Een documentaire is een gestyleerde en geselecteerde weergave van de werkelijkheid. Daarin ligt zijn schoonheid en zijn kracht. Hieronder een selectie van elf documentaires, waaronder een met de naam ‘The Garden of Eden’. Vanzelfsprekend heb ik de documentaires nog niet gezien; de lijst is tot stand gekomen op basis van de trailers en de samenvatting. De afgedrukte samenvatting komt van www.idfa.nl.
Mocht u de kans hebben een van deze documentaires of een andere documentaire te bekijken, dan zien we graag uw reacties/recensies op onze facebookpage.
As If We Were Catching a Cobra (Alabdalla, 2012)
Naar aanleiding van de ophef over de Deense Mohammedcartoons interviewt de Syrische filmmaakster Hala Alabdalla politiek tekenaars in Egypte en Syrië over de spanningen die hun werk met zich meebrengt. Wat begon als een documentaire over spotprenten in het Midden-Oosten, neemt een andere wending als in beide landen de Arabische Lente plaatsvindt. Vanuit haar studio in Parijs geeft Alabdalla in voice-over aanvullend commentaar op de gebeurtenissen die zich hebben voltrokken. De diverse tekenaars vertellen uitvoerig over hun werk, hun keuzes en hun afwegingen en tonen cartoons die ze niet mochten publiceren. Verschillende tekenaars en cartoonisten komen aan het woord over de traditie van politieke illustraties, hun strijd tegen censuur en gevecht voor ironie en rebellie binnen de autoritaire regimes. Na de protesten zoekt de filmmaakster hen opnieuw op met de vraag hoe de omwenteling hun leven en werk heeft beïnvloed. Een aantal van hen nam actief deel aan de protesten en kwam daar niet zonder kleerscheuren uit. Ze reflecteren over hun angst, de gevaren van de opstand en de euforie over de uitingsvrijheid die ze plotseling konden ervaren. De interviews zijn doorsneden met persoonlijke beelden van de regisseur die vanuit Parijs de revolutie via sociale media op haar beeldscherm volgt.
Camera/Woman (Zoubir, 2012)
De Marokkaanse Khadija werkt als cameravrouw op bruiloften in Casablanca. Haar moeder en broer zijn het totaal oneens met die keuze en willen dat ze ermee stopt: ze schamen zich al erg genoeg dat Khadija als moeder van een elfjarige zoon weer thuis woont na haar scheiding. Toch gaat Khadija, die nota bene kostwinner is in het gezin, door met haar werk. Soms filmt ze dagen achtereen tot diep in de nacht de feesten en partijen. Hoewel een werkende vrouw aan de ene kant taboe is in het conservatieve deel van de Marokkaanse samenleving, is de vraag naar vrouwelijke cameramensen juist groot: de families willen liever een vrouw dan een man om hun trouwende dochter op video vast te leggen. De sprookjeswereld van de gefilmde bruiloftsfeesten staat in schril contrast met de werkelijkheid van scheidingen en gedwongen huwelijken. Ook in Marokko staan traditionele waarden onder druk en eisen vrouwen als Khadija vrijheid en onafhankelijkheid, terwijl ze ook de wensen van hun familie willen eerbiedigen. Met haar beste vriendin Bouchra, ook gescheiden, bespreekt ze openhartig de andere kanten die het huwelijk met zich meebrengt. Vreugde en verdriet wisselen elkaar af, terwijl de vrouwen zich afvragen waarom ze nog steeds niet gelijkwaardig zijn aan mannen.
