Ook confronteert de vraag naar wie een vrouw is ons met het gegeven dat een harde binaire scheiding tussen slechts twee genders niet bestaat. Dat betekent dat we ons niet slechts alleen uit kunnen spreken voor vrouwen in ‘het ambt’, maar ons tegelijkertijd ook uit moeten spreken voor een ‘inclusief ambt’ onafhankelijk van genderidentiteit. Want waarom zouden we ons hard maken voor vrouwen in het ambt als we daarmee tegelijkertijd mensen die zich identificeren als a-gender, niet-binair of gender-queer uitsluiten?
De ambtsdiscussie is eveneens beladen: want wie heeft het recht om te bepalen wat een ‘ambt’ is en wie daarvoor in aanmerking komt? Hoe komt het dat de ambtsstructuren juist in de christelijke gemeentes drager zijn geweest van patriarchale structuren? Is het ‘ambt’ in de netwerksamenleving een structuur uit lang-vervlogen tijden of is het mogelijk om op een nieuwe en zinvolle wijzing invulling te geven aan leiderschap?
Inclusie
In mijn vorige twee artikelen stond ik voornamelijk stil bij evangelisch feminisme en de noodzaak om binnen de evangelische beweging zich uit te spreken voor de volledige inclusie van vrouwen binnen de gemeente. Binnen deze beweging speelt de vraag naar het ambt minder, maar juist op het protestantse erf is de discussie over vrouwen onlosmakelijk verbonden met het kerkelijk ambt.
In dit artikel ga ik nu verder in op de argumenten voor volledige inclusie binnen protestantse geloofsgemeenschappen voor iedereen die zich niet als ‘man’ identificeert. Ik voer dit gesprek graag breder dan de focus op de woordverkondiging die verbonden is met het ambt, maar wil juist in deze bijdrage de nadruk leggen op de bediening van het avondmaal.
Het gezamenlijk vieren van de maaltijd van de Heer als funderende geloofspraktijk wordt gekenmerkt door een grote bandbreedte aan betekenissen die ons bepalen bij de reddende aanwezigheid van Christus door zijn dood en opstanding. Als polyvalent symbool van de concrete aanwezigheid van God in ons leven verbindt het ons met de schepping en de aarde en met de voleinding en het koninkrijk, en het concrete dagelijkse leven wat geleefd wordt tussen de tijden.
Broodmaaltijd
Een tijd geleden was ik te gast in een gemeente waar de maaltijd gevierd werd met drie verschillende soorten brood: matzes, een paasstol en roggebrood. De matze symboliseert de verbondenheid met Israël en Gods reddende handelen in de geschiedenis. De paasstol is het brood van de opstanding, beeld van het leven in overvloed. En het roggebrood, stug en rauw, is beeld van de weerbarstigheid van het dagelijks leven, en tegelijkertijd belijdenis van Gods aanwezigheid in het lijden. Deze drie vormen van het delen en breken van het brood bepaalden voor mij de rijkdom die aanwezig is in de maaltijd van de Heer en die in verschillende contexten verschillende betekenissen kan krijgen.
Wat betekent het dan voor vrouwen en niet-binaire personen als zij uitgesloten worden van het uitdelen van deze gaven, deze diverse gaven die spreken tot ons in onze concrete levensomstandigheden? De crux zit ‘m mijns inziens in het gebaar, het symbool van het uitdelen: in de maaltijd van de Heer vieren we de genade die tot ons is gekomen, genade op genade, de gift van de onvoorwaardelijke liefde. We mogen doorgeven van wat we ontvangen hebben.
De gezamenlijke maaltijd maakt ons als zeer diverse christenen één lichaam van Christus, waarbij we belijden dat er in Christus geen man is en geen vrouw, geen slaaf en geen vrijgeborene, geen Jood en geen Griek. Op grond van welk argument zouden vrouwen en niet- binaire personen dan uitgesloten mogen worden van het uitdelen van de gaven? We belijden immers dat wij niet zelf, uit eigen beweging, de gaven uitdelen, maar dat Christus de gever is, en ons als gasten aan zijn tafel nodigt.
