In de interviews die we afnamen, is het terug te horen: ik vermoed een probleem. Terwijl Hakim, Fatima, Zoubir en alle anderen blijven herhalen dat ze geen problemen ervaren, behalve dan dat ze graag willen dat hun scoutinggroep gaat groeien, blijven wij als makers denken dat er toch ‘meer’ in moet zitten. ‘Maar,’ hoor ik mezelf vragen, ‘sluiten jullie je niet op in je eigen groep, met zo’n islamitische scoutingvereniging?’. Het ongemak dat in deze vraag besloten ligt, kan ik nu pas een beetje benoemen. Ik ben het zelf, die denkt dat ze zich opsluiten. ‘Nee, juist niet,’ antwoordt scoutleider Zoubir lichtelijk geirriteerd. Scouting Ibn Battuta biedt Nederlandse moslimkinderen juist de mogelijkheid om lid te worden van de enorm diverse scoutingfamilie.
Als goede journalist probeer ik het nog één keer: waarom is Ibn Battuta een islamitische scoutinggroep? De scouts antwoorden: omdat hun ouders onbekend zijn met scouting, of het geen goed idee vinden om hun kinderen met mensen mee te geven, die hun gebruiken niet kennen en een wenkbrauw optrekken als het kind vraagt of ‘ie even mag bidden. Want dat is wat de leiding van Ibn Battuta het liefste ziet: dat het doodnormaal wordt dat een moslim die ruimte vraagt, en ook krijgt. Het kwartje valt als ik het recente rapport van het Verwey Jonker Instituut langs zie komen, waarin staat dat moslims steeds meer met discriminatie te maken krijgen.
Ibn Battuta is ook islamitisch omdat de mensen die de groep draaiende houden moslim zijn. Dat is een enorme open deur, maar ik had daar – echt waar – niet bij stilgestaan. In Nederland is religie zó onzichtbaar geworden, dat het direct opvalt wanneer iemand zijn of haar geloof openlijk belijdt – zoals moslima’s met een hoofddoek, en kinderen die uit de Koran leren. Ikzelf ben zo seculier, dat ik niet kan begrijpen hoe vanzelfsprekend het voor een moslim is dat je ook je kinderen bijbrengt hoe je vijf keer per dag bidt. Dat moslims ook graag zingen rond het kampvuur is net zo logisch als dat er katholieke scoutinggroepen bestaan, en Zevende Dag Adventisten-scouts, en een scoutingvereniging van het Leger des Heils.
Met mijn interesse in Scouting Ibn Battuta heb ik bevestigd dat ‘moslim’ geen neutraal woord is. Grote vragen spelen nog steeds wel in mijn hoofd, zoals: moeten alle moslims afstand nemen van de gruweldaden van Islamitische Staat? Moet ik, als radiomaker, de moslims die ik interview vragen naar hun standpunt? Is dat journalistiek, of is dat stemmingmakerij? En waarom kan ik daar maar geen antwoord op formuleren?
Al deze vragen verdampen zodra ik tegenover de scouts van Ibn Battuta zit en het over kikkervisjes vangen heb. Wat moeten deze mensen, die niets anders willen dan boomhutten bouwen met hun kinderen, met de wereldproblematiek? En tegelijkertijd geneer ik me, want ik besef dat ik de Rotterdamse scouts waarschijnlijk nooit had willen portretteren als ze geen moslims waren geweest. Toch ben ik blij dat ik het gedaan heb, en dat ze ons hebben willen laten zien wie ze zijn. Voor iedereen die ‘de moslim’ denkt te kennen: luister aanstaande zondag naar de scouts van Ibn Battuta.
Als oud-lid van een katholieke Scouting-groep in de jaren 1960-1970 zeg ik: prachtig als deze kinderen op deze manier lid kunnen worden van de Scouting-familie!
Heerlijk! Lekke plonzen over de Hollandse wateren. Integratie gaat meer over doen dan over denken.
Wat een heerlijk, ontroerend gestumper in zo’n verse ontmoeting met een andere cultuur. En wat een ontdekkingen doe je dan!
Doet me denken aan mijn eerste blunders, begin jaren 80. Als je dan maar gewoon, onverdroten door gaat met contact maken, gaat de krampachtigheid eraf. Dan kun je als “zo-maar-mensen” van elkaar leren en lachen om de onvermijdelijke misverstanden.