Een belangrijke vraag in de islamitische wereld op dit moment is of de bronnen, en vooral de Koran, opnieuw geïnterpreteerd kunnen en moeten worden in het licht van hedendaagse ontwikkelingen. Traditionele geleerden stellen over het algemeen dat de interpretatie van de bronnen voltooid is in de eerste eeuwen na Mohammed, en dat er geen reden is voor nieuwe interpretatie. Hervormers menen echter dat het noodzakelijk is dat de bronnen opnieuw geïnterpreteerd worden, omdat de hedendaagse wereld zo verschilt van de wereld ten tijde van Mohammed. Voor islamitische vrouwen is dit een belangrijk debat, omdat veel vrouwen stellen dat de heersende interpretatie van de Koran ten onrechte nadelig is voor vrouwen.
Leila Ahmed (1940), een Egyptisch-Amerikaanse hoogleraar vrouwenstudies, is een belangrijk denkster in deze discussie. Zij onderzoekt hoe de islam een patriarchaal karakter heeft gekregen, terwijl er ook altijd egalitaire tendensen zijn geweest in islamitische samenlevingen. Ze stelt dat het vastleggen van de islamitische wet ten tijde van het Abbasidische Kalifaat een grote rol heeft gespeeld in het benadrukken van ongelijkheid tussen man en vrouw.
In de eerste eeuw na Mohammeds dood werden de verhalen over zijn leven slechts mondeling overgeleverd. Ten tijde van het Abbasidische Kalifaat (750-1258), begon men met het optekenen van de overleveringen en met het codificeren van de islamitische wet. De Abbasiden verplaatsten de hoofdstad van de islamitische wereld naar Bagdad. Ze verstootten de Sassaniden, maar namen veel van hun gebruiken over. Adviseurs en dienaren van de Sassaniden bleven in functie, en de invloed van de Sassaniden bleef daardoor aanzienlijk.
De Sassaniden hadden een samenleving die op vrouwen neerkeek: vrouwen leefden afgescheiden van mannen en de heersers bezaten grote harems met soms wel tweeduizend vrouwen. De Abbasiden werden beïnvloed door deze cultuur en hielden er zelf ook harems op na. Vrouwen werden steeds meer gezien als ondergeschikt aan de man. In deze tijd werd ook de islamitische wet vastgelegd en Ahmed stelt dat de dominante cultuur van ongelijkheid tussen man en vrouw invloed heeft gehad op de codificatie van de islam, een codificatie die vandaag de dag nog steeds wordt gezien als de ‘ware’ islam.
Ahmed noemt deze islam de ‘technische, legalistische stem van de islam’, maar stelt met nadruk dat uit de Koran ook een heel andere stem spreekt, de ‘ethische stem’. Deze ethische stem benadrukt het belang van de ethische en spirituele dimensies van het bestaan en de gelijkwaardigheid van mensen. Veel islamitische denksters delen met Ahmed de nadruk op een holistische interpretatie van de islam, waarbij ze meer kijken naar de algemene waarden die uit de bronnen spreken, dan naar de letterlijke tekst en specifieke bepalingen.
Volgens Ahmed is het niet de technische, legalistische stem maar juist de ethische stem die direct tot de moslim spreekt. Een leven lang luisteren naar de verhalen uit de Koran, maakt dat een aantal thema’s in het leven belangrijk zijn: vergiffenis, rechtvaardigheid, vrede, medeleven, humaniteit, eerlijkheid, vriendelijkheid, getrouw zijn aan de waarheid en liefdadigheid spreken uit de Koran tot de gewone moslim en vormen zo de geleefde islam, het ethos van de gelovige. De ethische stem betoogt bovendien de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, door de gelovigen apart aan te spreken in de mannelijke en vrouwelijke grammaticale vorm en te stellen dat elke gelovige gelijk is voor God. Het zijn echter deze thema’s die bijna geheel genegeerd zijn door de gecodificeerde dominante islam.
