Dit stelt Stijn Verbeek in zijn proefschrift Diversity Policies and Ethnic Minority Representation (Diversiteitsbeleid en Vertegenwoordiging van Etnische Minderheden). Stijn Verbeek promoveerde op 12 oktober bij Sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Gemiddeld genomen hebben de bedrijven en andere werkgevers die ‘hard’ diversiteitsbeleid zoals het voorkeur geven bij gelijke geschiktheid of het formuleren van streefcijfers rapporteren zelfs minder minderheden in dienst. Uit het proefschrift blijkt dat het de vraag is of deze organisaties gemotiveerd zijn om de vertegenwoordiging van etnische minderheden op korte termijn daadwerkelijk te vergroten. Tevens is het de vraag of ze de gerapporteerde maatregelen wel hebben geïmplementeerd.
Diversiteitsbeleid dat niet primair gericht is op het bevorderen van de instroom van minderheden, maar juist op het beter omgaan met de reeds bestaande etnische diversiteit in een organisatie heeft wel een klein positief effect. Het gaat hierbij om maatregelen zoals het ontwikkelen van een gedragscode tegen discriminatie, het aanstellen van een vertrouwenspersoon, het bieden van goede opleidingsmogelijkheden, en het zorgen voor meer objectieve beoordelingssystemen. Organisaties die dergelijke maatregelen gericht op de organisatiecultuur en gelijke carrièrekansen voor alle medewerkers rapporteren realiseren op korte termijn wel een iets snellere stijging van het percentage minderheden in het personeelsbestand.
Het onderzoek is verricht op basis van 8283 officiële Wet SAMEN-jaarverslagen uit de jaren 2001 en 2002. Ten tijde van de Wet Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden (1998-2003) moesten vrijwel alle Nederlandse arbeidsorganisaties met 35 of meer werknemers jaarlijks rapporteren wat het percentage etnische minderheden was in hun personeelsbestand en welke maatregelen werden genomen om evenredigheid ten opzichte van het aanbod op de regionale arbeidsmarkt te behalen. De hier genoemde onderzoeksresultaten zijn gerealiseerd in samenwerking met Dr. Sandra Groeneveld, Universitair Hoofddocent Bestuurskunde bij de afdeling Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Afhankelijk van je politieke opvattingen kan het onderzoek tot verschillende conclusies leiden. Sommigen zullen zeggen: “Zie je wel, voorkeursbeleid werkt niet, we moeten er nooit meer aan beginnen”. Zij zullen beargumenteren dat de Wet SAMEN wellicht dus wel heeft geleid tot stigmatisering van minderheden en maatschappelijke tegenreacties (want veel mensen vinden voorkeursbeleid altijd een slecht idee), maar niet tot een duurzame verbetering van de arbeidsmarktpositie van de doelgroep. Anderen zullen erop wijzen dat de maatregelen door de organisaties wellicht onvoldoende serieus zijn geïmplementeerd: “De volgende keer moeten organisaties gewoon nog meer onder druk gezet worden om het voorkeursbeleid echt uit te voeren en streefcijfers te halen”. Deze mensen zullen ook vaker redeneren dat de Wet SAMEN in ieder geval een positief signaal gaf, nl. dat Nederland de achterstand van minderheden op de arbeidsmarkt niet wenste te accepteren. Dit kan een bindend effect hebben gehad – de wet heette niet voor niets de wet ‘samen’.
Stijn Verbeek is niet verbonden aan het DSTS en schreef dit stuk op uitnodiging van de redactie. Contact: [email protected]. Meer informatie uiteraard in het proefschrift. Zie eventueel ook Verbeek, S.R. 2012 [te verschijnen], “Evenredigheidsbeleid, diversiteitsmanagement en gelijke behandeling in Nederland: Een analytisch kader, een terugblik en een vooruitblik” in Jaarboek Integratie en Beleid. Afschaffing van Specifiek Minderhedenbeleid: Motieven en Gevolgen, eds. L. Coello, J. Dagevos, C. Huinder, J. van der Leun & A. Odé, Amsterdam University Press (AUP), Amsterdam.