Nu zit een heel gezelschap aan tafel met de bisschop in het midden, naast hem een aantal mannen van aanzien en aan het eind, zo typisch voor christenen uit het Midden-Oosten, vrouwen en kinderen. Als assistent van de bisschop wordt ik verwacht een bepaalde plaats in te nemen, maar daar trek ik me niets van aan en ik klets rustig door met de dames die zich tijdens de dienst met de kleinsten bezighouden. Een Syrisch Orthodoxe zondagsdienst duurt gauw tweeënhalf uur, bezigt de klassieke Syrische taal die maar een enkeling kent, en het spreekt voor zich dat een dergelijke liturgie kinderen weinig te zeggen heeft.
Tien moeders zorgen er nu sinds enige tijd voor, dat de kinderen tijdens de lange dienst op een leuke en leerzame manier worden beziggehouden: de ene moeder kan goed bijbelse verhalen vertellen, de andere zoekt allerlei materiaal bij elkaar via boeken en het internet, een derde kan leuk met de kinderen tekenen en spelen, en weer een andere doet niets liever dan met limonade en koekjes rondgaan. “We wilden graag iets voor onze kleintjes doen,” zegt een van hen, “want de kerk biedt hen zo weinig.” Enthousiasme en daadkracht stralen uit haar ogen. “We zijn maar gewoon begonnen en hopen dat het voor onze kinderen, maar ook voor onze hele parochie, nieuwe perspectieven opent. We zijn nu toch christenen in Nederland en kunnen veel van andere christenen leren; als we alles blijven doen zoals onze ouders dat in Turkije deden, dan houdt het hier gauw voor ons op.”
De Syrisch Orthodoxe diasporakerk leeft in een spagaat tussen traditie en moderniteit, tussen Midden-Oosten en West-Europa, en staat voor de enorme uitdaging om zichzelf te herdefiniëren. Traditie en toekomst ontmoeten elkaar in het hier en nu: beleef je het nu alleen vanuit het verleden, dan sluit je je op in bestaande kaders en gaat de toekomst aan je voorbij; beleef je het nu zonder traditie en helemaal op de toekomst gericht, dan word je gauw slachtoffer van je eigen willekeur. Leven in het nu is als het lopen op het scherp van het mes, uitdagend en vermoeiend, maar de enige manier om vooruit te komen.
Er wordt gauw een stoel voor me aangeschoven aan de tafel van de bisschop. De rangorde aan tafel is een nauwkeurige vertolking van de traditie en ik was veel liever tussen de moeders en de kinderen gaan zitten. Ik zit bijna letterlijk op het hek en vraag me af, hoe we de weg vooruit gaan vinden. De vrouwen hebben een moedige stap in de goede richting gezet en zijn God zij dank niet alleen. In de voorafgaande bijdragen van mijn collega’s herken ik de vraag om een geloofsvisie die uit de praktijk wordt geboren, om een kerk die vanuit gedeelde ervaringen wordt opgebouwd, om verbondenheid die met gebondenheid gepaard gaat en dus tegelijk gave en opgave is, om een open identiteit waarvoor alles wat anders is een verrijking kan zijn, om het gedeelde tekort aan werkelijkheid als opening naar nieuwe gedeelde symbolische verhalen.