Kunst is een morele praktijk, en dus ook een culturele praktijk. Kunst moet ons laten nadenken over en meevoelen met van alles en nog wat. Zonder dat we daar direct naar handelen. We worden niet geacht het podium op te stormen om de heldin van een wisse dood te redden, maar wel om mee te voelen met de keuzes van Oedipus en wat die in zijn leven teweegbrengen. Ons medeleven zuivert ons gevoel, volgens Aristoteles.

Het is niet altijd leuk of fijn wat er in de kunsten gebeurt – juist niet. En zeker tegenwoordig niet, zo lijkt het. In veel hedendaagse kunst worden taboes doorbroken: morele, culturele, religieuze en andere taboes. Dat kunst ons over culturele taboes laat nadenken, behoort tot haar taak zouden we kunnen zeggen. En dat dit nadenken gemakkelijker gaat als de taboes ook in je aanwezigheid overschreden worden dan wanneer zo’n overschrijding alleen maar gesuggereerd of gerapporteerd wordt, zal iedereen wel duidelijk zijn. Het heeft meer impact wanneer we iemand vermoord zien worden dan wanneer iemand vertelt dat er iemand vermoord is.

Maar moeten of mogen in naam van de kunst alle taboes overschreden worden? Voor de duidelijkheid: nee. Moord en verkrachting zijn in de kunst net zo taboe als in het leven van alledag. Veel kunstwerken gaan echter over immorele zaken op een manier waarbij ze de bijbehorende morele taboes eigenlijk überhaupt niet overschrijden, hoewel het wel die schijn heeft. Marco Evaristti stelt goudvissen tentoon in blenders met de stekker in het stopcontact. Tinkebell maakt een tasje van haar eigenhandig de nek omgedraaide kat. Guillermo Vargas Jiménez stelt een uitgehongerde zwerfhond ten toon, met eten en drinken net buiten het bereik van het touw waar hij aan vastzit.

Daar worden veel mensen heel boos over, maar die boosheid gaat grotendeels over die mensen zelf. Wij vermoorden dagelijks miljoenen vissen op inhumane wijze; wij laten onze huisdieren ‘inslapen’ (zoals we dat vergoelijkend noemen) zonder er de verantwoordelijkheid voor te voelen; en wij lopen met een zeer grote boog om zwerfhonden heen, zeker als ze op sterven na dood zijn.

Maar Gregor Schneider overschrijdt wel een grens – ik weet niet of het een taboe is. Hij nodigde stervenden uit om hun laatste ademtocht in een galerie uit te blazen. Zijn idee was dat sterven gewoon bij het leven hoort en dus ook gewoon in de kunst thuishoort. Maar heeft hij daarin gelijk? Sterven is een universeel thema maar het sterven van een individu is dat niet. We zien deze specifieke man sterven in de galerie en moeten dan volgens Schneider aan het universele thema denken. Wat een verschrikkelijke onzin wordt hier uit naam van de kunst uitgekraamd. Ja, kunstenaars schieten wel eens door. En dan zijn er de zogenaamde Weense Aktionisten.

Ik zie geen redenen om bij het overschrijden van impliciete of expliciete regels of taboes bepaalde morele of politieke symbolen te sparen. Hoewel ik het kan begrijpen dat de samenleving als geheel er enkele van deze ruimhartige houding wil uitzonderen: ontkenning of bagatellisering van de shoah, en jeugdig naakt – dat laatste om de groei en bloei van pedofiele netwerken tegen te gaan. Dat doe je niet. Ik zie evenmin veel redenen om religieuze symbolen uit te zonderen van ‘behandeling’ door de kunsten. Zeker niet als die religie zelf de macht van het beeld uitbaat.

Maar biologische taboes hebben geen plaats in de kunst. En dat is zo omdat ze dieper liggen dan alle denkbare culturele betekenissen of taboes die we er mogelijk mee verbinden. Laat ik het zo zeggen: waar mensen een betekenissysteem gebouwd hebben op de eigenschappen van de wereld, zijn die betekenissen beschikbaar als materiaal of inhoud voor de kunsten. Maar al wat voorafgaat aan betekenissen en louter biologisch is, daar heeft de kunst niets te zoeken. Kunst is daar zinloos en louter uit op choqueren.

Poep eten; urine drinken; dieren afslachten en je in hun ingewanden wentelen; je eigen overgeefsel opeten; masturberen naast een baby’tje; een met vuurwerk gevulde dode stier uit een helikopter laten vallen. Dit is een willekeurige en verre van uitputtende greep uit de Aktionen waar de Weense Aktionisten zich onledig mee hielden en nog houden. Met kunst hebben dit soort rituele smerigheden niets te maken en wel omdat ze stuk voor stuk om de overschrijding van biologische taboes draaien.

Rob van Gerwen

filosoof, docent kunstfilosofie aan de Universiteit Utrecht

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.