Tevens is het Armoedesignalement een voorbeeld van onderzoek dat informatie oplevert op grond waarvan politici, de overheid, het lokale bestuur, maatschappelijke organisaties en tal van anderen nieuwe visies, nieuw beleid en nieuwe plannen ontwikkelen. Zoals recent in Rotterdam-Zuid. Daar gaan 37 kerken en 10 moskeeën samenwerken met een zogeheten wijkteam als ze op armoede stuiten in hun achterban. Het initiatief daartoe kwam tot stand dankzij het ChristenUnie-raadslid Setkin Sies. Kerken en moskeeën zitten in de haarvaten van de samenleving, meent hij. Voor veel arme Rotterdammers zijn gebedshuizen bovendien  belangrijke aanspreekpunten, bijvoorbeeld dankzij hun voedsel- en kledingbanken.

De achterliggende gedachte is dat vrijwilligers bij kerken en moskeeën weliswaar een helpende hand kunnen bieden, maar dat ze vaak niet over voldoende kennis beschikken om mensen in nood daadwerkelijk bij te staan. Vandaar de samenwerking met een wijkteam van professionals. Ik moest aan Hasan Yar van de stichting IHSAN en Hans Krikke van de Stichting Samenwonen-Samenleven in Amsterdam denken toen ik dit las. Begin deze eeuw sloten religieuze organisaties in Amsterdam-West zich aaneen met als leidende vraag: wat kan de bijdrage van godsdienst, naast spiritualiteit, zijn aan de problemen en noden van de mensen in de wijk? Krikke, die toen journalist was, werd vrijgesteld om daar onderzoek naar te doen. Tal van vrijwilligers, ook via de moskee, gaven aan dat er naast armoede, sociale uitsluiting, geweld, eenzaamheid en marginaliteit veel anomie is. Dat mensen op eilandjes leven. Dat er een keur is aan clubjes rondom moskeeën, kerken en speeltuinen, maar dat de verbindingen ontbreken. Dat leidde tot de oprichting van zowel de Stichting Samenwonen-Samenleven, waarvan Krikke nu directeur is, als het Bos en Lommer Interreligieus Beraad. Daarin zijn kerken, moskeeën en andere gebedshuizen actief. En tot de opzet in 2006 van de voedselbank in Amsterdam-West, een gezamenlijk initiatief van kerk en moskee.

IHSAN is een kleine, landelijke organisatie die de betrokkenheid van de islamitische gemeenschap in Nederland bij maatschappelijke kwesties als armoede stimuleert. Yar, die er directeur is, is tevens docent islamitische levensbeschouwing aan de hogeschool InHolland in Amsterdam. Hij werkt aan een proefschrift over sociaal kapitaal in de moskee. Afgelopen voorjaar liep ik op mijn verzoek met hem door de achterstandswijk De Kolenkit, net buiten de ring in Amsterdam-West. De afspraak was dat hij na het vrijdaggebed in de Mevlana-moskee, waar hij onderzoek doet, met mij door de wijk zou wandelen om te laten zien op wat voor manier deze moskee de blik naar buiten richt en aansluiting zoekt bij maatschappelijke organisaties en ontwikkelingen.

Gaandeweg werd het een wandeling met een filosofische inslag. Yar vertelde dat wat hem naast de gretigheid van moskeeën om uit de eigen-hokjesmentaliteit te breken, tegelijkertijd opviel was dat ze meeliften, maar niet het voortouw nemen: “De uitnodiging tot of het initiatief voor samenwerking op buurt- of stadsniveau komt nog veelal van anderen.” Dat heeft volgens hem te maken met de seculiere cultuur in Nederland: “Het algehele idee is dat de samenleving religie niet nodig heeft, zeker de islam niet, die nog veelal als antiwesters wordt afgeschilderd. We lossen de problemen zelf wel op.” Dat zorgt er volgens hem voor dat islamitische gebedshuizen zich gemarginaliseerd voelen. Het brengt enige terughoudendheid bij moskeebesturen met zich mee om buiten de eigen kring te opereren. Wat is precies hun maatschappelijke rol?

Krikke formuleerde het enkele weken later als volgt: bij veel moskeeën zie je volgens hem intern een proces van identiteitsvorming. “Moslimmigranten hebben de behoefte om binnen de eigen groep en in de moskee rust te vinden en op basis van onderlinge waardering, die de buitenwereld hen vaak ontzegt, op adem te komen.” Heel veel zaken verkeren volgens hem nog in de taboesfeer: armoede, huiselijk geweld, man-vrouwverhoudingen, overbelaste mantelzorgers. “Maar tegelijk zie je ook dat ze de verbinding met de samenleving willen aangaan. Dat ze die taboe-onderwerpen willen aanpakken, samen met de wijk.”

Bovendien bracht het initiatief in Rotterdam, waar de gemeenteraad aanvankelijk huiverig was voor de samenwerking tussen kerken, moskeeën en sociaal werkers, aan het licht dat politici en (lokale) bestuurders worstelen  met het onderwerp scheiding van kerk en staat. Stadsdeelbestuurder Hetty Welschen van Amsterdam-West (GroenLinks), die ik tevens opzocht na de wandeling met Yar, zei dat ze “het eens is met de dominante opinie dat religieuze organisaties geen overheidsgeld mogen ontvangen. Maar ik moet er ook vaak om grinniken”. Ze kiest voor een meer pragmatische aanpak. “Armoede is een taboe dat opengebroken moet worden, en als daar vanuit de moskee een opening toe wordt geboden, juich ik dat toe. Een islamitisch gebedshuis kan bovendien mensen aanspreken die voor de overheid moeilijk te bereiken zijn.”

Yar vindt dat moskeeën en moslimorganisaties zich actiever moeten inzetten voor de bestrijding van armoede in Nederland. Niet alleen omdat barmhartigheid behoort tot de sociale functies van de islam: de zorg voor de naaste in nood, maar vooral ook omdat éénderde tot de helft van de klanten van de voedselbank in achterstandswijken in steden als Amsterdam en Den Haag moslim is. “Mensen die niet of nauwelijks kunnen rondkomen – door wat van reden dan ook – moeten structureel worden begeleid om uit de armoedespiraal te ontsnappen. Ook hier ligt een taak voor moslimorganisaties en moskeeën.”

santing-1

Froukje Santing

Journalist / Onderzoeker / Islamspecialist

Froukje Santing was 7 jaar in Turkije werkzaam als correspondent voor o.a. NRC Handelsblad. Ze schreef o.a. Dwars op de tijdgeest
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.

Advertentie

Kloostercast