Een mooie kop in het dagblad Trouw: ‘Een snipper van een bewijs dat Jezus getrouwd was’. De dagen erna las ik hier en daar wat interviews met deskundigen. Hen wordt gevraagd hoe we het bericht moeten beoordelen. Hoe waar en waardevol is zo’n snipper ‘bewijs’ uit de vierde eeuw voor het bestaan van een vrouw van Jezus? De antwoorden relativeren het nieuws aan alle kanten. Ach ja, het is uit de vierde eeuw, het is maar hoe je die paar woorden leest, we missen alle context dus veel kun je er niet uit opmaken. Daarop volgend proberen kranten de – mede door henzelf gecreëerde – minihype te duiden. Ze interviewen godsdienstsociologen en -psychologen met de vraag waarom mensen zo opgewonden raken van een bericht over een mogelijk huwelijkse staat van Jezus.Dit fenomeen zien we met enige regelmaat en in verschillende verschijningsvormen terugkeren. Er ontstaat grote opwinding als de profeet Mohammed menselijke en té menselijke eigenschappen wordt toegeschreven.
Het verhaal in het boek De naam van de roos van Umberto Eco voltrekt zich in een middeleeuws klooster. De kern van de plot is een geheimgeschrift waarin opgetekend is dat Jezus lachte. Zo’n menselijk trekje bij Jezus paste niet in het straatje van de clerus en dat moet ten koste van alles geheim blijven. Er vallen doden en uiteindelijk brandt het klooster met zijn kostbare bibliotheek af. Of Jezus heeft gelachen, hopelijk wel, maar het staat niet opgeschreven en dus …
Eco’s idee komt terug in mijn onderzoeksmateriaal. In één van de interviews die de basis zijn voor mijn bijdrage aan het Nieuwwij project vertelt een jongeman dat hij in het verleden misstappen heeft begaan en in de gevangenis heeft gezeten. Op de vraag wat zinloosheid voor hem betekent zegt hij dat hij heeft geleerd: …“dat het leven niet maakbaar is. Voor mij is dat een harde realiteit die ik maar onder ogen moet zien. Als je God aan het lachen wil maken dan moet je hem over je toekomstplannen gaan vertellen”.
Ik vond dit de mooiste zin uit al mijn interviews. Ik heb nog nagevraagd bij mijn collega’s islamtheologen of deze gedachte ergens in hun geschriften voorkomt maar zij hadden er nog nooit van gehoord. Deze man gaf op een vraag over zinloosheid een antwoord van hoop. Na de erkenning van de taaie werkelijkheid waarin hij leeft, schept hij uitzicht. Hij schrijft God menselijk gedrag toe en gelooft dat je als mens invloed op God kunt uitoefenen. Dat is geen verbod maar juist een gebod ten leven: waarmee zal ik vandaag God eens aan het lachen maken?
Lees hier meer over haar onderzoek bij het DSTS.