld, zoals de strafbaarheidstelling van illegaliteit en intrekking van het Nederlandse paspoort.

De tijd is rijp om politiediscriminatie als structureel probleem aan te pakken
Volgens Mutsaers is de tijd wel rijp om politiediscriminatie als een structureel probleem aan te pakken. Schoof de nationale politiekorpschef Gerard Bouman eind 2013 nog een Amnesty International-rapport over etnische politiediscriminatie in Nederland terzijde met ‘het gaat om incidenten’, dit voorjaar beschreef hij in zijn eigen zijn blog een cultuur binnen het politiekorps van uitsluiting, kleinering en respectloze behandeling van islamitische agenten. En daarvan hebben uiteraard ook islamitische burgers last. Afgelopen april was Mutsaers uitgenodigd bij een zogeheten Top 61-bijeenkomst van de politie, waar hij voor korpschef Bouman en alle politieleiders op landelijk niveau zijn onderzoeksresultaten besprak. Mutsaers pleit voor een reflectie op het personeelsbeleid, organisatiestructuren en leiderschapsstijlen.

Paul Mutsaers (1984) is post-doc onderzoeker bij het departement Cultuurstudies van de faculteit Geesteswetenschappen van Tilburg University. Daarnaast is hij onderzoeker aan de Politieacademie.

Bron: Tilburg University

Nog geen reactie — begin het gesprek.