Hoe kan het dat die culturele en religieuze verschillen leiden tot minder gezelligheid? Gezelligheid is zoiets als het plezier van het als gelijken bij elkaar zijn. In heel veel situaties waarin mensen elkaar tegenkomen bestaat er ongelijkheid. Een van de twee partijen heeft meer macht, meer geld of meer kennis. Alleen wanneer mensen elkaar opzoeken vanwege het plezier van het bij elkaar zijn, wordt het echt leuk en ontspannen. De traditionele spelletjesavonden zijn misschien wel het beste voorbeeld: samenzijn om het samenzijn. Maar die avonden laten ook precies waar het mis kan gaan. Als iemand probeert om alle spelletjes te winnen, dan verstiert dat de sfeer. Hetzelfde gebeurt als mensen zich gedwongen voelen om gezellig mee te doen. Gezelligheid wordt dan een plicht en slaat om in terreur.

De komst van mensen met uiteenlopende culturele en religieuze bagage heeft, voor zover zoiets bestond, inderdaad een einde gemaakt aan het vanzelfsprekende gezellige samenzijn van autochtone Nederlanders. Nieuwkomers zijn in die zin zeker spelbedervers. Gewoonweg omdat ze de spelregels niet kennen, omdat ze niet er niet mee uit de voeten kunnen, of omdat ze graag een ander spel zouden willen spelen. Wil het ooit weer gezellig worden, dan zul je met zoveel nieuwe spelers toch eerst eens gezamenlijk door het spelregelboekje moeten vlooien. Mensen helpen het spel te ontdekken is goed, maar ze dwingen om mee te spelen maakt het er niet leuker op, omdat het spel dan vanaf begin af aan al ongelijkwaardig is. Een van de partijen dwingt dan de rest om het spel op een bepaalde manier te spelen. Gezellig wordt het pas weer wanneer mensen elkaar als gelijkwaardige burgers erkennen, en vanuit daar nadenken over hoe het nieuwe en gezellige wij er uit zou moeten zien.

En wat betekent dat in de praktijk? Begin bij de vrijdagmiddagborrel. Het gezelligheidsmoment van de week op kantoor. Een lastig moment voor mensen die om wat voor reden dan ook geen alcohol drinken, zeker voor moslims in een tijd van ramadan. Zijn de niet-drinkers spelbedervers die dat zullen weten ook, of is het een moment waarop alle kantoormedewerkers welkom zijn, ongeacht de drankconsumptie? Gewoon omdat het gezellig is.

Voor de verwijzing naar spelbederf zie het artikel van Peter van der Veer: ‘Pim Fortuyn, Theo van Gogh, and the Politics of Tolerance in the Netherlands’; Public Culture: 2006, 18 (1): 111-124.

Pieter-Dronkers

Pieter Dronkers

PhD Advisor bij PThU, Lecturer bij Universiteit voor Humanistiek en pastor

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.