In de jaren 1980 studeerde ik aan de Universiteit van Amsterdam theologie. De patriarchaatskritiek van het feminisme, de strijd tegen racisme door onder andere zwarte theologen in de Verenigde Staten en Zuid-Afrika, en het ontmaskeren van witte koloniale onderdrukkingsstructuren door bevrijdingstheologen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië leerden mij dat elke beoefening van wetenschap contextueel bepaald is, én dat zogenaamd ‘universele uitspraken en waarheden’ altijd kritisch getoetst moeten worden, in hoeverre zij niet eigenlijk de ‘verabsoluteerde particulariteit’ van de machthebbers weergeven, dat wil zeggen hún visie op de werkelijkheid.
Deze bevrijdingsbewegingen – die ik uitvoerig bestudeerde en waar ik uiteindelijk ook mijn dissertatie aan zou wijden – voltrokken een breuk met de heersende wetenschapsopvatting: niet de theorie kwam eerst, maar de (dagelijkse) praktijk van degenen die op de onderste trede van de maatschappelijke ladder stonden. Deze methode staat bekend als ‘optie voor de armen’, waar een gedegen maatschappijanalyse deel van uitmaakte en de overtuiging dat een ‘geëngageerde wetenschapsbeoefening’ de wereld niet alleen wil interpreteren, maar ook wil verbeteren. Het is een wetenschapsbeoefening die altijd de ideologiekritische vraag stelt: cui bono? – ten behoeve van wie bedrijf ik wetenschap – in mijn geval – theologie?
Uiteraard valt hierover veel meer te zeggen en te bediscussiëren. Ik schets deze ‘geëngageerde wetenschapsbeoefening’ hier alleen maar omdat ze ten grondslag ligt aan de onderzoeksprogramma’s die ik als directeur van het onderzoekscentrum van de Nederlandse dominicanen – het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving – samen met mijn collegae heb mogen opzetten en uitvoeren. Niet ortho*doxie – de juiste leer – was daarbij leidend, maar een ortho*praxis – het in kaart brengen van maatschappelijke ontwikkelingen en de daarmee verbonden vragen en problemen in een snel veranderende samenleving.
Het Nederlandse levensbeschouwelijke landschap veranderde door secularisatie, individualisering, globalisering en niet te vergeten door digitalisering in een hele korte tijd ingrijpend. Terwijl aan het begin van de 20ste eeuw nog bijna iedereen lid van een kerk was, is dat nu nog hooguit een kwart van de bevolking. Atheïsten en agnosten vormen vandaag getalsmatig de meerderheid in Nederland, naast mensen met andere religieuze levensovertuigingen – 5-6 procent van de Nederlandse bevolking is moslim, 200.000 hindoes, 40.000 joden en zo’n 25 procent van de bevolking kiest hun eigen spirituele weg door elementen uit verschillende levensbeschouwelijke tradities te combineren, de zogenaamde multiple religious belongers, waarnaar ik via mijn eerdere leerstoel aan de Vrije Universiteit onderzoek deed.
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Zoetermeer, maar ook Brussel en Antwerpen zijn inmiddels superdivers – dat wil zeggen: geen enkele etnische groep is nog in de meerderheid – Malmö en Wenen zullen binnenkort volgen.
Etnische en levensbeschouwelijke verscheidenheid worden steeds zichtbaarder in Nederland en in combinatie met de gevolgen van 9/11, de moord op Theo van Gogh en Pim Fortuyn, de opkomst van social media en de opkomst van de PVV werd het steeds gewoner de samenleving op te delen in wij en zij. We zien de gevolgen ervan wel heel duidelijk.
Deze maatschappelijke ontwikkelingen waren toen de aanleiding voor het DSTS onderzoeksprogramma: Op zoek naar een ‘nieuw wij’ in Nederland. We zochten naar antwoorden op de vragen:
• Hoe kunnen we constructief met diversiteit omgaan, voorbij het wij-zij denken?
• Hoe komen we tot een ‘nieuw wij’, waarin verschillen niet tot polarisatie leiden, maar vruchtbaar en verrijkend werken?
Een multidisciplinair samengesteld onderzoeksteam boog zich over dit vraagstuk en in samenwerking met het ministerie van VROM werd parallel daaraan een multimediaal
platform Nieuwwij.nl opgericht onder het motto: verbind de verschillen! – met inmiddels een half miljoen bezoekers per jaar.
Nieuw Wij bracht onder meer interreligieuze en interculturele dialoogactiviteiten in beeld. Kleine en grotere initiatieven, die mensen in het land hadden opgezet om
polarisatie tegen te gaan, werden met de social-mapping-methode geïnventariseerd.
Geïnspireerd door de ‘best practices’ en communicatietechnieken als ‘Deep Democracy en ‘Verantwoord Clashen’ – waarin juist ook het helend aspect van een stevig verschil in mening en inzicht wordt benadrukt – ontwikkelden we ‘Conversations for Change’ een online-training om maatschappelijk moeilijke thema’s met elkaar bespreekbaar te maken – net op tijd voor Corona, toen fysieke contacten onmogelijk werden en online ontmoetingen en cursussen uitkomst boden.
Het ging erom via het platform betrouwbare kennis over religies en maatschappelijk gevoelige vraagstukken te verspreiden, mede door academische kennis hierover voor een breder publiek te vertalen, én minderheden een eigen stem te geven – met hen in plaats van over hen te praten.
Mensen in hun verscheidenheid met elkaar verbinden en hokjesdenken doorbreken – dat was en is nog steeds een belangrijke missie van Nieuw Wij. Of iets wetenschappelijker geformuleerd: het dualistische denk- en identiteitsconcept van het subject/object-denken openbreken, en in plaats daarvan een op relationaliteit gerichte identiteitsopvatting te activeren onder de Nederlandse bevolking. Dat is de ‘geëngageerde wetenschapsopvatting’ achter Nieuw Wij, die we een aantal jaren geleden in de campagne ‘Ik ben En/En. En jij?’ – hebben opgezet, vormgegeven door reclamebureau KesselsKramer.
Van of/of naar en … en! U begrijpt, ik ben ervan overtuigd dat een van de oorzaken voor de crises, waar we nu in alle hevigheid mee worden geconfronteerd, in een binaire
zienswijze van de wereld te zoeken is.
Net als veel andere mensen in het land heb ook ik gehoor gegeven aan de campagne oproep van Nieuw Wij om een foto in te sturen, samen met een aantal kenmerken van mijn identiteit die op het eerste gezicht misschien tegenstrijdig lijken, maar bij nader inzien gewoon een deel zijn van mij – in elkaar vloeiend en hybride.
En zo schreef ik:
Ik ben:
En wetenschapper
En religieus
En seculier
En Nederlands
En Duits
….
En activist.
…
op een bijzondere leerstoel hier aan de UvH, waarvan de naam een eerbetoon is aan een andere onderzoeker/activist, namelijk Karen Armstrong. De vrouw die
internationaal de boodschap van dialoog en verbinding in boeken, voordrachten en via het Charter for Compassion uitdraagt. Een tachtigjarige ‘influencer’ die een jongere
generatie moed geeft om de wereld te interpreteren én beter te maken, door wetenschappelijk en activistisch aan ‘een nieuw wij wereldwijd’ te werken.
Lees hier een terugblik op de opening van het academisch jaar van de Universiteit voor Humanistiek en bekijk de openingsrede plus alle bijdragen.