Oorspronkelijk was dit een jazzmis, inmiddels is het gewoon een concert, en heeft de Raad van Kerken opnieuw het initiatief genomen tot een speciale kerkdienst. Maar die heeft drie dagen eerder, op Hemelvaartsdag al plaatsgevonden.
Een dixieland orkestje slingert zich in optocht naar het centrum van de kerk. De ceremoniemeester begroet ons haperend: ‘Welkom bij deze …. Gospelconcert.’ (De ontvangstmedewerksters spraken tegenover mij wel onbekommerd van een ‘dienst’. )
Het concert bestaat uit drie delen. Ten eerste een optreden van de Engelse klarinettist Sammy Rimmington en zijn band. Ze spelen een paar gospels (Praise His Holy Name) in New-Orleans- stijl. Het versterkte geluid galmt alle kanten op, dus de verstaanbaarheid van de zang en de transparantie van de muziek is gering. We worden uitgenodigd om mee te klappen en na de solo’s klinken de gebruikelijke applausjes van de ervaren jazzcats.
Na afloop worden we gevraagd enige stilte in acht te nemen. Achter ons, vanuit het voormalig priesterkoor, klinkt een gezongen Onzevader. Zangeres Lillian Bouté en haar band verzorgen het tweede deel. Ze vindt het geweldig om te zien hoe velen hier op deze prachtige plaats bijeenkomen voor de Sunday morning serrvice, zegt ze met een vette knipoog. Door haar optreden heen maakt ze toespelingen op het religieuze karakter, maar het blijft een concert, een gospelconcert, dat wel. Ze preekt dat het fijn is that there is somebody up there in this great universe. Het laatste nummer vergt enige participatie vanuit het publiek. In de inleiding noemt ze de duivel de drukst bezette persoon van de wereld: hij is degene die ons altijd maar opjaagt. Om die te verdrijven worden we gevraagd het eenvoudige refrein mee te zingen: Shake the devil off. In the name of Jesus shake the devil off. Maar dat is wat veel gevraagd van dit publiek. Meeklappen lukt een enkeling nog wel, maar zelfs het reeds opgestelde studentenkoor zingt maar zeer schuchter mee. Ik vermoed dat ‘Jezus’ en ‘duivel’ toch te godsdienstig zijn. Het slotnummer, I’lll be there van Michael Jackson, oogst meer succes.
Het Fontys Jazz Choir brengt leven in de brouwerij. Zij zijn minder afhankelijk van de voor deze ruimte ongeschikte muziekversterking. Emotioneel hoogtepunt (net als vorig jaar) is hun uitvoering van Leonard Cohen’s Hallelujah. In een afwisselend arrangement voor solisten en koor treft dit nummer mij recht in het hart, en ik schijn niet de enige te zijn. Nadat de aanwezigen geconcentreerd hebben geluisterd, barsten ze uit in een staande ovatie met gefluit en andere tekenen van appreciatie. Er volgt nog een popsong (Still crazy after all these years), een gospel (Joyful, Joyful) en de gehele muzikale cast sluit af, en trekt de kerk uit met de klassieke spiritual Down by the riverside.
Net als voor het gehele festival geldt ook hier waarschijnlijk dat de bezoekers graag in gezelschap naar deze live muziek luisteren, dan wel het gezelschap zoeken van mensen die op deze muziek afkomen, al naar gelang de balans wat hen betreft uitvalt. Bijzonder is wel dat juist de kerk wordt opgezocht op een voor uitgaansbegrippen ongebruikelijk tijdstip, een ruimte die akoestisch nauwelijks voor dit doel geschikt is. Kennelijk weegt de sacrale gemeenschapssfeer die de ruimte oproept, op tegen de evidente nadelen. Naar de kerk gaan heeft iets aantrekkelijks, zolang het tenminste bij muziek en zang blijft, en er niet een appel klinkt om je in te voegen in een specifiek religieus verband of in een specifiek religieus taalveld. Kerk ja, Jezus nee.

keesdegroot

Kees de Groot

Socioloog en theoloog

Kees de Groot is socioloog en theoloog en is verbonden aan Tilburg School of Catholic Theology als universitair docent en coördinator van …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.