Het risico is dat het afleidt van de omvang en de vele vormen waarin slavernij zich voordoet en voorgedaan heeft. En dat bij het woord slavernij mensen alleen het beeld voor ogen krijgen van een brute blanke die een arme zwarte met een zweep aftuigt. Een correct beeld maar het geeft alleen een klein deel van het probleem weer. Zaterdag 27 juni stond in Trouw nog een verwijzing naar columnist Paul Krugman, die naar aanleiding van een onderzoek naar hedendaags racisme schreef: “Zonder besef van de lange schaduw die de slavernij over de samenleving werpt ‘kun je over Amerika niks verstandigs zeggen’”.

Maar dan is het logisch dat we ook weinig verstandigs kunnen zeggen over andere gebieden, als we geen besef hebben van de slavernij, horigheid of lijfeigenschap, die daar heerste. Kortom van het feodale stelsel waarin we moeten kijken hoe mensen zichzelf zien in relatie tot anderen zonder ons af te laten leiden door uiterlijkheden als huidskleur, sekse, leeftijd, enz.

In de loop der eeuwen, nadat in het Westen het feodalisme steeds verder teruggedrongen werd door de opkomst van de steden, ontstond in Rusland de formele tweedeling van mensen in eigenaren en eigendom. Om even een idee te geven van de omvang: vlak voor de afschaffing had Rusland een bevolking van 61 miljoen mensen, waarvan 49 miljoen horigen. In de zestiger jaren van de negentiende eeuw werden al deze mensen bevrijd.

Opvallend was dat niet de horigen gecompenseerd werden voor het leed hun aangedaan. Het grote leed kwam overigens pas na de bevrijding in de vorm van nog grotere armoede en hongersnood. De compensatie ging naar de eigenaren. De tsaar beschikte niet over zulke grote reserves, dus dat ging op afbetaling en het geld moest komen uit de belastingen, die opgebracht werden door…. de bevrijde horigen.

Communisme

De laatste tranche werd veertig jaar later betaald, en tien jaar daarna namen de communisten de zaak over. En raakten onder ‘vadertje’ Stalin de boeren weer hun zelfstandigheid kwijt. Een zelfstandigheid die nooit veel had voorgesteld, dus veel veranderde er in feite niet. In andere Oost Europese landen was het niet veel anders. In Roemenië werden 250.000 Roma slaven bevrijd tussen 1843 en 1856, 7% van de totale bevolking van de beide prinsdommen. De groep Roemeense horigen was nog veel groter, vrijwel alle bewoners van Roemeense dorpen in Transsylvanië waren horigen. In Roemenië was de communistische machtsovername in 1948, slechts honderd jaar na de afschaffing van de horigheid. Niet zo lang, als je ziet dat er na de afschaffing niets gebeurde om deze grote groep verder te emanciperen. Er volgden uitsluitend programma’s voor gedwongen assimilatie.

Vrijwel overal in de wereld zijn leiders die verantwoordelijke waren voor herverdeling van de opbrengst van jagen en verzamelen, alles als hun persoonlijke eigendom gaan beschouwen. Het hele gebied met alles wat het opbracht was hun absolute bezit, daar hoefden ze niets tegenover te stellen. Bij herverdeling zou iedereen toch maar een heel klein beetje krijgen. Het was beter om iets groots te realiseren zodat het hele volk er van kan genieten. Denk aan het Huis van het Volk in Boekarest.

Iedereen werkte en leefde voor de heer. Om de mensen toch in leven te houden, stelde hij een klein stukje grond ter beschikking waar de mensen dan hun eigen eten op mochten verbouwen. Daar moesten ze hem dan wel eeuwig dankbaar voor zijn. Soevereine heersers over grote gebieden, gaven hele gebieden te leen aan hun vazallen, als beloning voor bewezen diensten, maar ook om het te beheren ten gunste van de soeverein. Deze leenmannen gedroegen zich alsof ze de eigenaar zelf waren. Alleen als ze het heel bont maakten, en de belangen van de soeverein echt ernstig geschaad werden, werd er ingegrepen, en werd de landheer gestraft. Veel veranderde er dan niet. Er kwam dan weer een andere landheer, en op de excessen na, ging alles dan weer gewoon verder.

Voor de feodale landheer gaat het in eerste instantie om het bezit van grond en mensen. Dat geeft status, en hoe meer grond en mensen, hoe groter zijn inkomen. Meer is altijd beter. Bezitsaccumulatie is het woord. Accumulatie, dus er is geen optimum. Op grond hoeft niet afgeschreven te worden, op mensen ook nauwelijks, ze moeten zelf voor hun eigen natje en droogje zorgen, daar hoeft verder niets in geïnvesteerd te worden. Het is alleen maar incasseren. Er hoeft niet gezaaid te worden om te kunnen oogsten.

Mensen kunnen wel de benen nemen. Dus wordt wettelijk geregeld om de mensen aan de grond te binden om zo vrije migratie onmogelijk te maken. Zo hoeft de landheer het op geen enkele manier aantrekkelijk te maken voor de mensen om te blijven.

In zijn meest originele vorm produceert het landgoed alles, of vrijwel alles wat men nodig heeft. Men produceert niet voor een markt, men hoeft ook met niemand te concurreren. De landheer heeft ook zijn eigen ambachtslieden, en later ook eigen artiesten.