Het avondmaal is bij uitstek een maaltijd die grensoverschrijdend is, omdat er een nieuwe gemeenschap gevormd is die de aanwezige uitsluitingsprocessen in de maatschappij kritisch aan het licht brengt. Juist omdat het lichaam van Christus ongedeeld is, mogen wij niet doorgaan dit lichaam op te delen en andere genders dan de mannelijke uitsluiten van het uitdelen van de gaven. Het is niet voor niets dat Paulus zo stellig ageert in 1 Korinthe 11 tegen praktijk van de vieringen in Korinthe: rijken waren dronken en volgepropt en de armen hadden honger. Op die manier loopt de eenheid van Christus gevaar en worden juist de scheidslijnen die lopen in de samenleving ook in de christelijke gemeenschap versterkt.
Mannelijk
Door de kwestie van ‘vrouw’ en ‘ambt’ als het ware op deze manier te deconstrueren komt er ruimte voor een minder massieve benadering van deze begrippen: het is uiteraard niet de bedoeling dat door op te komen voor de rechten van vrouwen in de kerk andere groepen juist naar de marge gedrongen worden. Door de focus te richten op het belang van de maaltijd van de Heer wordt duidelijk hoe ernstig op dit moment de uitsluiting van zo’n groot deel van het lichaam van Christus is.
Kernbegrippen van de christelijke traditie staan op het spel als het Avondmaal vereenzelvigd wordt met alles wat mannelijk is en daarbij zo’n groot deel van het lichaam van Christus geweigerd wordt om uit te delen van de genade ontvangen in Christus zelf.
Schrijfster valt met de deur in huis door over ‘HET ambt’ te spreken. Pas in de loop van het artikel wordt duidelijk dat het gaat om een bepaalde functie in een bepaalde religieuze organisatie.
Dit begin roept bij een niet-christelijke man een grote vervreemding op.
Toch bevat het artikel ook voor mij wel een interessant aspect, de stelling namelijk van “het gegeven dat een harde binaire scheiding tussen slechts twee genders niet bestaat.” Bij de mens zal schrijfster bedoelen maar waarom zou zich dit beperken tot de menselijke soort? Ik ben geen bioloog maar denk dat als het bij de mens voorkomt, het dan ook bij diersoorten kan gebeuren, (ook al hebben die geen ambt). Dat roept de vraag op naar de evolutionaire betekenis van dit verschijnsel. Wat zijn de evolutionaire voordelen? Is hier sprake van een mutatie, van een nieuwe soort? Vervreemdende vragen.
Ik vind het vreemd, dat juist een theologe vragen stelt bij de ‘binaire scheiding’ tussen man en vrouw, waar de Bijbel al op de eerste bladzijde vermeldt, dat God de mensen schiep naar zijn beeld (dat wordt niet van de dieren gezegd) en ‘mannelijk en vrouwelijk’ (dat blijkt ook in de dierenwereld zo te zijn trouwens, zoals blijkt in Genesis 6 en verderop in de bijbel).
Ook is het vreemd, dat de betekenis van het Heilig Avondmaal zo wordt getransformeerd. Jezus heeft hiermee toch gewezen op zijn gebroken lichaam en vergoten bloed tot een volkomen verzoening van de zonden van degenen, die Hem als Verlosser aanvaarden?
Dit is geen herinterpretatie van de Bijbel. Hier wordt de boodschap van de Bijbel getransformeerd tot het tegendeel. De Bijbel zegt: God staat aan het begin en schiep. De mens zondigde en haalde allerlei ellende en verdriet over zich heen. Dat wordt ook niet allemaal ongedaan gemaakt. Elk mens zal eens moeten sterven en er gaat veel lijden aan vooraf. Maar God belooft (op bladzijde 2 al) redding en verlossing. Zalig, wie geloven, want op hem/haar heeft de tweede dood geen vat.
