Als Joodse gemeenschap zou het ons sieren wat zorgvuldiger om te gaan met het predikaat ‘antisemiet’. Nu bestaat dé Joodse gemeenschap niet, zij is divers en ook verdeeld in haar opvattingen. Wat had ik graag wat over de inzichten van Benali nú gelezen. Uitsluitend in het verbale en emotionele geweld van de (sociale) media is daar denk ik weinig ruimte voor.
Tegelijk stelde een vriend mij de vraag of er in dit licht wel ruimte was voor iemand die ooit in het verleden racistische uitlatingen had gedaan als keynote speaker bij de nationale herdenking van het afschaffen van de slavernij op 1 juli… en of ik dan net zo vergoelijkend zou zijn. Een terechte en prikkelende vraag. Ik vind het lastig, want dat betreft niet mijn eigen gemeenschap.
Ik voel ten diepste dat dit een gemiste kans is. Ik vind het heel jammer dat Benali vijftien jaar geleden de diverse gewraakte uitlatingen heeft gedaan. Ik ken hem namelijk als verbindend en verre van antisemitisch. Als gemeenschap moeten we ervoor waken dat wij niet te snel iemand tot antisemiet bombarderen, want naast het feit dat dit een ernstige aantijging is, kweken juist die snelle beschuldigingen nieuwe generaties antisemieten. Je kunt ook kritiek hebben of kritische vragen stellen zonder iemand direct tot antisemiet te veroordelen. Misschien was het niet de verstandigste keuze en ja ik begrijp de gevoeligheden, maar…
Ik geloof in tweede kansen, in ontwikkeling en in voortschrijdend inzicht. Het stemt mij verdrietig dat je tot in lengte van dagen kan worden aangepakt op uitspraken uit het verleden. Wat betekent dat op langere termijn voor onze vrijheid om ons uit te drukken? Mag je fouten maken? Vallen en opstaan? Misschien niet aangaande 4 mei… Ik kan mijn gedecimeerde, getraumatiseerde gemeenschap de gevoeligheid nauwelijks kwalijk nemen.

Tegelijk had die ook kunnen inspireren tot compassie. Compassie in het licht van mijn overtuiging dat de islamitische gemeenschap worstelt met een historisch ongekende mate van opkomende moslimhaat, waar wij als Joden alert op moeten zijn. Wij weten immers als geen ander wat uitsluiting is en het is onze morele plicht daar tegen in het geweer te komen. Ik hoop dat het geen trend is en had een verbindende lezing van Abdelkader Benali graag willen horen. Ik ga hem in ieder geval wel lezen en ben benieuwd naar zijn woorden en, als daar ruimte voor komt, naar zijn voortschrijdende inzichten.
Kort na de ophef en vlak voordat hij zich terugtrok voor de 4 mei lezing, vertelde Abdelkader Benali in dit artikel in Het Parool meer over de context en achtergrond van zijn uitspraken van vijftien jaar geleden.
Begrijpelijk dat Abdelkader Benali zich terugtrekt als spreker bij de Nationale Dodenherdenking. Deze keuze is de juiste geweest, jammer genoeg. Het interview in het Parool (zie boven) heeft een averechts effect gehad: In plaats van overtuigen heeft het een bittere nasmaak gegeven.
” Waarom zegt Benali niet gewoon: ‘Ik heb vreselijk spijt van die oliedomme opmerkingen, het is schandalig en ik schaam me diep?’ “- schreef Liesbeth Wytzes gisteren in Elsevier . Daar gaat het om.
4 mei gaat over het verwerken van een nationaal oorlogstrauma, de spreker zelf mag dit niet overschaduwen. In de woorden van wijlen Amsterdams burgemeester Eberhard van der Laan: “Ik vind dat op de vierde mei de ruimte voor slachtoffers en hun nabestaanden heilig is. Dus je doet die dag geen dingen die slachtoffers en nabestaanden ongelukkig maken.”
