Maar het grootste verschil is toch wel de vaart waarmee ontwikkelingen plaatsvinden. Dat gebeurt in China met een dynamiek die in Nederland, en breder in Europa, ontbreekt. Natuurlijk heeft de tijd ook hier niet stilgestaan, maar het gaat allemaal wel een stuk langzamer. Daar zitten goede kanten aan: de vaart waarmee China zich de afgelopen decennia heeft ontwikkeld, kan de gemiddelde Europeaan niet aan, lijkt mij.
Maar er zitten ook negatieve kanten aan die traagheid: Europa blijft namelijk achter, zéker wat betreft technologische ontwikkelingen, zoals kunstmatige intelligentie. En wat ernstiger is: men lijkt het zelf niet door te hebben.
Wie enig besef heeft van wat er met de onvermijdelijke opkomst van China op Europa afkomt, begrijpt dat de tijd van zelfgenoegzaamheid echt voorbij is.
Ter illustratie:
Nauwelijks vijf jaar geleden kwam China met het Belt en Road Initiative, de herleving van de vroegere zijderoute. Dit is een ambitieus plan waarmee China zich toegang en (politieke) invloed verschaft via Europa tot in Afrika en Latijns-Amerika. En nu wordt er alweer een volgend initiatief uitgerold: de ontwikkeling van de Parelrivierdelta. Deze delta is een – naar Chinese begrippen – klein gebied in Zuidwest-China. Er wonen ongeveer 65 miljoen mensen, het omvat onder meer de steden Hong Kong, Shenzhen, Guangzhou en Dongguan en het moet, meer nog dan nu al het geval is, de economische motor van China worden. Binnenkort wordt er in deze delta een van de langste bruggen ter wereld geopend: 50 kilometer en daarbij het toonbeeld van technisch vernuft, want de brug verandert ergens halverwege in een tunnel. Bij dit soort ontwikkeling stimuleert en benut men alle denkkracht en creativiteit die in China aanwezig is en daarbuiten te halen valt. En terwijl in China dit soort ontwikkeling dus voortdendert – er verlaten bijvoorbeeld jaarlijks duizenden hoogopgeleide, ambitieuze jonge mensen de universiteiten, is men er in Nederland nog steeds niet in geslaagd mensen met een bi-culturele achtergrond gelijkwaardig te behandelen. Waarmee hun talenten onbenut blijven en hun gevoel van menswaardigheid wordt beschadigd. MBO-studenten met een bi-culturele achtergrond vinden moeilijker een stageplek dan leerlingen met een ‘autochtone’ achtergrond, blijkt uit een rapport van het Kennisplatform Integratie en Samenleving.
Hier is van vooruitgang geen enkele sprake, want al in de vorige eeuw werd dit probleem herhaaldelijk aangekaart. Ook toen werden er veelbelovende woorden gesproken over daadkrachtige aanpak en actieplannen, maar die zijn allemaal mislukt. Dat Nederland op dit gebied achterblijft, is ernstig. Want wil het multiculturele Nederland -en breder Europa- in staat zijn om een weerwoord te bieden aan de onvermijdelijke opkomst van China, dan heeft men mensen nodig. Ongeacht hun culturele achtergrond. Mensen om op termijn economische, maatschappelijke en technologische ontwikkeling op peil te houden. Maar óók om in de zorg voldoende handen aan het bed en in het onderwijs leraren voor de klas te hebben. Daarvoor zouden er weleens méér mensen kunnen zijn, dan de natuurlijke bevolkingsgroei (die voornamelijk te danken is aan migranten) kan leveren. Daarom is het zaak met een toekomstgericht migratiebeleid en effectief integratiebeleid te komen.
Het voorstel van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs om Syrische statushouders begeleid in te zetten als docenten exacte vakken in het voortgezet onderwijs, is hoopgevend.
De onlangs overleden Kofi Annan, die onder andere bestuurslid was van het Global Center for Pluralism in Canada, sprak herhaaldelijk over diversiteit als bron van kracht. Die visie lijkt in slechts vijf jaar tijd in Europa politiek incorrect te zijn geworden en door steeds minder mensen onderschreven.
Dat is niet alleen teleurstellend, maar vooral onverstandig. Om niet achter te blijven, bijvoorbeeld bij China, zal men in Nederland en Europa alle kennis, kunde en kracht nodig hebben, ook die van culturele diversiteit.
Het is te hopen dat beleidsmakers en politici gaan inzien dat, in plaats van bi- en multiculturaliteit zomaar af te schrijven of als veroorzaker van problemen aan te wijzen, deze tijd vraagt om beleid dat er juist op gericht moet zijn al het aanwezige talent te benutten.
Een belangrijk en inspirerend betoog. Daar moet meer mee gedaan worden.
Goed dat een keer het positieve van China benadrukt wordt, na al die verhalen over mensenrechten (is en blijft een schande) en onderdrukking van religies (is meer disciplinering dan onderdrukking).
Een heel andere vraag is of Nederland (of Europa) echt niet achter mag blijven. Wat is daar tegen?
En weer wat anders is of we zelfgenoegzaam mogen zijn of blijven? Natuurlijk niet. Gewoon bescheiden je ding doen is toch niet zelfgenoegzaam?
Goed stuk! Helemaal mee eens!