Ahmed wijst er op dat de islam zoals die is vastgelegd in de wetten, niet de enige vorm van islam is. Naast de gecodificeerde islam is er een rijke geschiedenis van orale traditie, overlevering en geleefde islam. Deze ethische vorm van islam is niet vastgelegd, maar ontwikkelt zich bij gelovigen thuis. Ahmed noemt dit de ‘islam van de vrouwen’, een minder formele islam. De ‘islam van de mannen’, de vastgelegde wettelijke islam, is echter altijd dominant geweest in het publieke domein. De technische, legalistische vorm van islam wordt volgens Ahmed namelijk gebruikt door mannelijke machtshebbers binnen de islamitische wereld om hun macht te behouden en de status quo te handhaven.
Het is echter volgens Ahmed niet vanzelfsprekend dat deze ‘officiële’ islam domineert. Het was de islam van de machthebbers, maar dat betekent niet dat het de beste vorm van islam is. In Ahmeds ervaring werd er door de vrouwen in haar omgeving vooral gelachen om de ‘officiële islam’, en werden sjeiks en ayatollahs nauwelijks serieus genomen. Voor de vrouwen in Ahmeds omgeving was het van veel groter belang hun religie met andere vrouwen te bespreken en hun mening te horen over bepaalde zaken.
Ahmed maakt een scheiding tussen de focus op specifieke wettelijke bepalingen in de bronnen, en de waarden die uit de bronnen spreken als ze meer holistisch bekeken worden. Daarnaast wijst ze op het feit dat er niet alleen een formele, vastgelegde vorm van islam is, maar ook een rijke geschiedenis aan informele vormen van islam, gevormd door de gelovigen door de eeuwen heen. De holistische benadering van de bronnen leidt tot waarden als vergiffenis, rechtvaardigheid, barmhartigheid en gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Daarnaast kent de geleefde islam ook egalitaire tendensen, die in de vastgelegde, formele islam niet terug te vinden zijn. Ahmed pleit dan ook voor een bredere kijk op de islam, waarbij al deze aspecten worden gezien als belangrijk onderdeel van de islam.
Beste mevrouw Bakker,
In het stuk wordt als hoofdargument gegeven voor de benadeling van vrouwen, de beïnvloeding van de Sassanieden op de Abbasieden m.b.t. het hebben van harems van soms wel tweeduizend vrouwen. Dit zouden de Abbassieden hebben overgenomen, vervolgens wordt er een grote sprong gemaakt naar de wetgeving van de Koran waardoor de assumptie gewekt wordt dat de Koran hiertoe opdracht geeft. Deze wetten zijn een probleem. Wat is nu de oplossing? Dat we volgens Ahmed een meer holistische visie aannemen van Islam waar we de ‘goede waarden uit de Koran’ laten spreken.
1. Dit artikel en het werk van Ahmed getuigen dat er een probleem is. Echter haar analyse is al misplaatst. Het artikel is dus gebouwd op een foutieve analyse en dat betekent dus dat de oplossing(en) geen betekenis meer heeft;
2. Mevrouw Ahmed doet haar pleidooi op basis van praktijksituaties en vervolgens geeft ze een oplossing over de bron waar de theorie uit voortkomt: de Koran. Wat ze eigenlijk had moeten doen is spreken over de theorie en niet de praktijk omdat de praktijk net zoals bij andere religies door mensen verkeerd toegepast zou kunnen worden of zelfs kan er een praktijk zich voordoen van mensen die zich enkel moslim of christen noemen en daardoor hun daden worden toegeschreven aan hun overtuigingen. Dit is de manier waar Wilders van houdt en door ons allen, als het goed is, veroordeeld is en anders veroordeeld zou moeten worden.
Mevrouw Ahmed en u wakkeren juist door dit soort artikelen de oppervlakkige niet gefundeerde opvattingen, waaronder minder vrouwenrechten in de Islam, over Islam en moslims aan en geven Wilders opnieuw valse munitie.
3. Indien Ahmed eerlijker zou zijn of meer onderzoek zou verrichten dan zou ze inzien dat Islam vrouwen totaal niet achterstelt maar juist na eeuwenlange onderdrukking op een radicale manier rechten heeft gegeven.
– Zo werd er niet alleen door mannen maar ook door vrouwen de eed van trouw aan de Profeet Mohammed (saw) gevraagd want inhoudt dat vrouwenstemmen voor het eerst geldden en ten tweede was dit gelijk aan een mannelijke stem (!).
