Wat maakt iemand tot een pastor? Is het de studie en inzegening? Of zijn het de keuzes die iemand maakt? De film Corpus Christi laat zien dat een jonge, goed bedoelende delinquent – de twintigjarige Daniël – een kleine Poolse gemeenschap helpt tot verwerking van intens verdriet, verlossing en vergeving.
In de openingsbeelden staat Daniël (Bartosz Bielenia) aan de zijlijn als een medegedetineerde door zijn kompanen op een houtwerkplaats mishandeld wordt. Zelf heeft hij geluk. Hij komt voorwaardelijk vrij, maar is gefrustreerd dat de voorwaarde van zijn vrijlating een tewerkstelling is bij een naar later blijkt corrupte houtzagerij in een kleine stad aan de andere kant van het land.
Het liefst zou hij naar een seminarie gaan om priester te worden; immers de zondagse mis heeft hem tot een geschikte misdienaar gemaakt. Het geloof heeft hem geraakt. Vanwege zijn verleden is die studie voor hem uitgesloten. ‘Er zijn veel andere manieren om goed te doen in het leven’, zegt de gevangenispastor nog ten afscheid. Het weerhoudt Daniël er niet van stiekem nog een priesterkleed met kenmerkend wit boordje van hem te stelen.
Daniël stopt bij de kerk van de stad nog voordat hij zich bij de houtzagerij moet melden en gaat een uitdagende relatie aan met een jonge vrouw Marta (Eliza Rycembel). Bijna in een opwelling zegt hij dat hij priester is en toont zijn ‘bewijs’. Tot Daniëls verbazing gelooft iedereen hem op zijn woord, inclusief Marta’s moeder Lydia (Aleksandra Konieczna), de huishoudster en assistente van de alcoholische plaatselijke priester.
Wanneer deze pastoor tijdelijk de stad moet verlaten om zich te laten behandelen voor zijn verslaving, is het voor iedereen vanzelfsprekend dat de toevallig aangekomen nieuwe jonge priester de kerkelijke taken van de oude man overneemt. Daniël van zijn kant, is zowel doodsbang als opgewonden. Zo neemt hij de biecht af met behulp van instructies uit een smartphone-app om heel praktisch tegen een bezorgde moeder te zeggen dat haar boete bestaat uit de opdracht te gaan fietsen met haar lastige zoon.
Gekweld gezicht
Zo wordt duidelijk dat Daniëls pastorale gevoel voor rechtvaardigheid klopt. Via de parochie en de rol die hij hier als priester heeft, is hij als pastor buitengewoon effectief. Als Daniël te midden van gelukkige gezinnen die op een zondag voor de doop in de kerk bijeenkomen uitbarst met een spontaan ‘Het koninkrijk der hemelen op aarde, het is hier, nu’, reageert de parochie met een emotioneel applaus. Daniël raakt verwikkeld in een zware lokale crisis, een nasleep van een frontale botsing waarbij zes van de slimste jongeren van de stad in een auto om het leven kwamen.
Corpus Christi sleurt je zo tot het eind mee in allerlei wendingen en geloofwaardige verrassingen. Wat deze film ook zo urgent maakt is de hypocrisie en corruptie van de gevestigde Poolse kerk – ook in samenwerking met de plaatselijke overheid – die de regisseur aan de kaak stelt. Maar ook die van de parochianen die hierin kritiekloos meebewegen.
Het is Daniël die als tijdelijke pastor dit allemaal opschudt. Een pakkend einde maakt optimaal gebruik van het gekwelde gezicht met de brandende blauwe ogen van Daniël. Voor hemzelf lijken verlossing en vergeving ver weg. Hij heeft zijn leven gegeven om de zonden van de inwoners op zich te nemen, zo lijkt het.
Corpus Christi doet denken aan de eveneens Poolse film Ida die in 2013 de Oscar voor beste buitenlandse film kreeg. Die eer ging eerder dit jaar naar Parasite ondanks de fraaie nominatie van Corpus Christi. In eigen land is deze rauwe film een enorme hit, al uitgekomen in meer dan vijftig landen en overladen met prijzen. Niet te missen dus.
Deze recensie is oorspronkelijk gepubliceerd in het Friesch Dagblad.