Ik had immers op de middelbare school van de meerderheid geleerd ‘dat ik dat zelf wel bepaalde!’ En dat de rechten van de minderheid en die van het individu er minstens ook toe doen in een beschaafd en verlicht land. Bovendien ging de angst voor een stuk textiel er bij mij niet in! Nog steeds niet, ook al weet ik dat het gaat om een idee er achter.

Dat was ruim vóór 11 september 2001. Ik vrees dat ik, en ook mijn sluiergenoten, anno 2016 de strijd tegen islamofobie niet zullen winnen met alleen ‘dat bepaal ik zelf wel’. We leven in een klimaat waarin de irreële angst van de een steeds belangrijker lijkt dan het grondrecht op zelfbeschikking van de ander.

Maar als het probleem van de ander (angst) sterk wordt gepolitiseerd en zo tegen wil en dank ook mijn probleem wordt, is dan het niet billijk dat mijn probleem (het behoud van het recht op zelfbeschikking) dan de zijne wordt?

Storm in een glas water

Aanleiding voor deze persoonlijke anekdote is natuurlijk het boerkini-verbod in Frankrijk, die na een incidentele vechtpartij aan de kust, in vooralsnog drie gemeenten is ingesteld.

Het is niet de eerste keer dat er grote ophef ontstaat over een stuk textiel. In Frankrijk werd ruim voor de aanslagen van de afgelopen twee jaar de discussie gevoerd over een verbod op het dragen van een hoofddoek in openbare gebouwen. Daar is destijds veel heisa over geweest maar het verbod is in 2004 wel doorgedrukt. Daarna volgde het boerkaverbod in 2011.

In die perioden werd in Nederland de vraag gesteld of een soortgelijk verbod ook hier ingesteld moet worden. Een beperkt boerkaverbod is er vorig jaar gekomen, maar een algehele hoofddoekenverbod in openbare gebouwen gelukkig niet. Ook het boerkini-verbod zal er vooralsnog niet komen als het aan minister Lodewijk Asscher (PvdA) ligt. In het AD van 19 augustus jl. stelt hij: “Als je op een rare manier te water wil gaan, kan de overheid dat niet zomaar verbieden. Wij bepalen niet wat je wel of niet draagt. Daar is ook geen noodzaak voor.”[1]

Toch ben ik er niet gerust op dat het in Nederland zo’n vaart niet zal lopen. Tot nu toe lijken we gespaard wat grote aanslagen betreft. De vraag is alleen: wat als…? Het antwoord hierop zullen we onder andere van de Fransen, en van andere landen die met aanslagen te maken hebben (gehad), moeten leren. Maar ook als ‘toeschouwer’ kunnen we leren – hoe het vooral niet moet!

Hoewel ik me enigszins verbaasd heb over de snelheid waarmee het verbod is ingesteld, snap ik de hysterie in Frankrijk wel. Het land heeft heel wat voor haar kiezen gehad met alle recente gebeurtenissen. Maar is dit werkelijk de manier waarop je de strijd tegen het terrorisme wint?

Van politieke leiders horen we regelmatig dat we in strijd zijn met het terrorisme, niet tegen de islam. Maar sommigen lijken de zaken, al dan niet opzettelijk, door elkaar te halen. Die lijken islam en terrorisme als één geheel te (willen) zien, ook al zeggen hun monden wat anders. Hierin ligt nu het grootste gevaar!

Ik heb tot nu toe geen enkele vrouw in boerkini zichzelf zien opblazen, niet op het strand en ook niet in het zwembad. Bovendien weten we dat de meeste terroristen er casual bijlopen. Zij willen logischerwijs vooral niét opvallen! Als ze überhaupt iets over hun hoofd trekken is het veelal een (bivak-)muts. Dus waarom per se spoken zien, daar waar ze niet zijn?

