Het staat in Genesis 2, vers 7: Hij vormde hem uit stof, uit aarde en blies hem de levensadem is. Zo werd de mens een levend wezen. Adem, wind en geest worden met hetzelfde woord aangeduid. In het Hebreeuws is dat roeach en in het Grieks pneuma. De adem geeft aan dat de mens leeft dankzij zijn ver¬bondenheid met God. Adem hebben we ontvangen als levensgeschenk. Het beeld van de adem drukt dus een relatie uit.

Adem staat aan het begin van elk leven. Bij het levenseinde van een mens is er aandacht voor de laatste ademtocht. Ademen, 8000 tot 29.000 keer per dag (dat wisselt per persoon en per leeftijd), doe je grotendeels niet zo bewust, hoogstens bij yoga-oefeningen wel. Je merkt het alleen als je adem stokt, als je gaat hijgen, als je verkouden bent, als je geen lucht meer krijgt of even buiten adem bent. Of in overdrachtelijke zin: ‘Geef me een beetje adem, vrije ruimte’, dat zeg je wel eens tegen iemand.

We ademen allemaal dezelfde lucht in als we bij elkaar staan, we delen de lucht om ons heen. Daar zijn wij ons na een jaar coronapandemie maar al te zeer van bewust. Al lijkt lucht een democratisch gegeven dat er voor iedereen is, voor bewoners in de hoge bergen is de luchtkwaliteit anders dan in een drukke vervuilde stad. Adem reageert direct op menselijk gedrag, klimaatverandering en co2-uitstoot. Wij bepalen door ons gedrag hoe de ademhaling van een ander kan functioneren. Ook daarin is adem relationeel.

Adem staat voor verbinding met binnen en buiten, met jou en de staat waarin de wereld verkeert. In zijn mooie lied Adem zingt Kees van der Zwaard in de tweede strofe:
je tweede adem zul je fel voor moeten vechten
je moet ruimte scheppen in je eigen hart
zure rook en zure regen maken het nog slechter
wat je binnen krijgt benauwt en benart.

Lucht is niet verhandelbaar. Dat wist het oude Indiaanse opperhoofd Seattle al toen hij zich in 1854 tevergeefs met zijn toespraak tot de regering in Washington richtte die het land van zijn stam wilde kopen. Hij kon het land niet verkopen want hij was niet de eigenaar van lucht, water en land. De lucht is voor iedereen, zei hij: ‘De indiaan houdt van het zachte ruisen van de wind over het water, en de geur van de wind, gezuiverd door de middagregen of meedragend de geur van pijnbomen. De lucht is kostbaar voor de rode man, want alles deelt dezelfde lucht.

We delen ook nu samen onze lucht, dus daar moeten we zuinig op zijn. Het is iets dat we doorgeven aan komende generaties. Sommige volken nemen pas grote beslissingen na een belangenafweging voor de zeven generaties die na hen zullen komen. Schone lucht doorgeven aan de mensen na ons betekent nu al goede voorouders zijn, zodat je vrijuit mee kunt zingen:
adem, adem,
adem mijn kind
drink van het leven
drink van de wind

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.