Forbidden Voices (Miller, 2012)
Op het internet worden hun stemmen vakkundig afgeschermd. Maar de inmiddels wereldwijd bekende bloggers Yoani Sánchez, Zeng Jinyan en Farnaz Seifi zijn niet bang voor de dictatoriale regimes in Cuba, China en Iran. Met een niet aflatende strijdlust houden de jonge vrouwen de wereld op de hoogte van de misstanden die zich in hun land afspelen. Hoogte- en dieptepunten uit hun levens passeren de revue. Wat doe je als je in Iran meer aandacht wil voor de rechten van de vrouw, maar ontdekt dat Google pertinent het woord ‘vrouw’ blokkeert bij zoekacties? Hoe boks je als blogster op tegen de ‘Great Firewall of China’, beschermd door 40 duizend cyberagenten? De ongelijke strijd van deze ‘cyberfeministes’ is uitputtend en trekt een zware wissel op hun gezinslevens. De Iraanse Farnaz Seifi voelde zich na een gevangenisstraf wegens ‘daden tegen de nationale veiligheid’ genoodzaakt haar land te ontvluchten. Met hulp van Reporters without Borders zet ze vanuit het Westen haar missie voort. Niet voor niets zijn deze onverschrokken vrouwen door TIME Magazineuitgeroepen tot enkelen van ’s werelds meest invloedrijke stemmen. Of ze ooit bereiken wat ze voor ogen hebben? Voorlopig zitten er nog duizenden gelijkgestemden in de gevangenis of onder huisarrest.
Good People Go to Hell, Saved People Go to Heaven (Hardman, 2012)
De verschillende orkanen die de afgelopen jaren hebben huisgehouden in de staat Louisiana, hebben evangelisten doen geloven dat het einde van de wereld nu werkelijk nabij is. Tussen de puinhopen van hun weggespoelde huizen, in de staat gesponsorde caravans of een van de vele kerken bidden ze, in afwachting van de zondvloed. We volgen enkele van hen bij hun dagelijkse gevecht voor brood op de plank, het helpen van nog minder gefortuneerden en het winnen van zieltjes – want het is nog niet te laat om ‘gered’ te worden. Moeder Mitsi woont in een trailer met haar zeer gelovige gezin. Ze is trots op haar vrome, zingende tienerzoon, maar maakt zich zorgen om de oudste, die worstelt met zijn geloof. Evangelist Lance, eveneens een trailerbewoner, loopt regelmatig met een levensgroot kruis op zijn rug om het woord van God aan de man te brengen – vaak nog met succes ook. We volgen ook een pastor van een zogenaamde megakerk, die zo z’n eigen agenda heeft bij het helpen van de slachtoffers van orkanen Katrina en Rita. Een portret van een complexe en verarmde regio waar diverse apostelen, ieder op geheel eigen wijze en soms met particuliere motieven, het conservatieve christendom aan de man proberen te brengen.
The Garden of Eden (Tal, 2012)
De natuurlijke warmwatervijver in het Israëlische nationaal park Gan HaShlosha, of Sahne in het Arabisch, wordt het hele jaar door bezocht door een keur aan mensen. Op drukke dagen vormen zich files bij de ingang en zijn het water en de omliggende grasvelden gevuld met mensen die komen voor vertier. Dikke blote buiken staan aan smeulende barbecues, kinderen spelen in het water en puberjongens praten over meisjes. Op andere momenten behoort de plek toe aan mensen op zoek naar rust en reflectie. Omdat ze hun vrouw hebben verlaten, bijvoorbeeld, of hun vrouw hen. Anderen zoeken er herinneringen aan hun overleden echtgenoot, of kijken terug op hun jeugd. Ieder heeft een eigen verhaal, dat onlosmakelijk is verbonden met achtergrond, identiteit en ideeën. Men overpeinst het scheppingsverhaal, verraadt dat de basaltstenen ooit aan Palestijnse huizen toebehoorden en vertelt over de reis van het geboorteland naar het beloofde land. De hele Israëlische kroniek wordt hier verteld: de geschiedenis, de ideologie, het zionisme, het conflict en de kritiek daarop. Een weergave van de doorsnee Israëlische bevolking die allesbehalve doorsnee is, waarbij het gesproken woord even zwaar weegt als de zorgvuldig gekozen beelden.
