Zo wordt, volgens haar, voorkomen dat er selectief, inconsequent en misleidend met etnische kwalificaties wordt omgesprongen. Woorden zijn niet onschuldig, aldus ook de chef Opinie van de Volkskrant. Het maakt uit hoe we elkaar benoemen in een diverse, multi-etnische samenleving. De reden dat bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam en het Sociaal en Cultureel Planbureau de term allochtoon niet meer gebruiken, evenals de Belgische krant De Morgen.
De ombudsvrouw vertelde dat ze regelmatig door briefschrijvers op de vingers wordt getikt. In de trant van ‘of alleen blanke personen over een Nederlands paspoort beschikken’ of ‘altijd leuk om te horen dat je niet thuishoort waar je geboren bent’. Ook ik heb, met collegiale groet, in het vroege voorjaar met Kranenberg gemaild. Mijn aanleiding vormde een razend interessant artikel in de bijlage VONK over hoe het bestuur in Nederland wordt bedreigd, aan de hand van interviews met de burgemeesters van Gilze en Rijen en Heusden. De eerste geeft daarin het voorbeeld van een Turkse wethouder die in 2010 bij de verkiezingen net buiten de boot viel, en in 2013 lijsttrekker van de PvdA poogde te worden aan de hand van stemmen van Turkse mannen die zich enkel voor dat doel hadden aangemeld bij de partij.
Mijn ongenoegen vormde niet zozeer de aantijging, ook al was wederhoor op zijn plaats geweest, maar de manier waarop deze Turkse-Nederlanders weg werden gezet. Ik schreef: “Ze is geen Turkse wethouder, dat is apert onjuist. Ze heeft wellicht twee paspoorten maar daardoor is ze nog geen Turkse wethouder.” En: “Die Turkse mannen in het verhaal zijn vast niet uit Turkije gekomen om met haar samen te spannen, maar zijn ook gewoon Nederlandse staatsburgers, wellicht net als zij met twee paspoorten.” De ombudsvrouw reageerde instemmend. Ze was al langer met dit onderwerp bezig en ze broedde op een voorstel hoe de eigen berichtgeving zowel nauwkeuriger kan als recht kan doen aan de realiteit. Haar oplossing is daar: de streepjes-Nederlander.
Net als de Vlaamse krant De Morgen kreeg ook de Volkskrant kritiek over zich heen. De realiteit zou er niet door veranderen. Ik moest in dit verband denken aan de uitspraak van Halleh Ghorashi, hoogleraar diversiteit en integratie aan de Vrije Universiteit, in een interview met mij over het volkomen ‘witte’ kabinet Rutte, de blauwrode coalitie van VVD en PvdA. ‘Een van de privileges van mensen die privileges hebben is dat ze die privileges als vanzelfsprekend ervaren.’ Het is een houding die er volgens haar toe leidt dat degenen die tot die geprivilegieerde groep behoren die privileges als vanzelfsprekend ervaren. En dat degenen die er geen deel van uitmaken en dat ter discussie stellen, wordt verweten dat ze de rol van slachtoffer aannemen. Ghorashi: “Op die manier worden alleen immigranten pleitbezorger van het idee dat zij de macht willen delen met de ‘witte’ bevolking. Dat is te beperkt voor een brede maatschappelijke discussie.” De hoofdredacteur van De Morgen zei het in 2012 in een statement op de voorpagina als volgt: Je kan niet een beetje allochtoon zijn, het is erbij of er niet bij horen.
In de kern gaat dit debat niet enkel over een preciezere beschrijving van bevolkingsgroepen, het bewuster nadenken daarover, maar over de hedendaagse drang tot in- en uitsluiting. Een orde waarbinnen, aldus de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben, niet voor iedereen dezelfde plek is. Hij brak, zo leerde het zomernummer van De Groene Amsterdammer me, eind jaren negentig internationaal door met een originele analyse van de westerse politiek: moderne politiek is een aaneenschakeling van uitzonderingstoestanden. Hij neemt radicale standpunten in en zoekt naar de radix, de wortel van het probleem. In zijn beleving is historisch bewustzijn dan ook essentieel. Maar wat me vooral trof was de gedachte dat het westerse denkkader ons weliswaar helpt om de wereld om ons heen in kaart te brengen, maar dat het dat wel doet met een selectie van categorieën. En dat dat van invloed is op onze vrijheid. Kortom hij stelt hier net als Ghorashi de vraag aan de orde hoe groot die selectie is, en hoe vanzelfsprekend. En welke andere manieren om naar de wereld te kijken daardoor aan ons voorbij gaan.