@Henk,
Eleonora Hof zet haar theologie in voor de hamvraag: hoe gaat de kerk om met mensen die niet in een binair hokje passen. Svp daarop focussen.
Een kleine correctie,
Eleonora heeft het over vrouwen die niet in een binair hokje passen. Dat maakt het logisch dat er dan ook ‘mannen’ zijn die niet in een binair hokje passen (die dus samen met genoemde ‘vrouwen’ mensen vormen) maar daar heeft ze het niet over.
In de eerste chr. gemeenten werd de WAARDE van mensen niet afgemeten op grond van welk onderscheid ook.
Maar al snel begon het vaststellen van “een pikorde”.
Met Paulus raakte het idealistische gelijkheidsprincipe verstrikt in regels en wetten die in steen gebijteld staan en waarbij de vrouw in de lagere regionen belandde.
De man werd ook in de kerk weer “de baas”.
Maria Magdalena werd daarbij van belangrijkste apostel gedegradeerd tot hoer.
De 7 ZONDEN die zij begaan zou hebben (=R.K.), werden in reactie daarop juist weer tot de 7 kwade krachten (b.v. afgunst) die zij OVERWONNEN had (gnostisch).
Het instituut “Roomse Kerk” heeft zich daarna weer beijverd in allerlei perioden om andere (en vrouw vriendelijke) stromingen met wortel en tak uit te rukken.
De betekenis van Maria Magdalena (eigenlijk de oergodin) is dat zij in alle gradaties en in allerlei tijden en onder allerlei namen als “het vrouwelijke” verschijnt: als Wijze, Vruchtbare, Moeder, Echtgenote, Zuster, Kind, Hoer.
Ook in het mannelijke heb je dit soort gradaties.
Alleen wanneer het mannelijke en het vrouwelijke in perfecte harmonie zal zijn … de laagste graad gelijkwaardig zal zijn aan de hoogste … oost en west elkaar aanvullen in plaats van bestrijden … zal het Paradijs op Aarde gegrondvest worden…(= vrij naar Het Evangelie van Thomas.)
(Trek je er niets van aan, hoor, mensen!
Het is slechts de mening van zo’n onbeduidende, dwaze vrouw.)
@Louise. Dat is mooi gezegd: de WAARDE mag niet worden afgemeten aan het man of vrouw zijn. Dat is ook wat Paulus bedoelt in Galaten 3 : 28, denk ik. Niet dat je geen vrouw of man meer bent natuurlijk. Maar mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig in het koninkrijk der hemelen.
Dat de visie daarop later is ontspoord zegt niets over hoe het fundamenteel is.
Gelijkwaardig is niet hetzelfde als gelijk. In een voetbalteam (m/v) zijn alle spelers gelijkwaardig. Maar de één heeft een andere positie dan de ander.
Henk, reactie aangepast. Blijf bij het onderwerp en volg de huisregels.
Henk, wij hebben heel verschillende gedachten t.a.v. geloof.
Jij kunt me echt niet overtuigen, hoor, maar ik vind het prima dat jij anders denkt.
-Ik heb niet veel met Paulus.
Hij is mij gewoon te fanatiek.
Eerst is hij “een ijveraar” voor de joden en later is hij even gedreven voor de jonge jezusbeweging.
-Hij wil iedereen bekeren tot zíjn idee van het christendom, ook de joden.
Ik denk juist dat er meerdere wegen zijn. Één daarvan leidt naar Rome, één leidt naar Jeruzalem en één naar Mekka.
De belangrijkste weg is echter … die naar binnen (volgens mij).
-Vrouwen mogen bij Paulus dienstbare taken uitvoeren. Maar ze moeten vooral hun mond houden over geloofskwesties.