Vandaag is mijn moeder jarig: ze nadert de honderd. Ik ben haar dochter – geboren uit haar die bijna mijn oma had kunnen zijn – en zit naast haar. Beleefd zegt ze ‘dank u wel’, als ik haar feliciteer. Iets harder zeg ik: ‘U bent jarig vandaag, mama, gefeliciteerd!’ Nauwelijks kan ze mij horen, ook ziet ze slecht en spreken doet ze heel af en toe. Het taartje met het kaarsje en nogmaals het luid uitgesproken ‘hartelijk gefeliciteerd’ gecombineerd met een cadeautje doen haar even begrijpen dat er iets bijzonders is: ze is jarig. ‘Ja, 25 oktober’, zegt ze. En dat is het vandaag. Bij het uitpakken kijkt ze blij, daar hield ze altijd al van, van cadeautjes. ‘Dank u wel’, zegt ze weer beleefd tegen mij. Ze vindt de blouse met de vele ruches heel mooi. Dat wist ik wel, want ik ken haar al een tijdje.
Ik wil haar vertellen over hoe het met mij gaat, en met ons en haar kleinkinderen, maar ze kan mijn woorden niet verstaan. Ik laat haar foto’s zien van onze vakantie in Italië, maar die kan ze niet goed zien en ook niet thuisbrengen. Ik wil haar vragen over hoe het was toen ze als balletdanseres overal in Europa optrad. Vroeger kon ze eindeloos vertellen, maar daar heeft ze geen woorden meer voor.
Dan pak ik haar magere hand. ‘U hebt lekkere warme handen’, zegt ze. En in plaats van mijn hand, zoals anders, weer beleefd terug te leggen – ik ben immers een vreemde –, mag ik haar hand blijven vasthouden. Zo zitten we een tijdje. En opeens gebeurt het, ze streelt mijn hand, liefdevol, maar in zichzelf gekeerd; het gebaar is als een oude herinnering die uit het geheugen van haar hand tot mij komt, mij aanraakt. Dat is haar cadeau voor mij, op haar verjaardag…