Met die vraag in het achterhoofd bezocht ik de Eerste Communieviering in de Ontmoetingskerk te Nijmegen. Bij aankomst een bomvolle kerk, een kinderkoor, fotografen, trotse ouders en 7 communicantjes. Thema: ‘Kom maar in de kring van Jezus’. Het boekje met liedjes en teksten doorbladerend zie ik dat deze allemaal woorden proberen te geven aan wat de bezoekers onderling met elkaar verbindt. Zo staat er te lezen:
Zie je mensen uit de kring,
als bezit, een hebbeding?
Of heeft geluk te maken,
met and’ren die je raken.
En het zo vertrouwde liedje dat bij menigeen herinneringen oproept:
Geef mij je hand,
geef mij ze allebei,
en vertel mij even,
dat je niet kunt leven,
zonder mij, zonder mij.
Al meevierend voel ik – en zie ik om mij heen – de onbevangenheid van het kind in en tussen mensen groeien. Hier gebeurd geloofsgemeenschap. Ik besef dat het uitgangspunt van het boek ‘Bricolage en bezieling. Over jongeren, cultuur en religie’ onder redactie van Ton Zondervan, aanhaakt bij mijn eigen invalshoek voor theologisch onderzoek. De auteurs van dat boek richten zich op lokale theologie met een radicaal contextuele aanpak. Meestal werken wetenschappers echter omgekeerd: “de (systematisch) theologische expert presenteert zijn theoretisch verhaal en het is aan de mensen in het ‘werkveld’ om een en ander door te vertalen naar de praktijk.” Nee, theologie – in de eerste plaats – als luisteren naar wat aan zoekend verlangen in mensen leeft , naar wat er tussen mensen groeit en hoe zij elkaar daarbij raken, naar wat zij gezamenlijk herkennen als wegwijzers voor hun leven. Om pas in tweede instantie over te gaan tot analyseren, systematiseren en duiden.
De Ontmoetingskerk verkent steeds opnieuw wegen om het zoekende verlangen dat in ieder mens leeft aan te spreken. De manieren waarop mensen aan dit verlangen uitdrukking geven veranderen met de tijd. Ook de Ontmoetingskerk merkt dat de traditionele parochiaan langzaam uit het zicht verdwijnt en een nieuwe generatie van mensen die zich slechts tijdelijk en accidenteel aan de gemeenschap verbinden steeds nadrukkelijker op de voorgrond treedt. De vraag groeit: wat bindt deze mensen aan elkaar en aan de geloofsgemeenschap? Wat zoeken zij in de Ontmoetingskerk, wat vinden zij er en wat missen zij? En: hoe hiermee in de toekomst rekening te houden?