In My Father’s House (Ouazzani, 1997)
Op elfjarige leeftijd kwam journaliste en programmamaakster Fatima Jebli Ouazzani met haar ouders van Marokko naar Nederland. Zeven jaar later verstootte haar vader haar moeder om met een zeventienjarig Marokkaans meisje te trouwen. Fatima wist toen één ding zeker: ze wilde niet uitgehuwelijkt worden, zoals haar moeder en grootmoeder. Ze brak met de Marokkaanse tradities en verliet haar ouderlijk huis. In deze film vraagt de regisseuse, ongetrouwd en zonder kinderen, zich af of ze de juiste keuzes heeft gemaakt. Ze plaatst haar geschiedenis tegen de achtergrond van het traditionele Marokkaanse huwelijk. Een huwelijk waar Naima, een in Nederland geboren Marokkaanse, voor heeft gekozen. Naima moet tijdens haar huwelijksnacht bloeden om te bewijzen dat ze nog maagd is. Volgens de traditie wacht de schoonfamilie buiten de slaapkamer op het bebloede laken.
Mea Maxima Culpa: Silence in the House of God (Gibney, 2012)
Seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk vond al in de vierde eeuw na Christus plaats, blijkt uit documenten die veilig zijn gearchiveerd binnen de muren van het Vaticaan in Rome. Toch zijn de grote schandalen pas de laatste decennia naar buiten gekomen, met hoge afkoopsommen tot gevolg. Vertrekpunt van deze documentaire is het misbruik van hulpbehoevende jongens door een gezagvolle priester op een katholiek doveninstituut in Amerika in de jaren zestig van de vorige eeuw. Slachtoffers vertellen voor de camera hoe father Murphy te werk ging en hoe moeilijk het was om de omgeving te overtuigen van deze wantoestanden. De kinderen werden door niemand geloofd, de positie van de pater was onaantastbaar. Vervolgens krijgt het verhaal – opgebouwd uit interviews, brieffragmenten en archiefbeeld – een breder kader: hoe de kerk jarenlang de seksuele misdragingen van priesters bagatelliseerde of domweg verzweeg, van Ierland tot Italië. Ook de huidige paus Benedictus XVI, in een vorige functie belast met het misbruikdossier, trad bepaald niet daadkrachtig op. Hij bleek vooral geschokt over het feit dat priesters zich zo konden misdragen en toonde nauwelijks compassie met de slachtoffers. Maar er zijn ook talloze priesters, voor zover bekend zelf van onbesproken gedrag, die kritische geluiden lieten en laten horen aangaande de hiërarchische structuur van de kerk en het tot seksuele verkniptheid leidende celibaat.
Nowhere Home (Olin, 2012)
“Bestaat dit systeem, waarin we voorbijgaan aan het leed van anderen, misschien juist omdat we dat leed op afstand houden?” Die vraag stelt filmmaker Margreth Olin halverwege haar documentaire over het Noorse beleid ten aanzien van alleenstaande minderjarige asielzoekers. Haar film is een poging om het lijden zichtbaar te maken. Ze volgt een aantal jongens die zijn geplaatst in Salhus, een centrum waar twintig alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) tijdelijk worden opgevangen. Terwijl ze nog hopen op een verlenging van hun verblijfsstatus, hangt de datum van hun achttiende verjaardag als een zwaard van Damocles boven hun hoofden. De meesten van hen zullen zodra ze meerderjarig zijn worden uitgezet. Dat betekent: een onzekere toekomst in Afghanistan, Somalië, Irak of een ander conflictgebied. Angst en uitzichtloosheid leiden vaak tot psychische problemen en drijven sommigen tot zelfdestructief gedrag. Een van de jongens wordt door Olin ook na zijn uitzetting gevolgd; het kost hem twee maanden om terug te keren naar Europa, waar een bestaan in de illegaliteit hem nog altijd meer te bieden heeft dan een leven in Iraaks Koerdistan. Zo onthult Nowhere Home de praktische kant van een kwestie die al jaren tot de grootste ethische vraagstukken van Europa behoort.
