Elke drie jaar komt er een generaal of algemeen kapittel bijeen, maar telkens met een andere samenstelling. De leden zijn broeders die gekozen zijn door de verschillende onderdelen van de Orde. Deze keer is het kapittel extra groot omdat er een nieuwe ‘magister’, een algemeen bestuurder, moet worden gekozen. Het woord ‘Magister’, ‘meester’ duidde in de middeleeuwen iemand aan die bekwaam was om een bepaalde taak te vervullen, bijvoorbeeld een ‘meester timmerman’ of een ‘meester theoloog’ of een ‘meester bestuurder’.
Elke negen jaar wordt een nieuwe magister gekozen. De leden van het kapittel komen in taalgroepen en in commissies bijeen. Daarin worden namen genoemd van mogelijke kandidaten; zij worden uitgenodigd en ondervraagd. Niemand mag zichzelf kandidaat stellen. Op de vijfde dag van het kapittel vindt de keuze plaats. De keuze behoeft geen bevestiging. Ze wordt meegedeeld aan de paus, maar er wordt geen toestemming of instemming gevraagd.
Deze keer werd de provinciaal van Frankrijk gekozen: Bruno Cadoré. Er is nog niet veel over hem bekend. Zijn vader kwam uit het Caribische gebied, zijn moeder uit Bourgondië – maar in eerdere berichten was zijn vader een Bourgondiër en kwam zijn moeder uit de Antillen. Hij is 56 jaar, was eerst arts met een bijzondere belangstelling voor kinderen. Dertig jaar geleden was hij op zoek naar een ander perspectief op de wereld dan alleen zieke kinderen. Hij kwam bij toeval in een kerk van de Dominicanen terecht, waar de communiteit in gebed was. Hij begon met hem mee te bidden en trad na enige tijd in. Na zijn noviciaat werkte hij enige tijd als arts in Haïti. In Frankrijk teruggekeerd studeerde hij af in de moraaltheologie. Hij was lid van een ethisch-medisch instituut. Van daaruit schreef hij twee boeken en vele artikelen. Hij schijnt een man te zijn met veel energie. Vier uur slaap is voor hem voldoende. Hij was mentor van de jonge medebroeders, prior en nu was hij aan het einde van zijn tweede termijn als provinciaal. De laatste jaren was hij voorzitter van de vergadering van Europese provinciaals die elk jaar bijeenkomt. Van zijn theologisch profiel is nog niets bekend.
Hij zal zeker in de komende negen jaar Nederland bezoeken en waarschijnlijk dan ook contact zoeken met het DSTS. Hij woont officieel in het klooster bij de Santa Sabina in Rome, een kerk die al duizend jaar oud was toen de huidige St. Pieter werd gebouwd. Het klooster werd nog aan Dominicus geschonken. Hij zal rondreizen en vele uren doorbrengen in vliegtuigen en op vliegvelden.
Een relict van het verleden is dat de magister een Spaanse ‘Grande’ is. Tot de helft van de vorige eeuw kon hij daarom beschikken over een Spaans diplomatiek paspoort. Het enige privilege dat hij nu nog heeft, is dat hij zijn hoed mag ophouden in aanwezigheid van de koning. Dan moet je natuurlijk wel een hoed dragen!