Ze formuleren omzichtiger, maar toch: c’est le ton qui fait la musique. Huijer: “Jongeren moeten naar festivals en cafés kunnen. En kinderen moeten naar school. (…) Wat heb je aan tien jaar erbij als je oud en eenzaam zit opgesloten in je huis? Het zou er ook om moeten gaan wat een goed leven is. Als we daar een idee van hebben, kun je kijken welke coronamaatregelen daarbij passen.” De gemiddelde levensverwachting is nu bijna 82, maar dat kan wel wat minder. “Zelf zou ik de grens bij 75 leggen, of 70.” (NRC, 15 januari 2021). We moeten als samenleving als geheel het risico willen lopen dat oudere mensen eerder overlijden, om jongeren de kans te geven zich te ontwikkelen en te ontplooien.
Ad Verbrugge is uitgesprokener: “Er kruipt in onze samenleving een steeds grotere angstigheid die verband houdt met vergrijzing. De babyboomers drukken opnieuw een stempel op het maatschappelijk gemoed. Je zou kunnen zeggen: Ze flikken het ’m weer! In de jaren zestig bepaalden de babyboomers met hun rebellie de stemming. Nu doen ze dat met hun angstigheid.” Hij stelt voor om kwetsbare ouderen met ‘welvaartsziekten’ te isoleren van de samenleving en omdat dit lastig zal gaan te accepteren dat ze doodgaan. Dat zou tot duizenden extra sterfgevallen kunnen leiden. Aanvaardt hij dat? “Ja, mochten er extra overlijdens zijn, dan zullen we dat moeten accepteren.”
Tegenstelling
Zwagerman ging met twee protestborden (“Ga op tijd dood” en “dor hout”) met Viruswaanzin het Museumplein op, de anderen bleven achter hun schrijftafel. Maar de suggestie is dezelfde: ze framen de aanpak van de crisis als een tegenstelling tussen ‘ouderen en jongeren’ waarbij de laatsten onevenredig het slachtoffer zijn.
Verbrugge: “Jongeren brengen nu enorme offers, vooral ook omdat goed onderwijs momenteel ontbreekt. Voor hun levensgeluk is dat onderwijs juist enorm belangrijk. Dat haal je echt niet zomaar weer in. De verwaarlozing van de jongere generatie is al veel langer gaande. (…) Daartegenover is het budget voor de zorg geëxplodeerd!” (NRC, 28 februari 2021)
Wat is er toch aan de hand in ons land? Nederland is bij mijn weten uniek in een dergelijk uiteenspelen van de generaties in het publieke debat. Bij intellectuelen als Huijer en Verbrugge is vooral de angst voor een totalitaire samenleving de drijfveer. Huijer promoveerde ooit op Foucault en Verbrugge vreest de komst van een ‘intensieve menshouderij’ omdat we onderworpen worden aan steeds nieuwe test- en vaccinatiecycli. Bij Zwagerman is het daarentegen het neo-darwinistische beroep op de natuur, dat ouderen duidelijk moet maken dat ze na hun pakweg zeventigste niet moeten zeuren als het met hen afgelopen is. Hoe verschillend de motieven ook zijn, een lang leven, zo is het gedeelde gevoel, is voor de boffers, maar het mag niet te duur worden en ten koste gaan van de jongeren.
Solidariteit
Ik schrik van de ondertoon in dit soort verhalen. Solidariteit tussen generaties geldt blijkbaar niet meer als het kwaliteitskeurmerk van een humane samenleving, maar is een dun laagje beschaving dat er wel afgeschraapt kan worden als het menens wordt. ‘Aan de kant jullie, jullie hebben je tijd gehad, nu zijn wij aan de beurt!’ is het devies. Ik vind het ontluisterend om te zien hoe generaties zo tegen elkaar worden opgezet. En kortzichtig, omdat de jongeren van nu op hun beurt straks ook vergrijzen.
Bereid je als oudere maar voor op een oorlog tussen oud en jong, schreef Frank Schirrmacher ooit in Het Methusalemkomplot, een boek uit 2006 dat senioren wilde voorbereiden op de aanstaande vergrijzing van de samenleving: ‘Net als de dieren in de steppe worden ouderen, zodra ze hun prestige verloren hebben, voorwerp van een onverbiddelijke jacht die uiteindelijk tot uitputting leidt. (….) Grote groepen ouderen kiezen voor onopvallende kleding om in de massa op te kunnen gaan en niet door de roofdieren te worden opgemerkt. (…) U moet aan uw verdediging werken, uw woede en agressie richten tegen stereotypen die u uit het veld dreigen te slaan.”
Blijkbaar onthult de coronacrisis een sluipend onderbuiksentiment dat zich bij sommigen nu ook ongecensureerd breed maakt. Hadden ouderen tot voor kort misschien een hoog aaibaarheidsgehalte en waren ze voorwerp van liefdevolle zorg (‘Ernstige misstanden in het verpleeghuis!’), nu wil de levenslustige kudde op de steppe door, vrij en ongehinderd. Oude en zieke dieren doen er goed aan zich af te zonderen om stilletjes te sterven.
Geachte heer De Lange en lezers, oude en zieke dieren doen er goed aan zich af te zonderen. Zonder stilletjes te sterven. Dat laatste hoeft echt niet. Het afgelopen jaar heb ik menig hoogleraar mijn steun betuigd. Hoogleraar Huijer, hoogleraar Wagenmakers, hoogleraar Helsloot en hoogleraar Desmet. Met hen deel ik de gegronde angst voor een totalitaire samenleving. Inzake coronamaatregelen definieer ik mijn met hen gedeelde angst allerminst zijnde onderbuiksentiment. Mijn hara, mijn gerespecteerde krachtcentrum in mijn onderbuik, neemt haarfijn waar wat er speelt in de Nederlandse samenleving. De heersende politiek acteert te zeer getwijnd met gewilde wetenschap. Methodologisch onzuiver. Hoe humaan is dat?! En dat het kabinet het afgelopen coronabeleidsjaar tegenkrachten openlijk en heimelijk autoritair heeft willen neerslaan: hoe humaan is dat?! Let wel: ik ondersteun inhoudelijk niet iedere tegenkracht. Maar binnen onze democratie verdedig ik iedere tegenkracht! Ik, Gustaaf Rutgers, ben een mysticus-in-wording, spiritueel verlicht. Ik zie dat de verlichting van de academische rede tweespalt schept. Intellectuele verlichting blijkt dualistisch, mystieke verlichting is monistisch. Ik zie waarin de meeste doctoren en politici dwalen… Zij dwalen in gewaand intellect. Zij gaan niet voorbij hun hoofd. Zij zijn non-mystici. Weinig hartelijk. Ontvang evenwel mijn Goede groet! In mystiek geluk, Gustaaf Rutgers