In Afrika zeggen wij: de vreemdeling heeft twee ogen open, maar hij is blind. Hij kijkt maar hij ziet niets. En daarom vragen wij de Goden van onze voorvaderen: los ons verleden op in ons heden en bevrijd onze toekomst. Bevrijd ons uit onze angst, angst voor het onbekende, voor de andere die wij als andere hebben leren zien.
Want het is niet waar je geboren bent, niet waar je vandaan komt, niet waar je graag zou willen zijn. Maar het is: daar waar het goed met je gaat, is je thuis. En om te kunnen overleven in je nieuwe land moet je én vergeten én herinneren. Maar wat moet je vergeten, en wat moet je je altijd blijven herinneren?
Toen ik mijn geboorteland moest ontvluchten, het enige waar ik toen naar verlangde, was om jou te ontmoeten. Jij die niet bang bent om je hart en je ziel voor mij te openen, jij die het aandurft een verworpene zoals mij te omhelzen. En dankzij jou, ben ik langzaam geen vreemdeling meer, voel ik me hier langzaam thuis. Dankzij jou hoef ik mij niet meer op te sluiten. Opsluiten vanwege het verleden. Hoef ik niet meer te rennen, rennen voor werelden die ik niet begrijp. Hoef ik mij niet meer te verbergen, verbergen voor wie ik ook van binnen ben. Hoef ik niet meer bang te zijn. Bang zijn voor al mijn donkerte, bang zijn voor de nacht. Bang zijn om door mensen verstoten te worden.
Dankzij jou kan ik al mijn verkronkelde wegen recht maken, mijn vieze rivieren zoet maken. Dankzij jou kan ik ik weer zijn. Dankzij jou kan ik weer rust krijgen, kan ik weer dromen.
Bovenstaande tekst werd eerder door Bright Richards uitgesproken tijdens de IKON-kerstspecial ‘Uit het hart’.
‘Ubi bene ibi patria’ lijkt mij de juiste vertaling van Bright Richards’:
‘Maar het is: daar waar het goed met je gaat, is je thuis’.
De spreuk is klassiek; wie ernaar handelt, bedrijft opportunisme, wat declasserend is, en volgehouden misdadig. De ander, de rechthebbende, de verwaarloosde, is immers de dupe!
Het lijkt nu alsof Richards ons dit anders wil doen zien. In professionele bewoording schildert hij zijn vlucht uit zijn geboorteland als een soort van queeste:
‘om jou te ontmoeten. Jij die niet bang bent om je hart en je ziel voor mij te openen, jij die het aandurft een verworpene zoals mij te omhelzen.’
Heel lyrisch, maar waarom is BR nou echt gevlucht? En het is alsof bij die vraag BR zijn goden inschakelt. Want over Die heeft hij het : BR: ‘In Afrika zeggen wij: de vreemdeling heeft twee ogen open, maar hij is blind. Hij kijkt maar hij ziet niets. En daarom vragen wij de Goden van onze voorvaderen’ enz.
BR heeft zijn goden meegenomen om ons blind te maken. Met praatjes.