Verlichte critici haasten zich ‘kindermishandeling’ te roepen, terwijl de milde geloofsgenoten van de kritische prikkers zich nog meer haasten uit te leggen dat echt niet alle christenen ‘zo gek’ zijn. Allemaal vrij voorspelbaar. Zelf heb ik mijn kinderen laten inenten. En zelf meen ik dat ik daaraan goed gedaan heb. Maar graag wil ik deze vaak in de hoek getrapte medechristenen eren met een serieuze en kritische bespreking van hun religieuze argumentatie met behulp van een episode uit de Amerikaanse animatieserie South Park en een episode uit Family Guy.

Gods almacht

De meeste kritische prikkers uit strenggereformeerde hoek baseren hun afkeer tegen inenting met een beroep op Gods almacht en voorzienigheid. Als God mijn kind wil besmetten met mazelen, wie ben ik als nederige gelovige dan om mij van Gods raadsbesluit af te keren door mijn kind te laten inenten tegen mazelen? De God die mijn kind ziek maakt, heeft ook de kracht het weer beter te maken. Deze ouders echoën het adagium van de bijbelse Job (althans de ‘brave’ Job, er is ook een vloekende variant in hetzelfde bijbelboek aanwezig): “De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen.” (Job 1,21) En: “Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?” (Job 2,10)

De Amerikaanse animated sitecom Family Guy voert in de episode ‘Livin’ on a Prayer’ (2012) een christelijk-behoudend echtpaar op: Ben en Hope. Family Guys-protagonisten Peter en Lois Griffin raken bevriend met de sympathieke Ben, Hope en hun baby Scotty. Als baby Scotty flauwvalt tijdens het spelen bij de Griffins, wordt hij in het ziekenhuis gediagnosticeerd met de Ziekte van Hodgkin, kanker in de lymfeklieren. Goed te behandelen met bestraling en chemotherapie, mits er snel wordt ingegrepen. Ben en Hope weigeren echter hun kind te laten behandelen op religieuze gronden, zeer tegen de zin van vooral Lois Griffin.

‘Christian Science’

Ben en Hope identificeren zich als ‘Christian scientists’, een kleine christelijke sekte in Amerika met zo’n 85.000 volgelingen wereldwijd. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, belijden de Christian scientists een radicale scheiding tussen geloof en wetenschap, in het voordeel van de eerste. Ziektes zijn volgens de stichter Mary Baker Eddy (1821-1910) niet zozeer een kwestie van het lichaam, maar van de geest (ziel). Ziektes zijn een uitdrukking van een spirituele disbalans. Pas als die hersteld is, kan het lichaam ook herstellen. Hope noemt het boek Science And Health, With Key To The Scriptures (1875) van Eddy expliciet.

Bob en Hope zijn dan ook niet blij dat Lois Griffin Scotty naar het ziekenhuis heeft gebracht. “Scotty zal genezen, door de kracht van gebed,” aldus zijn moeder. “Ze geloven niet in de medische wetenschap”, reageert Lois in woede tegen haar gezin, waarmee ze paradoxaal genoeg de strikt empirische basis van de medische wetenschap (die ze juist wil verdedigen) op filosofisch losse schroeven zet. Lois probeert wanhopig Scotty’s ouders te overtuigen hun kind naar het ziekenhuis te brengen. Tevergeefs, er ontstaat zelfs ruzie. “Soms is gebed niet genoeg,” betoogt Lois. “Maar Scotty is ons kind en wij mogen voor hem zorgen zoals ons dat goed lijkt,” reageert Ben. Exact de motivatie die veel strenggereformeerde kritische prikkers vandaag de dag ook gebruiken als seculiere autoriteiten dreigen in te grijpen: vrijheid van godsdienst in combinatie met beroep op ouderlijke pedagogische vrijheid. Beiden zijn overigens zeer waardevolle culturele verworvenheden.

Gebedsverhoringen

Uiteindelijk ontvoeren Lois en Peter zelfs de kleine Scotty om hem naar het ziekenhuis te brengen. Vlak voor de ingang houdt de politie hen tegen. Er ontstaat een laatste gesprek tussen Lois/Peter en Ben/Hope. Lois is overtuigd van haar morele superioriteit: “Ik ga graag mijn hele leven lang naar de gevangenis, maar niet voor ik dit hulpeloos kind heb kunnen redden.” Lois laat een morele opgewondenheid en een zekere zelfingenomenheid zien die veel verlichte religiecritici aannemen. “Wij weten beter wat goed voor je is, dan jijzelf dat weet” is het begin van elke dictatuur.

