Toen ik in 1977 Arabisch ging studeren en ik op studentenintroductie ging, werd mij keer op keer in alle worksjops en presentaties en groepssessies die ik volgde te verstaan gegeven dat iedereen waardevol was, dat iedereen bijzonder en speciaal was en, ook dat, dat je het met iedereen moest kunnen doen of eigenlijk (we hebben het over de periode voor het AIDS-tijdperk) met iedereen zou moeten doen.

Wat ik wil zeggen is dat racisme en discriminatie mij vreemd zijn. Het zit niet in mijn systeem. Klaar.

Niets menselijks is het Westen vreemd

Maar in de jaren ’80 en ’90 kwamen daar mensen als Philomena Essed die de geschiedenis van het –blanke- Westen bestudeerden, met het accent op de schandelijke periode van de slavernij en de weerslag hiervan op de moderne –blanke- Westerse samenlevingen. Onderzoek en meningsvorming die cruciaal waren en zijn. Zonder meer. De mythe dat het westen de hoogstaande drager is van elementaire menselijke waarden kan niet vaak genoeg worden doorgeprikt.

De nieuwe fakkeldraagsters

Anousha Nzume en VN onderzoekster Verene Shepherd zijn de huidige fakkeldraagsters van dit gedachtegoed. Maar ze maken een elementaire denkfout. Ze stellen dat racisme en discriminatie van nature uitsluitend verankerd liggen in de geest van de blanke mens en dat die neigingen tot op de dag van vandaag een rol spelen in hun omgang met gekleurde mensen. Door racisme gelijk te stellen aan de aard van de blanke mens maken zij zich schuldig aan het zelfde vergrijp als ze hun tegenstanders verwijten. Ze achten zich blijkbaar superieur en beter dan de blanke mensen want de gekleurde mensen zouden geen last hebben van dit virus. Zoals de blanke mens indertijd doordrenkt was met een superioriteitsgevoel ten opzichte van gekleurde mensen, het zat hen in de genen, zo zit een vergelijkbaar superioriteitsgevoel in de genen van gekleurde mensen ten opzichte van blanken. Volgens VN-onderzoekster Shepherd is het ergste dat er in dit land geen enkel besef zou zijn van onze racistische en discriminerende karaktereigenschappen.

Ik blijk dus racistisch en discrimerend te zijn maar ik weet het nog niet.

Een dergelijke analytische visie op maatschappelijk verschijnselen als racisme en discriminatie is schadelijk voor diezelfde samenleving. Het is er, maar we zijn het ons niet bewust.

Lees hier verder.

Bron: The Post Online

Jan Jaap de Ruiter

Jan Jaap de Ruiter

Arabist

Jan Jaap de Ruiter (1959) is arabist en de Arabische taal is zijn grote -professionele- liefde. Het Arabisch is een van de twee ankerpunten …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.