Propaganda (Noord-Korea, 2012)
Tijdens een bezoek aan Seoel werd vertaler Sabine Program benaderd door een stel dat beweerde Noord-Koreaanse dissidenten te zijn. Ze kreeg een DVD in handen gedrukt, met het verzoek de film te vertalen en verspreiden. In de film betoogt een (onherkenbaar gemaakte) Noord-Koreaanse wetenschapper aan de hand van honderden televisiefragmenten en archiefbeelden wat er niet deugt aan de westerse beeld- en consumptiecultuur. De film stelt in de traditie van Michael Moore onder meer morele verschraling, politieke manipulatie en hyperconsumentisme aan de kaak. In hoofdstukken met titels als ‘Rewriting History’, ‘Advertising’ en ‘The Cult of Celebrity’ worden de meest gênante uitwassen van de westerse wereld en de globalisering op een rij gezet, een visie die overigens opvallend veel gelijkenissen toont met die van de Occupy-beweging: de ‘psychologische oorlogsvoering’ door multinationals, winkelverslaafde consumenten en het falen van democratie. Daarnaast is er aandacht voor de graaicultuur van de ‘1 procent’ en ander moreel verval in de vorm van Paris Hilton, onethische televisieprogramma’s en gewelddadige films en games. Tegen het eind van dit pamflet wordt de rol voor Noord-Korea hierin duidelijk: het land zou zich willen opwerpen als hoofdkwartier van een nog te voltrekken wereldwijde strijd tegen ‘consumptieslavernij en hebzucht’.
Sweet Dreams (Fruchtman, 2012)
Een groep eigengereide Rwandese vrouwen creëert met drummen en ijsjes op originele wijze verbondenheid in hun verscheurde dorpsgemeenschap. Sinds de Rwandese burgeroorlog in de jaren negentig leven namelijk niet alleen de slachtoffers en hun wezen met de gruwelijke genocide in hun geheugen, maar ook de kinderen en vrouwen van de daders. De Rwandese theatermaker Kiki Katese nodigde vrouwen van beide kanten uit om te drummen – voor hun plezier, en om na te denken over een nieuwe toekomst. De drumgroep, de eerste van zijn soort in de Rwandese geschiedenis, telt zestig vrouwen met verschillende achtergronden. “Drummen was vroeger verboden voor vrouwen”, stelt Kiki. “Ik ben het gaan vragen bij het museum, maar er was geen beter argument dan dat trommels te zwaar zouden zijn voor vrouwen. Dan moet ik maar laten zien hoe sterk vrouwen zijn.” De drumgroep noemt zich Ingoma Nshya, wat te vertalen is als ‘nieuw regime’ en als ‘nieuwe drum’. Regisseur Rob en Lisa Fruchtman tonen aan de hand van persoonlijke interviews met de vrouwen over de oorlog en de beelden van hun repetities wat ze in de toekomst zien. Daarin gaat een ongewoon plan een hoofrol spelen: hun ijswinkel Inzozi Nziza – ‘zoete dromen’.
Valentino’s Ghost (Singh, 2012)
In deze uitvoerige analyse becommentariëren diverse wetenschappers en journalisten de rol van de Amerikaanse massamedia in de beeldvorming van moslims en Arabieren. Aan het begin van de twintigste eeuw werden de inwoners van de Arabische wereld nog neergezet als romantische schurken die zich in lange nachten vermaakten met hun harems: bijvoorbeeld in stomme films als The Sheik verbeeld door Hollywoodicoon Rudolph Valentino. De rol van Arabieren werd allengs misdadiger, na bemoeienissen van westerse landen in de olierijke regio. Deskundigen als Gore Vidal en Robert Fisk duiden historische gebeurtenissen die ervoor zorgden dat het 1001-nachtbeeld van Arabieren kantelt naar dat van barbaren die getemd dienden te worden, tot aan de heersende rol van moslims als terroristen. Aan de hand van filmfragmenten, variërend van Schwarzenegger-vehikel True Lies tot Disney’s Aladdin, vertellen filmregisseurs en wetenschappers onder meer over de invloed van 9/11 als ideaal Hollywoodscript: met vreemdelingen in de hoofdrol en een spectaculaire aanslag. Een aantal stand-up komieken verluchtigen de film met rake kritiek op de Amerikaanse anti-islamhouding. Ook worden de minimale Amerikaanse interesse in buitenlandse politiek, de rol van religie en de Holocaust besproken als oorzaken van de stereotype beeldvorming. Want wordt Arabieren wel eens gevraagd waaróm ze zo boos zijn op Amerika?