Net zoals de ooit toonaangevende warenhuizen van Vroom & Dreesman uitverkoop hielden en zijn gesloten, hebben de kerken hun controle over het religieuze veld verloren en wordt zo’n beetje elke week een kerkgebouw “aan de eredienst onttrokken”. Ja, sommige kerken groeien, maar de algehele trend is neerwaarts. Wat de kerk aan inboedel, eigendommen, onderdelen en kapitaal in huis heeft, wordt herverdeeld. Wat besloten lag in panden, goederen en goodwill komt vrij en gaat in andere handen over. Kerkgebouwen worden herbestemd en de inboedel zie je terug in cafés, wat ik zie als tekenen van iets groters: religie overschrijdt de grenzen van het religieuze veld en verschijnt elders: in de wereld van de vrije tijd, de zorg, kunst en cultuur. Hierbij kunnen we een onderscheid maken tussen drie fasen: voor, tijdens en na de ‘liquidatie’.

De parochie voorbij

Voordat er tot liquidatie wordt overgegaan, wordt er geworsteld om het hoofd te bieden aan de snelle veranderingen met vasthouden aan wat er nog over is van de bestaande structuren. Dat betekent samenwerken, fuseren en wat dies meer zij. Bij zoiets als de Wereldjongerendag beweegt de Rooms-Katholieke Kerk zich in de belevingsgerichte consumptiemaatschappij, maar het wantrouwen tegen de laatmoderne keuze-cultuur is groot. Terecht waarschijnlijk, vanuit het idee dat de ‘spirit’ van het mediaspektakel ook wel kan botsen met de solide structuur van bisdommen en parochies.

Controleverlies

Zodra het solide bouwsel verlaten wordt, is moeilijk in de hand te houden hoe godsdienstigheid wordt vormgegeven. Mensen bouwen bijvoorbeeld hun eigen ritueel rond de uitzending van kerkdiensten op televisie. In katholieke en protestantse spirituele centra kan ieder naar believen putten uit de rijke bronnen van de christelijke traditie, maar het onderscheid tussen christendom en nieuwe spiritualiteit kan daarbij vloeiend worden. Kijk dus niet raar op van een cursus ‘Franciscus en het Enneagram’. Zo heet ook de ziekenhuispastor of -predikant tegenwoordig geestelijk verzorger. En die kan ook humanist zijn of ‘niks’. Controleverlies van de kerken kun je zeggen, maar ook: het model van de pastor wordt overgenomen, aangepast en hergebruikt door humanisten, moslims en professionals zonder binding met een levensbeschouwelijke organisatie, elk vanuit hun eigen achtergrond.

De wereld neemt het over

Wat gebeurt er met de religieuze nalatenschap? Daar weten we wel iets van, want er is al het een en ander van kerkelijke in seculiere handen overgegaan. De geestelijke gezondheidszorg zoals we die in Nederland kennen bijvoorbeeld, komt niet alleen voort uit de psychiatrie, maar ook uit allerhande katholieke en protestantse bureaus voor levens- en gezinsvragen die sinds de jaren veertig werden opgericht. Dat waren kantoortjes waarin je op een zaterdags spreekuur terecht kon bij een pastoor dan wel predikant, arts en maatschappelijk werkster om eens te praten over gevoelige zaken rond het huwelijk: relaties, seksualiteit, anticonceptie en kinderen krijgen. Uitdrukkelijk opgezet als zielzorg, wat niet belette dat de overheid aan het subsidiëren sloeg op voorwaarde dat de medewerkers psychologisch werden geschoold. Zo konden deze bureaus in de jaren tachtig opgaan in de ggz.

Ander voorbeeld: in allerlei exposities wordt op zo’n actualiserende, belevingsgerichte en soms moraliserende manier aandacht besteed aan religieuze thema’s dat het museumbezoek wel heel erg op kerkbezoek gaat lijken. Zo kan men in Lausanne in een nota bene archeologisch museum aan het denken worden gezet over de moderne hybris (overmoed). Geïnspireerd door de Grieks-Romeinse mythologie zetten de makers aan tot verzet tegen een op hol geslagen consumptiemaatschappij. Zoals je hier ‘geliquideerde antieke godsdienst’ tegenkomt, word je elders met fragmenten christendom geconfrontreerd.

In het theater, tot slot, vervagen de grenzen tussen voorstelling en liturgie nogal eens. Ik heb daar op Nieuw Wij wel vaker over geschreven. Het begon ermee dat ik op De Parade in een voorstelling van Dette Glashouwer (Suver Nuver) terecht kwam, waarin het publiek tot het zingen van een lied van Johannes de Heer werd aangezet (Stromen van zegen). In tientallen voorstellingen heb ik meegemaakt hoe er vrijelijk uit het hele liturgische repertoire werd geput. En het einde is nog niet in zicht.

Besluit

Zo kom ik tot een ander verhaal dan het gebruikelijke over het einde van een tijdperk waarin God en de kerk nog wat voorstelden in Nederland, of dat einde nu wordt betreurd of bejubeld. Er is niet alleen neergang, er zijn ook bijdragen van christelijke, in het bijzonder kerkelijke, zijde. Het is ook niet zo dat religie iets van de privé-sfeer is geworden. Ze is juist op allerlei manieren aanwezig in het publieke domein: in de media, de gezondheidszorg, de vrijetijdssector en de wereld van kunst en cultuur. Religie is niet opgehouden een institutioneel verschijnsel te zijn, nu in het religieuze veld de instituties verbrokkelen.

Religie treedt buiten haar oevers. Het ligt dan vanuit de kerken voor de hand om dijken op te werpen want er moet toch een gemeenschap zijn die de winkel draaiende houdt, anders valt er op den duur ook door anderen niet meer van die mooie traditie te profiteren. Men zou ook Gods water over Gods akker kunnen laten lopen. Een wonderlijke doorstart is wel eens eerder voorgekomen, zowel in de bedrijfsgeschiedenis als in de religiegeschiedenis. De toekomt ligt open.

Op 5 oktober van (15.00-17.00 uur) wordt het boek The Liquidation of the Church van Kees de Groot gepresenteerd in Tilburg. Voor meer informatie: klik hier.

keesdegroot

Kees de Groot

Socioloog en theoloog

Kees de Groot is socioloog en theoloog en is verbonden aan Tilburg School of Catholic Theology als universitair docent en coördinator van …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.