Dit zijn de lege dagen van januari. Nog weinig afspraken, de feestverlichting buiten afgebroken, de rokende resten van ‘feestelijkheden’ van Oud en Nieuw zijn inmiddels verdwenen en er is een nieuwe kalender. Het is nog stil in de winkelstraten en de wijken en de dorpen er omheen. Het nieuwe jaar dient zich naakt, onwennig en vooral koud aan met hier en daar wat sneeuw. Wat doet een mens met die leegte na de overvolle decembermaand? Maakt een lege agenda onzeker? En maken te weinig reacties op sociale media iemand ongezien of onopgemerkt, leeg van binnen? Misschien ontstaat er iets anders.

Meister Eckhart 1260-1328) zei ooit: Das ledig Gemüt vermag alle Dinge. Daarmee geeft hij aan dat er mogelijkheden en kansen liggen in een lege gemoedstoestand. Ook voor de dichter en filosoof Rumi (1207-1273) is leegte een positieve staat van zijn:

Ik ben deze weg ingeslagen – noem het
‘liefde’ of ‘leegte’. Ik weet slechts wat
daar niet is: de zaden van wrok, hebberigheid en
‘voor wat hoort wat’ en zorgen om
‘wat levert het mij op’, angst voor mensen. Als een vogel
weer vrij is, gaat hij niet terug op zoek naar
restjes die op de bodem van de kooi zijn blijven liggen! (…)

Rumi laat zien dat leegte je veel kan geven, zelfs de vrijheid van een vogel. Wat jou heeft vast gebonden, de negatieve dingen, laten jou los. En ook wel misschien iets wat jammer is, dat beetje zekerheid, de kruimels in de kooi waar je niet naar teruggaat of kunt teruggaan.

Vaak wordt in het westerse denken de leegte gezien als gebrek, als het ontbreken van iets. ‘Ik voel me leeg,’ is een sombere toestand van doelloosheid. Kun je leegte wel gelijkstellen met een vacuüm, een afwezigheid van iets, van een doel? Of verwijst leegte juist naar een bepaald soort volheid, uitgaande van de verwachting dat een ruimte zich kan vullen met iets dat niet materieel of aards verlangen is? Dan verandert leegte in ruimte, in ruimtelijkheid zonder grenzen. Misschien ook in ruimte voor iets nieuws? Voor liefde en ontvankelijkheid?

Maar als dat allemaal (nog) niet lukt vraagt dat om aanvaarding. Aanvaarding zonder oordeel. Wat dat inhoudt, licht meditatieleraar Jotika Hermsen in haar boek ‘Anders zien’ toe. Een leraar zei haar eens: ‘Laat de dingen zijn zoals ze willen zijn, niet zoals jij wilt dat ze zijn.’ Dat is dus een heel ander uitgangspunt dan bij veel cursussen die starten met ‘verander jezelf of werk aan jezelf’.

Het begint dus met de aanvaarding van wat ís, van wie jij bent, en dat zíen, zonder direct met allerlei oplossingen aan te komen. Dat wat zich dan aan jou voordoet blijft dus een leegte tot er onverwacht iets nieuws ontluikt. En misschien is het te leren die gemoedstoestand een tijdje uit te houden.

Rilke in zijn beroemde ‘Brieven aan een jonge dichter’ zegt het in zijn advies net iets anders, maar ook daar gaat het om uitstel van antwoorden en oplossingen, dus de vragen echt leven:

Het komt er op aan alles te leven.
Als je de vragen leeft,
dan leef je misschien langzaam maar zeker
zonder het te merken
op een goede dag
het antwoord in.

Daarbij passen de woorden waarmee Jotika Hermsen een column in haar boek afsluit: ‘Moge ik in staat zijn met mededogen en gelijkmoedigheid de gebeurtenissen in mijn leven en in de wereld tegemoet te treden.’ Wauw, ga er maar aanstaan!

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.