Gezien de kerkelijke situatie, het conservatisme van de bisschoppen in de katholieke kerk, wilden vele Dominicanen een alternatieve theologieopleiding van de grond krijgen. Het was althans mij duidelijk dat dit een onmogelijke zaak was. Wij hadden daarvoor niet genoeg geschikte theologen, we hadden het geld niet, het was onduidelijk of er wel studenten te vinden waren, want na hun opleiding zouden degenen die in de kerken zouden willen werken waarschijnlijk geen baan krijgen omdat de bisschoppen goedkeuring aan een dergelijk opleiding zouden onthouden.
Daarom kwam bij mij het idee op een theologisch onderzoekscentrum op te richten, dat regelmatig publicaties het licht zou laten zien. Een plek niet gericht op wat er in de mode was op een bepaald moment, maar waar het ook mogelijk was een traject van enige jaren af te leggen. Bovendien moest het centrum regelmatig verjongd worden en het moest jonge theologen de kans geven nog enige jaren na afsluiting van een universitaire studie door te kunnen studeren.
Wanneer een dergelijk idee bijval krijgt en verschillende mensen het mee willen dragen komen er ook andere ideeën op. Zo werd het verlangen geuit dat er een vaste plek zou zijn waar gezamenlijk gewerkt kon worden. Het plezier gezamenlijk theologie te beoefenen moest de sfeer mede bepalen. We hoopten te werken aan een West-Europese bevrijdende theologie. Een belangrijk tijdsverschijnsel was de fragmentarisering. Daarom begonnen de leden van het centrum samen het boek van Max Horkheimer en Theodor W. Adorno, Dialektik der Aufklärung, te lezen. Sindsdien is er heel veel veranderd. De intrede van de computer was aanvankelijk nog het minste. Mensen gingen weg en er kwamen anderen bij. Er kwam een directeur. We gingen cahiers uitgeven bij Meinema, die we eerst grondig met elkaar bediscussieerden. Het bleek niet gemakkelijk om daar kopers voor te vinden. Het centrum heeft mij de gelegenheid gegeven de boeken Het soevereine Slachtoffer, Meer dan ikzelf en Neem je verleden op te schrijven.
De wereld van de computer werd steeds omvattender. Het DSTS trok weg uit Nijmegen en vond in de Vrije Universiteit en in De Nieuwe Liefde nieuwe bondgenoten. Door gewoon ouder te worden, maar vooral door invalide te raken door de ziekte van Parkinson ben ik zelf terecht gekomen in de marge van het studiecentrum. Ik woon ver van Amsterdam, maak de dagelijkse gang van zaken niet mee, ontmoet alleen zo nu en dan collegae. Inmiddels is het thema van het centrum verschoven naar het zoeken van een nieuw ‘wij’ en in de nabije toekomst zal vooral het behoren van een en dezelfde persoon of groep tot verschillende levensovertuigingen en religies aandacht krijgen. Het lezen van Dialektik der Aufklärung had in deze misschien iets profetisch.
En nu kom ik met een vraag. In hoeverre is het DSTS zelf een vorm van het nieuwe wij? Ik stel die vraag niet uit een zekere ontevredenheid, maar ik heb het gevoel het gezicht daarop verloren te hebben. Ik zou wel benieuwd zijn van de mensen die er nu werken te horen hoe zij het ‘wij’ van het DSTS ervaren. Ik wacht op een reactie.
Zie http://www.dominicanen.nl/?p=433863. Lijkt me een antwoord op uw vraag, meneer Lascaris.
Sinds enige weken ben ik bekend met ‘Nieuw Wij, waar ik overigens via de site “Meer dan ikzelf” van pater dominicaan Andre Lascaris naar verwezen ben. Als buitenstaander begrijp ik nu dat “Nieuw Wij” is voortgekomen uit het DSTS.
Ik vind het echt een geweldig initiatief, vooral omdat ik als katholiek altijd al van huis uit veel belangstelling heb gehad voor een niet al te lange, maar toch heel goede preek in relatie met het nieuws van alle dag.
Mede door pater Lascaris ben ik ook in aanraking gekomen met het gedachtegoed van de historicus, literatuurcriticus en antropoloog Renee Girard.
Voor mij is Renee Girard van dusdanige importantie geworden, dat ik inmiddels bij het lezen van wat voor literatuur dan ook, hem altijd in mijn achterhoofd heb zitten. Wat dat betreft kom ik goed aan mijn trekken, omdat pater Lascaris een specialist is v.w.b. zijn kennis van het gedachtengoed van Girard en dat ook niet onder stoelen of banken steekt in zijn colums alsook met name op zijn site “Meer dan ikzelf”.
Ik begrijp eigenlijk niet goed , waarom 25 jaar geleden niet gewoon begonnen is met het eerste boek van Renee Girard als uitgangspunt te nemen te weten ” De romantische leugen en de romaneske waarheid” i.p.v. de “dialectiek van de verlichting” van Horkheimer en Adorno.
Mij is immers een ding goed duidelijk, dat het van alle tijden is, dat de mens graag spoort met zijn tijd. Het conservatisme van de katholieke kerk is een ding, het kind met het badwater weggooien is het andere.
Goede theologie heeft door de tijden heen altijd al een dienende functie gehad d.w.z. de bijbel niet alleen te reduceren tot de “Blijde boodschap” maar deze vooral ook te lezen als voortzetting van de Joodse bijbel, de Tenach, de bevrijdingstheologie bij uitstek als het verlengstuk van de bevrijding uit het slavenhuis naar het beloofde land !
Moses en zijn volk hebben er een leven lang over gedaan om het te bereiken en toen ze het bereikt hadden bleven de Israelieten steeds opnieuw weer verlangen naar de vleespotten van Egypte. Daar windt de bijbel geen doekjes om.
In zoverre zou je kunnen zeggen dat de jongens en meisjes van het “Humanistisch verbond” toch ook niet geheel en al gespeend zijn van conservatisme , want deze aloude atavistische menselijke karaktertrek van de oude Israelieten is immers een van hun belangrijkste pijlers geworden.
Hamert de humanist immers niet steeds weer opnieuw om te geloven in een leven voor de dood. Zich blijkbaar niet realiserend wat er zich momenteel in Egypte afspeelt, om maar te zwijgen van Syrie.
In vergelijking met de Joods Christelijke levensovertuiging is dat een verarming, omdat deze geloofsovertuiging staat voor een leven voor de dood als ook een leven na de dood, waar bij dit aardse tranendal volledig in het niet valt in vergelijking met dat van het hemelse.