Het woord heilig is voor mij een religieuze term. Ik zou het niet zo snel gebruiken voor andere zaken, zoals ‘de vrijheid van meningsuiting is mij heilig’ of ‘mijn kopje koffie en de krant zijn me heilig’. Het begrip is meer verbonden met gevoel dan met ratio. Ik associeer het met absurde begrippen als het beloofde land, met hopen en geloven tegen beter weten in.

Daar tegenover staan cynisme en, in de omgang tussen mensen, het afnemen van iemands waardigheid. Vernedering. Toen ik nog bij de omroep werkte heb ik meegemaakt hoe mensen soms net zolang kritiek uitten op elkaar tot de ander helemaal vernietigd was. Ik vind dat verbijsterend. Hoe kun je? Een ander niet als mens zien is het begin van alle kwaad.

Ik moet nu denken aan de archiefbeelden uit 1941 die de Hongaarse kunstenaar Péter Forgács gebruikt in de film Meanwhile Somewhere. Je ziet hoe een jongen en een meisje worden kaalgeknipt in een Pools dorpje. Om hun nek hangt een bord met ’Rassenschande’. Een keurige meneer in pak knipt de haren af en laat één pluk zitten in de vorm van een varkensstaart. Omstanders juichen en lachen luid.

Dan denk ik: iemand heeft zich ’s ochtends netjes aangekleed, zijn schoenen gepoetst en een schaar ingepakt om vijftig kilometer verder een meisje van een jaar of 14 kaal te gaan knippen. Het lachen van de rest van het dorp raakt mij meer dan beelden van fysiek geweld.

Heilig is voor mij dat zelfs deze twee kinderen nog de hoop kunnen hebben dat ze wel de moeite waard zijn, wel mogen bestaan. Dat ze hun menselijke waardigheid behouden. Ja, dat is irrationeel, maar het is mijn zuurstof waarzonder ik moeilijk zou kunnen leven.

‘Heilig?’ is een project van Trouw, IKON, het Soeterbeek Programma van de Radboud Universiteit Nijmegen en Nieuwwij.nl. Bovenstaand artikel werd eerder geplaatst in Trouw. Afgelopen donderdagavond was Hans Maarten van den Brink te gast in OBA Live.

Adinda Akkermans

freelance journalist

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.