“We hebben ons kind in Gods handen gelegd,” aldus Ben. “Dat klopt,” reageert Lois. “En daarom ligt hij misschien in mijn handen. Hij kan niet alles alleen doen. (…) Jullie geloven in de kracht van gebed. Zou het kunnen dat penicilline, antibiotica en vaccinaties feitelijk door God verhoorde gebeden zijn? En zouden de fantastische mensen van de medische wetenschap niet de eigenlijke werktuigen van Gods verhoring kunnen zijn? (…) Waarom zou je iets aan God vragen als je je kont afveegt met Zijn antwoorden?” Je kunt Lois niet betichten van grote subtiliteiten, maar theologisch gezien maakt ze een goed punt. Gods hulp hoeft niet per se te schuilen in miraculeuze gebedsgenezingen, zoals we die van Lourdes en de Amerikaanse televisiedominees kennen. Gods hulp zou wel eens veel subtieler kunnen zijn.

Maar wat dan te doen met het idee van de almachtige God die beschikt over leven en dood? Wie zich bemoeit met de grenzen van leven en dood, komt moreel en ethisch in bijzonder ingewikkeld vaarwater. Met een beroep op morele superioriteit of slimme theologische argumentaties kom je daar niet simpel mee weg. Niet voor niets zijn abortus en euthanasie de meest gevoelige medisch-ethische vraagstukken binnen de christelijke moraal. Voor een verdere reflectie hierop wend ik mij wederom tot een cartoonserie.

Euthanasie

In Super Best Friends-episode (2005) van de serie South Park wordt Kenny, een van de vier hoofdrolspelers van de serie (Kenny, Cartman, Stan en Kyle), aangereden door een bus (nota bene, zo blijkt later, door goddelijke interventie). Kenny komt hierdoor in een vegetatieve staat terecht met een nationaal debat tot gevolg tussen voor- en tegenstanders van de door hem zelf gewilde euthanasie. De aflevering is een duidelijke verwijzing naar het langslepende en bij vlagen mensonterende debat over de zelfgekozen dood van de Amerikaanse Terri Schiavo in 2005. Cartman probeert via gerechtelijke procedures Kenny van de beademing af te krijgen. Als Kenny sterft erft Cartman namelijk diens spelcomputer (sic!). De andere twee vrienden, Kyle en Stan, proberen om Kenny in leven te houden omdat ze niet bereid zijn hun vriend te zien sterven (en Cartman te zien ‘winnen’). Beide kampen worden bijgestaan door omvangrijke pro-choice en pro-live-activisten.

Op het einde van de aflevering komt Kyle tot enkele verrassende inzichten. “Cartman had gelijk, maar om de verkeerde reden. En wij hadden ongelijk, om de goede redenen.” Geconfronteerd met een opmerking van een pro-lifer dat de mens niet voor God mag spelen, antwoordt Kyle ad rem: “We begonnen als voor God te spelen toen we hem aan de beademing legden”. Wederom bereiken de makers van South Park een uiterst genuanceerde positie. Het is in zekere zin hypocriet om alleen het beëindigen van het menselijk leven als inbreuk op Gods monopolie op leven en dood te zien, maar het langer in leven houden van een mens, niet. Of allebei is waar of geen van beide. Cartman koos, aldus South Park, de moreel juiste handeling – namelijk het beëindigen van een leven dat überhaupt niet gerekt had mogen worden, maar deed dit om ondeugdelijke, want egoïstische motieven. Stan en Kyle hadden een moreel juiste motivatie – liefde en vriendschap, maar dat resulteerde niet in de beste morele keuze.

Besluit

Terug naar de strenggereformeerde kritische prikkers. Het is misschien verleidelijk om deze groep strenge christenen weg te zetten als christengekkies, die nog het beste als exotisch sondergut kunnen worden beschouwd en waarop je als seculier-kritische geest met dedain en morele superioriteit kan neerkijken. Daarmee doe je hun oprechte, religieuze motivaties onrecht, die gegrondvest zijn in een als zeer christelijk te verdedigen rotsvast geloof en vertrouwen in de almacht van de Schepper. Dat hoeft echter niet te resulteren in een instemming met de door hen gebruikte theologische argumenten.

Family Guy laat zien dat de almacht van God op vele manier gestalte kan krijgen, en niet alleen in een afwijzing van de menselijke vooruitgang, maar juist in een positieve interpretatie hiervan. En South Park leert dat niet-ingrijpen in Gods heilsplan meer veronderstelt dan simpel het afzien van één bepaald soort medisch handelen. Wie zijn op religieuze redenen niet ingeënte kind uit de buurt van besmette kinderen houdt, is evenzeer aan het ingrijpen in Gods plannen als de ouder die zijn kind laat inenten. Niet behandelen is daarmee ook een vorm van behandelen geworden. Net zoals het niet-maken van een keuze, ook een verborgen keuze is. Niets voor niets wordt in de schuldbelijdenis van de r.k.-kerk gebeden: “Ik belijd voor de Almachtige God en voor u allen dat ik gezondigd heb ik woord en gedachten, in doen en laten…”

Frank Bosman

Frank Bosman

Cultuurtheoloog

Frank Gerardus Bosman is een Nederlandse cultuurtheoloog verbonden aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.