– Islam leerde de mensheid dat vrouwen juist tot de eer van de mannen behoort en dat er alles aan gedaan moet worden om deze eer te beschermen. Volgens de islamitische waarden dus zijn vrouwen edelstenen en diamanten in tegenstelling tot vrouwen in het Westen die constant 1-0 achterlopen op mannen, massaal betast, aangerand en verkracht worden in Europa (http://www.nu.nl/buitenland/3717911/twintig-vrouwen-in-europa-verkracht.html), en vrouwenverkrachting sinds jaar en dag als middel gebruikt wordt door Westerse soldaten die landen binnenvallen.
– Islam erkent de fysieke ongelijkheid maar erkent de gelijke waardepositie, van man en vrouw. In het Westen is de vrouw tegen de man opgezet waar ze constant tegen dient te concurreren, waar de economie natuurlijk enorm van geprofiteerd heeft want zo werd de economie namelijk in een slag verdubbeld. Ze dient een carriere na te streven en net zo hard te werken als de man, voor een minder goed salaris (www.volkskrant.nl/…/CBS-Inkomens-mannen-en-vrouwen-nog-steeds- ongelijk.dhtml), en s’avonds thuis moet komen en dan ook nog zorg moet dragen voor de kinderen en vaak dient te zorgen voor het schoonhouden van het huis.
In Islam is er geen concurrentie tussen man en vrouw in de hoedanigheid van sekse, er is enkel concurrentie tussen mannen en vrouwen als mensen allen onderling om de Tevredenheid God’s na te streven. De vrouw heeft als hoofdtaak de opvoeding van de kinderen en de zorg voor de huiselijke aangelegenheden. En dit wordt absoluut niet als een inferieure rol beschouwd maar een zeer eerbare rol. De man is verantwoordelijk voor het inkomen en zaken die buitenshuis dienen te gebeuren zoals boodschappen etc. Door deze heldere en duidelijke verdeling die past bij de aard van de man en de vrouw (daar de vrouw kinderen baart en vanuit haar natuur veel beter met kinderen om kan gaan dan de man) raakt het verstand overtuigd en krijgt het hart rust bij de individuen wat leidt tot rust en harmonie in de rest van de samenleving.
– Islam kwam met het huwelijksconcept waarbij de vrouw voor het eerst rechten kreeg. De man diende een bruidschat te betalen zodat de vrouw na scheiding een tijd zelfstandig zou kunnen overleven. De mannen hadden vanaf dat moment de verplichting van onderhoud van de vrouw. Indien de vrouw financieel niet zou worden bijgestaan dan mag ze van hem scheiden.
– Islam heeft het toegestaan voor vrouwen om te protesteren tegen het Staatshoofd zoals in de tijd van de tweede Kalief ‘Oemar ibn Al Gattaab toen hij de bruidschat wilde beperken tot een bepaalde hoogte en een vrouw opstond en hem in het aangezicht van alle vooraanstaande moslims tegenging waarna hij haar gelijk gaf.
– De Profeet Mohammed (saw) had een eigen dag speciaal voor vrouwen waarbij ze hem alle vragen konden stellen welke zij maar wilden.
– De Profeet Mohammed (saw)
– De vrouw van de Profeet Mohammed (saw) had na zijn overlijden een enorm belangrijke rol in het geven van rechterlijke uitspraken bij zowel mannen als vrouwen wat inhoudt dat hier een vrouw een ‘superieure’ positie heeft tegenover mannen.
– De Profeet Mohammad (saw) heeft meerdere vrouwen tegelijkertijd gehad. Echter slechts één vrouw, ‘Aisha (ra), stond bekend om haar schoonheid, de Profeet trouwde weduwen en ook oudere vrouwen. Dit heeft vaak een sociale reden gehad in plaats van mannelijke lusten.
– De allereerste universiteit van de moslims is in Fez opgericht door een vrouw die zelf heel geleerd was.
Afsluitend is het zorgwekkend dat academici welke de intellectuele voorhoede zijn van de samenleving op dit niveau te werk gaan. Wij verwachten een eerlijke onbevooroordeelde gedegen analyse van zaken waaruit sterke goede en constructieve conclusies uit naar voren komen. Dan pas, verdient een artikel te worden gepubliceerd op publieke plaatsen zoals een website.
Met vriendelijke groet,
Nadeem