De gebeurtenissen en ontwikkelingen van de afgelopen dagen kunnen we – moeten wij – echter inzetten voor een waardevol leermoment. Een hoofdstuk in burgerschap voor volwassenen? Over de kracht van het woord, over kwetsen en gekwetst worden en hoe dit rechtgezet kan worden, over vooroordelen en haat, over het denken in en wegzetten van groepen, over hoe de (Sociale) media onze levens beïnvloeden, over hoe gemakkelijk we groepen tegenover elkaar zetten en de verwoeste invloed ervan op ons allen, hoe het algemene persoonlijk wordt en veel meer. In het kort: over de kwetsbaarheid en veerkracht van onze samenleving.
4 mei is de belangrijkste dag waarop Nederland haar trauma van en rol in de Tweede Wereldoorlog verwerkt. Met een conclusie die in de loop der jaren steeds overtuigder werd: een risico op een dergelijke ramp kunnen we niet nemen, zelfs niet in verzwakte vorm. Met de tijd werd steeds duidelijker dat wij in Nederland wel in vrijheid kunnen leven, maar dat we er dagelijks voor moeten strijden, en dat het nooit vanzelfsprekend is: de scheuren in onze samenleving werden in het afgelopen decennium steeds zichtbaarder. Het verleden, heden én toekomst moeten van alle Nederlanders zijn. Het herdenken van de geschiedenis moet in dienst van dit doel.
Het trieste feit dat de samenleving van toen heeft gefaald in de belangrijkste opgave van een democratie staat hier centraal. Tijdens de oorlog faalde Nederland in de bescherming van de medemens, vooral wanneer die tot een minderheidsgroep behoorde. De Nederlandse samenleving heeft hen niet kunnen beschermen, in tegendeel – een deel van de samenleving heeft hen actief verraadden, terwijl de overgrote meerderheid de andere kant op keek en hen in de steek liet. Een zonde die ons blijft achtervolgen.
Deze schandvlek op de Nederlandse geschiedenis is niet alleen pijnlijk, het is verworden tot de belangrijkste opgave van ons land na de oorlog: dit nooit meer. En omdat Joden de minderheidsgroep is die het meest getroffen is, van wie 80% is vermoord, is de opdracht van CIDI nauw verbonden met deze geschiedenis: de Nederlandse samenleving een spiegel voorleggen, en elke valse noot rond antisemitisme aan de kaak stellen, met het oog op de bewaking en bescherming van de Joodse gemeenschap als onderdeel van de maatschappij als geheel. Dit is een maatschappelijk probleem, dat iedere Nederlander aangaat, van welke afkomst ook.
Daarom ligt de nadruk bij de Dodenherdenking over hoe Nederland eerlijk moet reflecteren op antisemitisme in het verleden en hoe het daarmee tegenwoordig omgaat, met het oog op een gezemenlijke heden en toekomst voor ons allen.
Goed stuk van Hanna Luden. Onbegrijpelijk hoe ze hem hebben kunnen vragen voor de 4 mei herdenking.
Het CIDI spreekt niet voor Joden en heeft niets met het Jodendom te maken. Het is een lobbygroep voor Israël, voert opdrachten van de israëlische ambassade uit, en misbruikt antisemitisme om kritiek op op Israël de kop in te drukken en critici te demoniseren. Tevens is het een kweekvijver van extreemrechts, Heeft vriendschapsbanden met antisemieten, en zoals Benali al aangaf, het houdt moslim/Arabierenlijstjes bij. Als er 1 instelling is die zich verre, verre van oorlogsherdenkingen moet houden is het wel het CIDI.
“Wij weten immers als geen ander wat uitsluiting is”? Worden Nederlandse Joden in Nederland uitgesloten? Krijgen ze minder kansen dan andere minderheden? Dat is mijns inziens baarlijke nonsens.
Er is pas sprake van uitsluiting als een groep minder kansen krijgt dan andere minderheden? Ik ben zelf op zich niet iemand die per sé achter elk verschil in uitkomst voor groepen uitsluiting of discriminatie ziet maar dit is m.i. wel een érg strikte definitie van uitsluiting.