Angst een slechte raadgever

Het valt ongetwijfeld niet mee om het hoofd koel te houden in tijden, van aanslagen, deelname aan oorlogen in Syrië en Irak, bescherming van de economische belangen, en de stroom (islamitische) vluchtelingen die voor de poorten van Europa staat. En, niet te vergeten, de opmars van extreemrechts. Het is een hele kluif. Maar als je de angst laat regeren, dan is het gezonde verstand ver te zoeken. Hoe moet je de grote groep vredelievende Franse en andere Europese moslims voor je winnen als je hun vrijheden en rechten onder valse voorwendselen beperkt?

Je krijgt het simpelweg niet uitgelegd dat zij moeten boeten voor de terreurdaden van een enkeling, als ware zij er deelgenoten in of verantwoordelijk voor. Hoe overtuigend kom je nog over als je zegt voor de verlichtingsidealen te staan, maar deze in de praktijk steeds meer ingezet wordt ter profilering en verheerlijking van een ‘monocultuur’ en een versterking van het “wij-zij”-denken? Met dit soort maatregelen laten politici zich eerder voor het karretje spannen van het terrorisme en het rechts-extremisme.

In Nederland vind ik het eerder genoemde citaat van Asscher een goed voorbeeld van dat laatste. Niet alleen maakt hij gebruik van een gechargeerd woord als ‘raar’,  in het zelfde artikel zegt hij even verderop het ‘een achterlijke principe’ te vinden wanneer vrouwen zich bedekken omdat ze het zondig zouden vinden. Een retoriek die eerder zou passen bij een PVV-politicus, dan een PvdA-minister. Is de PvdA dan zo erg de wanhoop nabij, is zij zo verlegen om de genade van het electoraat, dat ze dan maar liever een xenofoob agenda dient in plaats van met een echte oplossing te komen?

Oplossing ligt in solidariteit en emancipatie

Alle verboden in Frankrijk ten aanzien van islamitische kleding ten spijt heeft het eerder verruwing van de samenleving in de hand gewerkt, dan dat het de samenleving een dienst heeft bewezen. Ik vrees dat de politiek simpelweg geen antwoord heeft op de problemen van deze tijd en in de tussentijd maar symboolpolitiek bedrijft om de gunst van de kiezer te winnen – en daarin de gesluierde vrouw als handig instrument gebruikt.

Als het dragen van een boerkini op het strand als provocatief wordt ervaren, is het maar een kleine stap om een hoofddoek ook al zodanig te bestempelen en dit als drogreden te gebruiken om iedere uiting van religie weg te houden uit het publieke domein.

Als we voorlopig geen snelle oplossing kunnen verwachten van de politiek, moeten we dan maar leren leven met terreurs, zoals de Franse president François Hollande stelde na de aanslag in Nice? Dat lijkt me niet! Want chaos en terreur kennen slechts verliezers!

Ik denk dat de oplossing dan toch van de samenleving moet komen, en de heersende politiek een handje geholpen moet worden om haar kleur te hervinden. Die oplossing ligt wat mij dus in solidariteit. Solidariteit vanuit de religieuze hoek, solidariteit vanuit de vrouwenbeweging en solidariteit tussen burgers onderling. Per slot van rekening maakt eendracht macht. Macht om de zaken ten goede te keren tegen alle excessen in.

Hierin ligt ook een pittige maar interessante taak voor de moslima. Als haar sluier dan toch zwaar gepolitiseerd wordt, laat ze deze dan maar inzetten als cement voor de samenleving. En feitelijk doet ze dat al, door actief mee te doen aan het publieke leven tot aan het strand aan toe, ondanks alle negatieve publiciteit van de afgelopen jaren en bijbehorende scheve blikken. De gesluierde vrouw is een moedige en geduldige vrouw. Ze begrijpt, maar wordt niet altijd begrepen. Ze hoeft haar weg niet gewezen te worden, ze kent haar weg. Ze is een weldenkend wezen!

Maria Bouanani

Maria Bouanani

Schrijver

Maria Bouanani studeerde Franse Taal en Cultuur aan de Faculteit Letteren van de Universiteit Utrecht. Voor Nieuw Wij schrijft ze …
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.