Het dilemma van de kwalijke uitsluitingsmechanismen als allochtoon, Turk of Marokkaan wordt zo ontmaskerd als een uiting van onze historische manier van denken: in tegenstellingen. Met andere woorden: pas als we ons realiseren hoe diepgeworteld de hedendaagse problemen zijn, kunnen we een nieuw denken ontwikkelen. Een taak die Agamben opdraagt aan de nieuwe generatie. Dat mag zo zijn, maar ik zou met Ghorashi pleiten voor een brede maatschappelijke discussie. Ik voorzie niet dat er een nieuwe, in dominantie ‘witte’ generatie van politici met die visie op zal staan in Nederland. We moeten gezamenlijk aan de slag; het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De bundel Profanaties van de Italiaanse filosoof Agamben is recent in het Nederlands uitgekomen. Het is geen gemakkelijke kost, maar voeg het toe aan uw lijstje nog te lezen boeken.
Veel volken, waarschijnlijk de meeste, stonden en staan eniger mate ambivalent tegenover vreemdelingen op hun territoir.
Van de primitieve Australiërs berichten antropologen dat zij vreemde mensen die zij onuitgenodigd op hun terrein aantrof¬fen en faalden tot genoegen van de eigenaars enige graad van verwant¬schap met hen aan te tonen, soms doodden. En als op de Filippijnen Illongot mannen – in dit soort zaken is het geloof ik altijd dat genus – door een persoonlijke tragedie worden getroffen, geven zij aan hun leed uitdrukking door op vreemdelingen te jagen en hun hoofd af te snijden. De anthropoloog Rosaldo die ons over deze ‘cultuurtrek’ informeert, acht dit vertoon van uitzinnige woede een eerlijke en bewonderenswaardige zaak.
Traditioneel-Tibet was onder het regime van de Oceanen van Wijsheid, de Dalai Lama’s (Gyalwa Rinpo¬che) onderworpen aan strenge wetten tegen het helpen van vreemdelingen.
In Japan waren ze evenmin verzot op vreemdelingen – de Hollanders op Decima waren absoluut uitzondering – en in Keizerlijk China werden Westerlingen kuai tse is (zoiets als) vreemde duivels genoemd.
De TROBRIANDERS. Het dorpsplan van Omarakana op een van de Trobriand-eilanden in Melanesië toont twee concentrische cirkels, in drie sectoren verdeeld. De eerste sector is die van de matrilineale clan van het hoofd, de tweede behoort aan de vrouwen van het hoofd, d.w.z. aan de vertegenwoordigers van de clans door huwelijk geallieerd, de derde is van het gewone volk. De laatste categorie is onderverdeeld in secundaire grondeigenaars en vreemdelingen. De laatsten hebben geen eigendomsrechten in het dorp. De binnenste ring is sacraal, de buitenste profaan. (C.L-Strauss, ´Social Structure).
TIMOR. De Leidse anthropoloog van Wouden schrijft dat in een Timorees koninkrijk in zuid Tétun naar de Heer van het Land wordt verwezen met de woorden ‘rai o’an.’ Dat woord duidt een groep van afstammelingen aan, erfgenamen van de eerste bezitters van de grond. ‘Rai o’an’ (Raja Tanah?) betekent volgens de Engelse vertaler ’children of the land’, of zeg maar gewoon autochtonen. Bij bepaalde offers en rituelen, vermoedelijk het koninkrijk als geheel betreffend, horen deze ‘rai o’an’ aanwezig te zijn, maar voor de rest hebben zij volgens van Wouden geen speciale invloed.
Samengevat. Vogelvrij en onder hemelse sanctie is de vreemdeling iemand met wie je structureel twee kanten op kunt. En is het de primitieve samenleving gegeven beide zijden als evenwaardige mogelijkheden te demonstreren. ‘Indien’, schrijft C. L.-Strauss ‘onder meer bij de Ifugao op de Filippijnen de meest algemene betekenis van aidu vreemdeling is, en indien de afgeleide betekenissen daarvan 1. aanverwant (geallieerde) en 2. vijand zijn, dan is het volkomen duidelijk dat die laatste twee betekenissen twee onderscheiden modaliteiten zijn van, of exacter twee manieren van kijken zijn naar dezelfde realiteit’.
In een ´brede maatschappelijke discussie´ over uitsluiting in Nederland die Gorashi voorstaat, lijkt het mij met haar professie te stroken als zij mijn beknopt overzicht over de relatie allochtoon-autochtoon drastisch aanvult.
Ten slotte specifiek over ´uitsluiting´ van Turken in Nederland door Nederland. Welnu, hoe staat met de uitsluiting van non-Turken in Turkije? Wat is er ook weer van de Armenen daar terecht gekomen, hoe vergaat het er de Kurden nu? Wat dat betreft mogen we geloven dat Turken tot een type van cultuur behoren dat in het rijtje past dat ik over extreem vreemdeling-werende samenlevingen heb gegeven. Alleen al op basis van (non-)reciprociteit zou ik me dus over neder-Turkse uitsluiting maar geen zorgen maken. Het vergaat ze hier relatief opperberst en per slot van rekening kwamen ze ´BINNEN ZONDER KLOPPEN.´ Het is Nederland waarover wij ons ernstige zorgen moeten en mogen maken.