Dat mag je terecht beperkt vinden maar ik wilde een essay over wat uitsluiting precies is vermijden – zoals ook de schrijfster heeft gedaan. Blijft staan de vraag of Joden in Nederland worden uitgesloten, en in hoeverre zij als Joodse ooit van iets uitgesloten is geweest. Het niet dezelfde kansen krijgen als een ander is een hoofdkenmerk. Waar worden Joden in Nederland van uitgesloten? Persoonlijk vind ik het aanstelleritris.
Sonja,
Chantal Suissa verwijst hier m.i. naar het verleden, niet naar het heden. Die wetenschap van het verleden speelt wel een rol in het ‘joodse bewustzijn’ in het heden en maakt ontvankelijk en alert. Het is ook voor mij een motiverend inzicht.
Jaap, er staat duidelijk “Wij weten immers als geen ander wat uitsluiting is”. Daarin spreekt ze voor “wij” en dus ook zichzelf.
Ik denk dat ik net zo veel weet over de uitsluiting van Hugenoten als zij over de uitsluiting van Joden, maar dat wil nog niet zeggen dat ik ook word uitgesloten.
Sonja, ken jij de familiegeschiedenis van de auteur? En weet jij hoe traumatische gebeurtenissen generaties lang kunnen doorwerken?
Ik lees hierboven het commentaar van Cidi-directeur Luden op Suissa en ik denk: er mogen dan naar de smaak van Benali (anno 2006) wat ongemakkelijk veel joden in Buitenveldert of Amstelveen wonen, naar de smaak van Luden (anno 2021) wonen er ongemakkelijk veel Palestijnen in Jeruzalem, in het zogeheten C-gebied en in Palestina überhaupt. Tegen de daar nog immer voortgaande etnische zuivering protesteert Luden nimmer. Zij kwebbelt wat over de noodzaak ‘op beide partijen druk uit te oefenen’, met de nadruk op ‘beide’, – de ene Bezetter, de andere bezet – beleert Palestijnen dat ‘zij hun kansen moeten grijpen, nu of nooit’, en twitter er verder op los dat het een lust is, over de prachtige natuurverschijnselen in Israël. Sneeuw op het Hermongebergte – dat helemaal niet tot Israël behoort -, bloemetjes in de woestijn, overtrekkende pelikanen aan de kust. Macramé van woordjes om de rauwe werkelijkheid van de Apartheidsstaat Israël toe te dekken.
Mij verbijstert het altijd weer; dat wegkijken van bezetting en onderdrukking, dat goedpraten, nu nota bene vergezeld van een hoogdravende les aan de Nederlandse samenleving precies daarover, over wegkijken en falen tijdens bezetting. Oh, die ondraaglijke, zoetgevooisde hypocrisie.
En hoe zit het het met Abdelkader Benali? Ik ken hem niet, laat staan dat ik met hem gesproken heb, ik heb niets van hem gelezen, maar hij is mij sympathiek door de reden die hij geeft om terug te treden. ‘Discussie over mijn persoon en mijn uiting van destijds mag de 4e mei niet belasten’.
Ze bestaan nog, mensen die klip en klaar, en recht door zee zijn over hun motieven. Wat een verademing, deze Benali, vergeleken met de gemankeerde dominee die Luden heet, die nooit te beroerd is iedereen te beleren, Palestijnen, Benali, heel Nederland, deze morele schipbreukeling, die op het wrakke Cidi-vlotje overleeft, door anderen onder te duwen.
Veel joden beschuldigen mensen van antisemitisme,ook al gaat het om vrij flauwe prietpraat en alledaagse faux grappigheid. Diezelfde joden hoor je nooit over razende bezetting van Palestina, het extreem racistische geweld aldaar en de verdrijving van Palestijnen van hun land om er zg ‘settlers’ de gelegenheid te geven hun forten met airco en zwembaden te bouwen. Onder bescherming van het leger. Hamburger is dus spot on!
