Tijdens de zesde aflevering van Zomergasten zag je het weer: het verlegen wegkijken, het ongemakkelijk reageren van de witte interviewer op de Surinaamse Alida Dors. Sommige (witte) Nederlanders voelen zich dan (even) verlegen en schaamtevol over hun eeuwenlange slavenhandel. Bij zijn excuses aan Indonesië (2020) kwam ook de koning alleen struikelend uit zijn woorden.

Er hangt bij activiteiten rond het slavernijverleden en ander gewelddadig gedrag uit de Nederlandse geschiedenis veel spanning. Daarom had Rutte bij zijn excuses over het slavernijverleden van Nederlandse handelaars en autoriteiten heel goed geoefend om met zijn intonatie en woordkeuze de oprechtheid van zijn boodschap te versterken. En hij kreeg het publiek enigszins mee.

Na de restauratie van onze gouden koets in 2021 vroeg men zich nog net op tijd af of die koets nog wel kon rondrijden met die knielende zwarte slaven erop die nu zo duidelijk zichtbaar waren. De koets werd daarom het Amsterdam Museum in getakeld om daar achter glas als object en als reden tot gesprek over ons slavernijverleden te functioneren. Verder bleek onlangs dat het Nederlandse koningshuis – niet deze koning of prinses Beatrix maar hun voorgangers – zwaar verdiend heeft aan de slavenhandel en aan de wingewesten in de Oost en de West. En wie niet in Nederland. Loop maar eens de Amsterdamse grachten langs of een van de gebouwen rond het Tropenmuseum binnen en kijk naar wat daar allemaal in marmer uitgebeeld wordt.

Dus een beetje ongemakkelijkheid of gêne of echte schaamte is terecht. Ons verleden laat zich niet wegpoetsen met wat excuses hier en daar. Het verleden zou ons eigenlijk juist zwaar op de maag moeten liggen. Theo Maasen kwam er ook niet mee weg onder de soms vorsende blik van Alida Dors. Hij had ook nauwelijks een zinnig antwoord toen het gesprek ging over de vraag of er na alle excuses nog meer nodig was. Had hij daar wel ooit over nagedacht? Hoeveel Nederlanders hebben zich daar ooit het hoofd over gebroken?

Misschien was de Max Havelaar (1860) toch alleen een mooi boek, geheel tegen de bedoeling van schrijver Multatuli in. En kreeg Anton de Kom (1898-1945) daarom pas onlangs zijn erkenning als activist, schrijver en verzetsheld in de Canon van Nederland. De laatste zinnen van zijn boek Wij slaven van Suriname zijn: ‘Sranang, mijn vaderland. Eenmaal hoop ik u weer te zien. Op den dag waarop alle ellende uit u weggewischt zal zijn.’

Wanneer is dat? Steeds blijft er iets schuren. Schrijfster Astrid Roemer kreeg de prijs van de Nederlandse Letteren niet officieel uitgereikt omdat ze zich (te) politiek had geuit. Maar deze prijs gold toch voor haar schrijverschap en haar vele boeken, waarin ze zich trouwens ook duidelijk uitliet over de misstanden tussen Nederland en Suriname.

Zou een witte Nederlander zich eigenlijk meer moeten schamen? Maar kan iemand zich ongemakkelijk voelen of zich schamen over een verleden, waaraan hijzelf niet heeft meegewerkt? Dat is lastig, maar je kunt je wel diepgaand blijven informeren over wat er in het verleden gebeurd is, de slavernij en het gewelddadige acties in Indonesië uitgebreid opnemen in onderwijsprogramma’s en zo meer mensen ervan bewust maken dat Nederland niet respectvol en langdurig wreed met de zwarte en gekleurde medemens is omgegaan. Waarom? Om recht de doen aan een onrechtvaardig verleden, om de kans op herhaling te voorkomen en (latent) racisme om te vormen tot een open, geïnteresseerde en tolerante houding tegenover de medemens. Een houding waar we als Nederlanders om bekend staan maar die we nog steeds echt gestalte moeten geven.

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Al 3 reacties — praat mee.