Twee keer in mijn leven stond ik op het punt om af te reizen naar Nes Ammim, een dialoogdorp in het noorden van Israël. Met de inzet van Nederlandse en Duitse vrijwilligers en met geld van de kerken uit die landen ondersteunt dit dorp dialoogprojecten in de regio Galilea. De ervaringen en inzichten uit dat werk komen vervolgens weer in de thuislanden terecht en spelen daar dan hopelijk een rol in het debat over de multiculturele samenleving.

Alhoewel mijn eerst geplande reis uiteindelijk niet doorgegaan is, wilde ik zeventien jaar oud graag naar dit dorp omdat ik vond dat dit soort dialoogwerk belangrijk was. Ik zat vol met idealen en ik was druk bezig om naar mijn eigen beste inzicht vrede op aarde dichterbij te brengen. Was het niet via Nes Ammim, dan wel via vredeswerk in Nederland. Toen na jaren inzet van mijn kant de wereld niet merkbaar verbeterd was, haakte ik af. Het was graag of niet.

Nu, vijftien jaar later, ga ik dan toch echt. Het ticket ligt op mijn nachtkastje. In de afgelopen maanden heb ik mij verdiept in de idealen van de stichters van Nes Ammim. Een paar bevlogen protestanten uit Nederland en Duitsland stonden in de jaren 1960 aan de wieg van de nederzetting. Na de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog waren zij ervan overtuigd dat christenen een heel andere houding moesten ontwikkelen tegenover de joden. Alle vooroorlogse projecten om joden tot het christendom te bekeren dienden gestaakt te worden. Daarvoor in de plaats moesten christenen het joodse volk leren zien als een oudere broer van wie nog veel geleerd kon worden. Daarom was het tijd om in Israël een dorp te stichten waar christenen hun dienstbaarheid en respect zouden kunnen tonen.

Al deze idealistische plannenmakerij leidde echter tot verzet van buurdorpen en zelfs van het Israëlische parlement. De angst bestond dat de bewoners van Nes Ammim toch stiekem aan het bekeren zouden slaan. Bovendien wilden de Nederlandse en Duitse oprichters ook christen-joden toestemming geven om er te gaan wonen, terwijl deze bekeerde joden met de grootste achterdocht werden bekeken in het jonge Israël. Tot slot stuitte ook het idee dat er straks Duitse vrijwilligers in Israël aan de slag zouden gaan veel mensen tegen de borst.
Een expliciet verbod op zending, geen christen-joden, en geen Duitsers. Alleen onder deze voorwaarden zou het plan in Israël op voldoende sympathie en waardering kunnen rekenen. Na lang wikken en wegen besloten de oprichters om hun eigen idealen en plannen bij te laten sturen door wat de Israëlische samenleving van hen vroeg. Een deel van de kwartiermakers wilde echter vasthouden aan hun oorspronkelijke idealen, haakte af en verdween uit beeld.

Met dit verhaal in mijn achterhoofd reis ik nu naar Israël af. Mooi al die eigen ideeën over wat er allemaal beter kan, maar het kan ook wel eens goed zijn om op zoek te gaan naar de inzichten en verlangens die anderen je aanreiken. Het bekende verhaal van een jeugd vol idealen die is ingeruild voor een burgerlijk bestaan waarin het geluk en de passie alleen nog in de kleine dingen zit heeft volgens mij dan ook niet te maken met het verlies aan idealisme, maar met beter leren luisteren naar wat je omgeving je te zeggen heeft. En dat zijn inderdaad vaak andere, concretere en misschien ook kleinere zaken dan de wereldvrede bevorderen. Een van de redenen waarom ik uitkijk naar mijn vertrek naar Nes Ammim is dat ik daar hoop te ontdekken wat nu eigenlijk mijn idealen zijn.

Pieter Dronkers is onderzoeker bij het DSTS. Vind Nes Ammim op www.nesammim.org. Volg Pieter Dronkers op neslog.wordpress.com. Voor deze column is dankbaar gebruik gemaakt van het artikel ‘De complexe voorgeschiedenis van Nes Ammim’, van Gert van Klinken in: Documentatieblad voor de Nederlandse kerkgeschiedenis na 1800, december 2011, 37-55.

Pieter-Dronkers

Pieter Dronkers

PhD Advisor bij PThU, Lecturer bij Universiteit voor Humanistiek en pastor

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.