Onzinnig om hier het ingewikkelde probleem van Israel-Palestina bij te halen. Leuke afleidingsmanoeuvre van problemen in Nederland.
Nico, de tweede I van CIDI staat toch voor Israël? Zodra het CIDI zich mengt in de discussie, komt Israël er dus in. Of zie ik dat verkeerd? Groet Theo
Beste Nico,
ik richt mijn pijlen primair op Luden (Cidi) omdat zij (het Cidi) een van degenen is geweest die achter de schermen gesproken heeft met Benali. En zij (het Cidi) heeft geen enkel recht van spreken of oordelen of zelfs maar van het aangaan van een gesprek in deze kwestie, omdat zij (het Cidi) NOOIT opkomt – tot op de dag van vandaag niet – tegen de voortgaande etnische zuivering van Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever of Palestina als geheel. Integendeel, de rol en het programma van het Cidi en haar directeur is om daarover te zwijgen, dat weg te moffelen, te ontkennen of goed te praten, in die volgorde. Er wonen kennelijk veel te veel Palestijnen in jeruzalem, naar het oordeel van het Cidi.
Diezelfde mevrouw Luden neemt dan Benali de maat, omdat hij een losse – en weinig aangenaam klinkende – opmerking maakt – in 2006 – over joden in Amsterdam Zuid waarbij hij zich als Marokkaan naar eigen zeggen niet op zijn gemak voelt.
Het gaat dus over Israël/Palestina slechts in zoverre, dat Luden en haar lobbyclub hier met twee monden spreekt en met twee maten meet. Benali een uitspraak van 14 jaar geleden over joden in Amsterdam voor de voeten werpen, maar nooit stelling nemen, ook in 2021 niet, terzake van de geleidelijke verdrijving van Palestijnen in Jeruzalem.
Hier wreekt zich de dubbelrol van het Cidi: mensen beschuldigen van antisemitisme en stennis trappen over uitspraken, hoe ‘eenmalig’, en hoe lang geleden ook, dient primair om zichzelf een mooie rol toe te eigenen en anderen het zwijgen op te leggen. Om die hypocrisie gaat het mij.
Nico, zie ook hier.
Benali zelf aan het woord. ‘Ik ben geen antisemiet, ik heb niets uit te leggen’
https://www.trouw.nl/a-bdcb13d6
En hier:
https://twitter.com/DeIsraellobby/status/1353992142218268672/photo/1
“Ik geloof in tweede kansen, in ontwikkeling en in voortschrijdend inzicht. Het stemt mij verdrietig dat je tot in lengte van dagen kan worden aangepakt op uitspraken uit het verleden. Wat betekent dat op langere termijn voor onze vrijheid om ons uit te drukken? Mag je fouten maken? Vallen en opstaan?”
100% mee eens! Als je een fout toegeeft en daar spijt over betuigd dan zie ik geen reden om iemand dat te blijven nadragen. Met een beetje vergevingsgezindheid zouden we een heel eind kunnen komen!
Antisemitisme is, net als racisme, een misdrijf. Het moet toch niet zo zijn dat iemand misdrijven kan plegen als je, als je betrapt word, zegt dat je misdrijf “misplaatst” was (ik heb nog geen “sorry” gehoord)?
Ik wilde mijn instemming met Chantal bewijzen met een artikel donatie. Maar dat lukt technisch niet. Doe daar wat aan NieuwWij, dit is heel frustrerend!
Frans, excuus voor dit technische probleem. We doen ons best het te verhelpen. Misschien wil je het later nog eens proberen. Groet Theo, Nieuw Wij
Beste Frans, we hebben het gecheckt en we ontvangen betalingen en het werkt technisch van onze kant. Misschien zou je het later nog eens willen proberen? Dank en groet Theo, Nieuw Wij
“Wat had ik graag wat over de inzichten van Benali nú gelezen.”
Uhm… Die zijn in de tijdlijn van Benali ruimschoots te raadplegen. Jaartje of vijf oud, zoiets. En als meneer ze verwijderd heeft dan zijn ze elders wel te vinden.
En wat nu dan???