Heel vaak wordt de relatie eigenaar – eigendom neergezet in termen van vader – kind. Als een vader die zijn kinderen beschermt en voor ze zorgt. Zo beschreven hadden horigen een rustiger en zekerder bestaan dan veel vrije keuterboertjes. Maar dat was toch meestal alleen maar een romantische en paradijselijke voorstelling van zaken, en kwam niet overeen met de werkelijkheid. Kijk hoe de vader van Matilda zichzelf beschrijft tegenover zijn dochter in de film van Roald Dahl: ‘Ik ben slim, jij bent dom. Ik ben groot, jij bent klein. Ik heb gelijk, en jij hebt ongelijk. En er is niets wat jij eraan kunt doen.‘ Kenmerkend is dat het om een permanente tegenstellingen gaat. Kinderen blijven kinderen, hun hele leven. Zo worden ze ook aangesproken (Hey, Boy!), en zo worden ze ook behandeld. En zo gedragen ze zich ook. Ergens is het verleidelijk om te doen. ‘Veilig achterop, bij vader op de fiets, vader weet de weg, en ik weet nog van niets’, verzuchtte Paul van Vliet jaren geleden al. Veelzeggend is hier het woord ‘nog’. In het feodale systeem is het gebruik ervan ondenkbaar.

Ceauşescu

Maar gedraagt de heer zich dan wel als een volwassen vader, verantwoordelijk voor zijn kinderen? Toen Elena Ceauşescu weggeleid werd om geëxecuteerd te worden, schreeuwde ze naar de soldaten die haar vastbonden: ‘Ik heb als een moeder voor jullie gezorgd.’ Ze probeerde er respect mee af te dwingen, maar het betekende in feite niet meer dan: ‘Ik heb jullie altijd als kleine kinderen behandeld.’

Feodale heren pretenderen slechts vader te zijn, en van jongs af aan als volwassene verantwoordelijk te zijn voor hun kinderen, maar het is een schijnvolwassenheid. Met problemen hoeven de horigen niet bij hun heer aan te komen. Het gaat hem alleen om een zo groot mogelijke opbrengst van het landgoed. Hoe dat gerealiseerd moet worden: gewoon targets stellen, en verder niets. Waarschijnlijk was het de toename in de verkoop van mensen, en met name van de openbare veilingen, die zoveel weerzin opwekten, dat er een eind kwam aan slavernij. Van het zorgvuldig gecultiveerde imago van de liefhebbende vader bleef door de verkoop voor geld niets meer over.

Het is opvallend hoe dergelijke kinderen toch hoog opkijken naar hun ‘vader’ die zich ver boven hen beweegt, en zo hoog is dat hij geen aandacht kan hebben voor hun noden. Het is alsof de grootsheid van de heer op hen afstraalt.

De landheer heeft vrijwel volledige juridische zeggenschap over zijn horigen. Op het ter dood brengen na kan hij doen en laten wat hij wil. Het is een interne private kwestie, daar komt niemand tussen. Er zijn geen regels waar de horigen hun landheer aan kunnen houden. Ze kunnen niet naar een rechter stappen om hun landheer aan te klagen

Zo zeker als de positie van de landheer lijkt te zijn, zo onzeker is de positie van de horige. Op elk moment kan de landheer hem alles afnemen. Een lange termijn strategie heeft voor de horige niet veel zin. Velen proberen er daarom maar het beste van te maken op korte termijn, en als ze kunnen stalen ze de aardappels uit de aardappelbult van de landheer.

Religie

Een dergelijk systeem kan alleen van generatie op generatie gereproduceerd worden als ook op religieus terrein dergelijke verhoudingen gesanctioneerd worden. Het laatste wat een heer wil, is dat zijn horigen zelfstandig nadenken, en zelfstandig keuzes maken. Hij heeft een God nodig, waarvan gezegd wordt dat hij de situatie geschapen heeft, zoals hij nu is. En dat niemand het in zijn hoofd moet halen om te veronderstellen dat hij of zij daar wat aan veranderen kan of mag. Als je nou maar gelaten je lot ondergaat en van dit leven gewoon niets verwacht, gewoon je aan alle regeltjes houdt, dan kom je misschien straks in de hemel.

In Oost-Europa heeft de kerk eeuwenlang een belangrijke rol gespeeld in de bestendiging van het systeem. Kerken en kloosters bezaten ook hele dorpen en waren voor hun inkomsten afhankelijk van het werk van de horigen. Dus van die kant hadden de mensen ook weinig te verwachten. Er zijn in de loop der eeuwen wel een aantal opstanden geweest, waarbij horigen in opstand kwamen tegen de adel. Ze hoopten dan dat de soeverein hun kant zou kiezen. Maar ondanks de vaak felle machtsstrijd tussen soeverein en adel, als de adel aangevallen werd, koos de soeverein altijd en automatisch de kant van de adel. Voor de mensen was dat altijd weer een grote desillusie. Terwijl er vaak verhalen rondgingen over hoe de soeverein incognito het land doorreisde om te controleren hoe de adel zijn gebieden beheerde. Om dan eenmaal terug aan het hof de edele ter verantwoording te roepen en te straffen.

Deze ervaringen spelen nu nog een grote rol en bemoeilijken de communicatie tussen mensen van Oost en West. Hier begrijpen we niet dat feodale regeringsmaatregelen daar niet de reactie oproepen die we hier zouden kunnen verwachten. Daar verbaast het niemand, men weet hoe men onder een dergelijk systeem redelijk door de tijd kan komen, en men verwacht toch niet dat er iets fundamenteels te veranderen valt. En hier herkennen we het niet als de symptomen van feodalisme, denken we dat het moderne ontwikkelingen zijn.

P.van-Abshoven

Pieter van Abshoven

civiel ingenieur, cultureel antropoloog, taxichauffeur

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.