Aan het begin van het nieuwe jaar koop ik altijd een mooi nieuw schrift en luister ik ruim zestig minuten naar mijn hart en schrijf ik op waar ik dit jaar extra aan wil werken. Een grote pot thee, mijn favoriete koekjes en een fijne pen en ik ben er klaar voor. Niet te veel nadenken en vooral de eerste gedachten meteen opschrijven. En voordat ik het door heb, zijn daar de woorden.
“Wauw Tanja, daar zit je dan met je mooie schrift, in jouw warme huis, met jouw lekkere koekjes. Het is jou zeer gegund hoor… en vervolgens meteen de volgende zinnen: “Hoeveel mensen hebben dat geluk niet? Hoeveel mensen hebben niet de warmte van een liefdevol thuis?”
Nog net voor de kerst kwam Radha bij mij langs, een meisje van nauwelijks 16 met een verhaal vol pijn. Een moeder die zo enorm depressief is dat ze haar bed niet meer uitkomt en alles overlaat aan Radha.
“Mijn moeder heeft soms niet eens de energie om mij een goedemorgen te wensen.” En zij vertelde dit verhaal zonder boosheid en met zoveel begrip. “Mijn moeder is mijn alles, mevrouw Tanja. Ik zal haar altijd steunen. Maar soms heb ik maagpijn omdat ik niet weet hoe wij alle rekeningen moeten betalen en ik mag niemand vertellen dat wij vaak alleen maar rijst met suiker eten. Mijn moeder is bang dat de familie ons gaat uitlachen. En dat terwijl ik weet dat er heel veel instanties zijn die kunnen helpen en ik wil u vragen of u met mijn moeder kunt praten? Zij is wel naar zo een buurtbijeenkomst voor vrouwen geweest een paar maanden geleden.”
Ik denk aan Radha terwijl ik een kop thee inschenk. En de woorden komen weer. Wat als ik voor al die Radha’s ga staan dit jaar? Of nog veel beter: wat als ik naast hen ga staan? En als ik samen met al die kinderen en professionals gesprekken organiseer? Niet om nog meer te praten, maar vooral om te bespreken hoe wij alles wat er al bestaat aan hulpverlening en mogelijkheden, zichtbaarder maken.
Uit allerlei gesprekken het afgelopen jaar blijkt dat veel hulpverlening mogelijk is én dat die hulpverlening met de inbreng van de mensen om wie het gaat, precies passend kan worden gemaakt. Zo simpel? Ja! De prachtige quote van Mahatma Gandhi verschijnt op mijn papier in mijn nieuwe schrift: “Whatever you do for me, but without me, you do against me.”

Radha maakte indruk. En er waren meer kinderen. Zo kwamen Demaya en Jennifer een paar weken geleden kennismaken bij mij op het Stadsdeelkantoor. Zij vertegenwoordigen Amsterdam Zuidoost in de kinderraad van Amsterdam en tijdens het gesprek stonden zij erop dat ik hen over artikel 1 van de Grondwet vertelde. De reden was simpel, ze vonden dat ik samen met hen moest staan voor gelijkwaardigheid. En ja, dit zijn kinderen uit groep zeven. Wat een wijsheid!
Het zijn Radha, en Demaya en Jennifer die mij de weg wijzen naar de grote vraag wat mijn voornemen voor 2024 is. Het is kraakhelder: samen met hen gaan staan voor de opdracht om elk kind, in elke wijk een liefdevolle goedemorgen te geven.
Geïnspireerd door de missie van Abelhamid Idrissie van Studiezalen, de stichting die elk kind een goede nachtrust gunt, wil ik staan voor die liefdevolle goedemorgen. Demaya en Jennifer hebben beloofd mij te helpen en die hulp heb ik hard nodig. Om elk kind die liefdevolle goedemorgen te geven moeten wij allemaal om die kinderen gaan staan. Wij moeten hun wijsheid meenemen en koppelen aan onze professionele wijsheid en daarbij vooral de ouders niet vergeten. Die liefdevolle goedemorgen komt met de moed om te vragen wat er nodig is. De moed om minder met antwoorden te komen en meer met het hart te luisteren.
Ik wens ons allemaal een 2024 waarin elke ochtend een liefdevolle goedemorgen is.