Zo staat er in het regeerakkoord: “We vinden het belangrijk de kennis over onze gedeelde geschiedenis, waarden en vrijheden te vergroten. Deze maken ons tot wat we samen zijn.[..] Dit zijn waarden waar we trots op zijn en die ons maken tot wie we zijn. Het is van groot belang dat we die historie en waarden actief uitdragen. Het zijn ankers van de Nederlandse identiteit in tijden van globalisering en onzekerheid.”

Nationale identiteit

En als gevolg hiervan willen ze iedere scholier naar het Rijksmuseum brengen en het Wilhelmus leren (Sybrand Buma wil ze zelfs verplichten het te zingen), en krijgen 18-jarigen en mensen die de Nederlandse nationaliteit ontvangen, de canon van de Nederlandse geschiedenis uitgereikt. Wij moeten en zullen iedereen een echte Nederlandse identiteit geven.

Het rechts-nationalistische verlangen naar nationale symbolen wordt hierin gepresenteerd als een ontdekkingsreis, als mensen bewust maken van bestaande kennis, maar eigenlijk is het een proces dat die identiteit juist wil creëren. Dit neemt de meest groteske vormen aan in de persoon van Thierry Baudet, die constant teruggrijpt naar een fictief beeld van een volledig wit, 19e-eeuws Europa als ideaal. Maar het verlangen om een nationale identiteit vorm te geven is bijna universeel in de Nederlandse politiek.

Dat de basis van dit proces vooral uit ahistorische onzin bestaat maakt voor de nationalist niet uit en kan daarom niet met feiten worden bestreden: het gaat niet om de nauwkeurigheid van de Joods-christelijke fictie, maar om het mogelijk maken van een gedeelde identiteit – Eric Hobsbawm noemde dat het uitvinden van tradities, en de resulterende natie werd door Benedict Anderson een ingebeelde gemeenschap genoemd.

Opwekking van vaderlandsliefde

Dit zagen we ook toen Nederland werd uitgevonden in de negentiende eeuw. Onze geschiedenis wordt vaak gepresenteerd als een rechte lijn van Willem van Oranje naar nu, maar het Koninkrijk der Nederlanden zoals we het nu kennen werd pas in 1815 gesticht – en al die nationale mythes over de oorsprong van ons land werden in de daaropvolgende decennia gevormd, en hervormd toen België in 1830 in opstand kwam.

Het vormen van de bevolking, van de Nederlandse burger, was daarna van boven ingericht proces. Onder meer het Rijksmuseum, het Wilhelmus (in 1935 pas volkslied) en de geschiedenisles waren daar middelen voor.

Toen het parlement dan ook in 1857 de geschiedenisles een verplicht onderdeel van het lager onderwijs maakte, was het doel de “opwekking van warme vaderlandsliefde als bestanddeel der nationale opvoeding”. In 1878 moest alleen dat deel van de geschiedenis dat de leerling kennis gaf van de Nederlandse staat en de “grote daden van ons voorgeslacht” verdieping krijgen. Onderwijs moest De Nederlander een gedeelde identiteit geven, en hem een productief lid van de natie maken.

Zelfs nu is dat eigenlijk de insteek van het onderwijs. Lees alleen maar de WRR-publicatie over identiteit en geschiedonderwijs uit 2007: de les dient een “herziening en uitbreiding van de nationale identiteit” te geven. Het doel is vorming van de burger en de natie.

Kabinet
Beeld door: NOS

Samenstelling bevolking

Niet alleen de natie maar ook de samenstelling van de bevolking wordt in zo’n proces gevormd: wie hoort er bij Nederland, en wie niet? In de negentiende eeuw: witte mensen wel, niet-witte mensen niet. Ons koloniale rijk was dan vele malen groter dan het Europese deel van Nederland, al die gekoloniseerde mensen konden ‘natuurlijk’ geen Nederlanders zijn.

Die racistische keuze werkt nog door in het heden: de bijstand, toeslagen en algemene financiële ondersteuning van inwoners van de eilanden die wij nog steeds koloniseren zijn veel lager dan van Nederlanders in Europa. Vorig jaar nog behandelde de Tweede Kamer een VVD-wet die veel mensen uit Aruba, Curaçao en Sint Maarten de toegang tot Nederland zou ontzeggen. Alleen al het feit dat wij de mensen die wij koloniseerden en tot slaaf maakten, en veel van hun afstammelingen, de toegang tot Nederland ontzegden, bepaalt tot op de dag van vandaag de fysieke samenstelling van de Nederlandse bevolking.

In die context moeten we moderne immigratiebeperkende maatregelen zien: het uitsluiten van vluchtelingen van basisvoorzieningen, het bemoeilijken van immigratie en nationalisering, het afpakken van de Nederlandse nationaliteit van sommige Syriëgangers, de absurd harde selectie van de IND in het vluchtelingenproces. Dit heeft allemaal als gevolg dat de Nederlandse bevolking witter is en wordt dan zij anders zou zijn.

En daar komt ook het Wilhelmus van Buma om de hoek kijken: het vormen van die nationale Nederlandse identiteit, het bepalen van wat het betekent om een Nederlander te zijn en wie daar voor in aanmerking komt, het fysiek selecteren van de Nederlandse bevolking: het zijn allemaal uiting van 19e-eeuwse, nationalistische politiek.

De kabinetsplannen zijn via deze link terug te lezen.

Sander Philipse

Sander Philipse

Publicist

Sander Philipse schrijft normaal gesproken over American Football maar vindt progressieve zaken ook belangrijk.
Profiel-pagina
Al 4 reacties — praat mee.