In die tijd besloot ik een cursus iconenschilderen te volgen bij George Sandberg, een diaken van de orthodoxe kerk, die lesgaf volgens de oude, Russische manier van iconen vervaardigen. Ik hield van schilderen en was nieuwsgierig naar een vorm van christelijke spiritualiteit die mij volkomen onbekend was. Voor George is iconen schilderen een wijze van bidden. Voordat we aan de slag gingen, werden we uitgenodigd tot stil gebed, het vergeven van onze vijanden en het lezen van een regel van toewijding aan de Heer die wij in het schilderen wilden eren. Er waren heilige momenten op die schilderavonden, als we goochelden met eidooiers, kalk, beitels en potjes pigment. Dan beseften we diep dat de Heer onze wereld van kleur en smaak, van gevoel en lichaam, was binnengekomen. God is niet alleen hoogverheven in een ondoorgrondelijk licht, maar ook nabij, bekleed met ons vlees, met onze angst, met ons plezier.
Dit is wat iconen ons zeggen: Gods heilsdaden van lang geleden worden ook in onze tijd, in ons leven voortgezet. De heiligen die wij schilderen wijzen ons op de inwoning van de Geest ook in onze levens. Het typische iconenlicht is een verwijzing naar de Bron die ook ons wil verlichten. Het contempleren van iconen – het luisterend stil zijn – kan ons een weg wijzen naar hoe het heil van God nú gestalte wil krijgen.
Ik vermoedde nog niet dat het de Geest van God zelf was die mij een nieuwe taal aanleerde. Geen enkel idee had ik van de bevrijding die mij door een icoon zou worden aangezegd. Mijn vriendin kwam maar moeizaam uit de cocon van haar zwart verdriet. Het bleef me een raadsel waarom haar pijn zo belangrijk voor mij was. Haar ups en downs werden die van mij. Ik had het gevoel alsof haar bevrijding uit deze schaduw van de dood mij ook zou vrijmaken.
Tijdens een periode waarin mijn vriendin door wanhoop werd beheerst, schilderde ik de Moeder Gods van Vladimir als voorbede voor haar en troost voor mijzelf. Op deze icoon heeft de Moeder Gods dezelfde weerloze blik als die van mijn vriendin: de blik van een moeder die haar kind verliest. Het Kind wordt gedragen door de Moeder, maar tegelijkertijd ondersteunt het Kind de Moeder in haar pijn. Door het schilderen voelde ik me gekend door God die als een moeder pijn lijdt in het lijden van haar kind. Ik voelde me verbonden met het Kind dat niet de pijn van de moeder kan voorkomen, maar het wel draagt.
En plotseling wist ik waarom de ogen van mijn vriendin mij raakten tot op de bodem van mijn ziel. Plotseling wist ik waarom de ogen van de Moeder Gods tot mij spraken. Die blik kende ik immers. Diezelfde blik had mijn moeder toen zij haar zoontje verloor. Mijn moeder die ik niet bij machte was te troosten. Diezelfde ongetrooste pijn kende ik, het diep verborgen leed van een vijfjarig kind, de grote moeder/ zus die haar broertje verloor.
De icoon wierp een nieuw licht op mijn leven en wees mij de weg van troost en bevrijding. Het duurde nog bijna een half jaar voordat ik begreep dat ik mijzelf schuldig had geacht aan de dood van mijn broertje, zoals kinderen soms doen. Toen pas was er bevrijding en genezing van een oude, volkomen verdrongen wond.
Schitterend verwoord door mevr. Vonkeman. Ik ben zelf ca. 10 jaar geleden begonnen met het schilderen van iconen, dus deze tekst is een en al herkenning.