In het zojuist verschenen boek Van Harem tot Fitna van Theo Salemink en Marcel Poorthuis wordt een overzicht gegeven van 150 jaar beeldvorming over moslims in Nederland. Hierbij wordt duidelijk dat oude beelden, zoals die van de kruistochten en de opmars van de Turken tot voor de poorten van Wenen steeds weer worden gerecycled. Daarbij gaat men ervan uit dat de islam, net als alle religies en culturen, over een eeuwige en onveranderlijke kern beschikt. Op dit moment zien we dat het populisme teruggrijpt op het oude vertrouwde koloniale jargon van de moslim als achterlijk, irrationeel en gewelddadig. Het is geen toeval dat de beelden uit een tijd dat ‘wij’ nog heersten over de wereld, terugkomen op een moment dat men de eigen nationale identiteit bedreigd ziet. Hierbij past het dan ook goed om linkse en progressieve partijen als fellow travellers van de islam, af te beelden, zoals Wilders heeft gedaan. Vanuit deze hoek kwam immers in de twintigste eeuw de kritiek op het koloniale wereldbeeld.

Barbaren

Vanuit rechtstatelijk perspectief maakt links deze eretitel nog wel waar. Femke Halsema en Jolande Sap hebben beide steeds benadrukt dat GroenLinks de vrijheid van godsdienst verdedigt. De partij komt op voor de emancipatie van minderheden en migranten, ze stelt discriminatie op de arbeidsmarkt aan de kaak en verdedigt doorgaans ook de vrijheid van onderwijs, al ligt dat wat moeilijker in sommige delen van de partij. Als het gaat om spanning tussen grondrechten, zoals tussen de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling van bijvoorbeeld homo’s en lesbiennes, wordt doorgaans een pragmatische oplossing gezocht. De laatste tijd wordt echter een tendens zichtbaar van minder tolerantie tegenover die godsdienstvrijheid, zoals afgelopen week bleek toen GroenLinks een motie indiende om een einde te maken aan het de huidige beleid van tolerantie tegenover ambtenaren die vanwege gewetensbezwaren weigeren homostellen te trouwen, en eerder dit jaar toen de Tweede Kamerfractie van GroenLinks een amendement indiende bij het verbod op onverdoofd ritueel slachten en vervolgens voor dit verbod stemde. In het debat rondom dit wetsvoorstel werden moslims en joden vanwege hun slachtmethoden als barbaren afgeschilderd.
Hier wordt de rechtsstatelijke erkenning van de godsdienstvrijheid doorsneden door een hardnekkig beeld van religie als reactionair en antimodern. Begrippen als orthodoxie, traditionele godsdienst, openbaringsgodsdienst en fundamentalisme worden door elkaar gebruikt. Voor een groeiend aantal mensen, links en rechts, erudiet of laagopgeleid, is het allemaal één pot nat. De gelovige krijgt een aantal kenmerken toebedeeld die dicht in de buurt komen van het beeld van de klassieke barbaar, de tegenspeler van de moderne mens: de gelovige is primitief en irrationeel, staat op gespannen voet met moderniteit, of preciezer geformuleerd, met de democratie, en is in zijn extreme vorm van fundamentalistische terrorist, ook gewelddadig en wreed. Ik geef één voorbeeld, uit het boek Opium van het volk van Dick Pels, de directeur van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Hij typeert religie als volgt:
‘De overgave aan Gods wil, onderwerping aan Zijn objectieve waarheid, gehoorzaamheid aan wat gegeven en geschapen is: dat zijn voor vrijzinnige democraten de voornaamste stenen des aanstoots in alle traditionele godsdiensten. Religie leidt gemakkelijk tot het inleveren van de individuele keuzevrijheid en zelfbeschikking, en dus tot passiviteit, determinisme en fatalisme…Zij [de gelovigen] zien alles in de hand van God, de terechte straf van God of de goedheid van Gods genade, omdat zij niet bij machte zijn het leven in eigen hand te nemen.’ (Pels 2008, 14)

Boemerang

Daartegenover staat dan de linkse vrijzinnigheid, die democratisch, tolerant en ruimdenkend is. Het gegeneraliseerde beeld van religie als fundamentalistisch, die de waarheid in meent te hebben, dient als contrast dat de eigen vrijzinnigheid scherper omlijnt. Het is als het ware de donkere achtergrond die men nodig heeft om te kunnen schitteren. Maar op het moment dat het gelijk van de vrijzinnigheid wordt verkondigd, treedt de dialectiek tussen beschaving en barbarij in werking: door de eigen vrijzinnige identiteit als superieure norm te stellen tegenover een conservatieve religie, wordt de tolerante vrijzinnigheid zelf weer autoritair. De geconstrueerde tegenstelling komt als een boemerang terug: de vrijzinnigheid verraadt trekken van zijn tegenstander, de antitolerante religie.
Toch wordt de soep ook weer niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend: in Pels nieuwste bundel, waar onder de titel Vrijzinnig paternalisme op verschillende terreinen wordt onderzocht hoe ver de overheid mag ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen, staat een hoofdstuk van theoloog en GroenLinks Eerste Kamerlid Ruard Ganzevoort over religie in de publieke ruimte, waar toch weer vooral wordt gepleit voor een pragmatische omgang met de spanning tussen godsdienstvrijheid en individuele grondrechten, omdat je volgens Ganzevoort mentaliteitsverandering niet door middel van wetgeving kunt opleggen.
Voorlopig houdt GroenLinks dus nog vast aan ruimte voor religie, ook voor orthodoxe religie, al hebben we de laatste tijd dus al twee voorbeelden gezien waar dierenwelzijn en homowelzijn door alle seculiere partijen boven het welzijn van orthodoxe gelovigen werd gesteld. Het negatieve beeld van religie lijkt steeds meer aan kracht te winnen, wat links de rechtvaardiging geeft om er agressiever tegen op te treden.

haremfitna

Karikaturen

In de politiek draait het allemaal om beeldvorming. Framing heet dat tegenwoordig. Daarbij gaat het erom dat je in een scherp gekozen beeld of metafoor je eigen gedachtegoed weet weer te geven. Als het beeld sterk is, zullen ook je politieke tegenstanders het overnemen en zo ongemerkt in jouw termen over een vraagstuk gaan denken. In de politieke wereld, waar het erom gaat jezelf profileren in de media en te scoren in het debat, zijn beelden uiterst effectvol.
In een dergelijke setting is het ontmaskeren van karikaturen en generalisaties lastig, want wie neemt nog de tijd het moeizame en tijdrovende proces aan te gaan, om een ander werkelijk te leren kennen?
In een dergelijk politiek klimaat heeft het populistische beeld of frame van de onverdraagzame en zelfs tot geweld neigende gelovige ook bij links weer wortel geschoten. Enerzijds omdat het een oud links beeld van religie als opium van het volk weet te recyclen en anderzijds het beeld van religie als hulpje van wrede machthebbers activeert. Daarbij komt dat de tijden nogal anders zijn dan in de antikoloniale jaren zestig en zeventig. Na de val van de Berlijnse muur is links zich steeds meer gaan identificeren met de Westerse wereld en zijn internationale organen, zoals EU, VN en de NAVO. Dit compliceert de kritische positie ten opzichte van het Westen en zijn de nieuwe ‘vijanden’. Ooit kon men zich nog identificeren met het verzet tegen de Westerse hegemonie, daar is nu geen sprake meer van. Voor groeperingen als de moslimbroederschap kan men niet dezelfde sympathie opbrengen als ooit voor bijvoorbeeld het ANC. Het ligt allemaal ingewikkeld en dat heeft ook zijn weerslag op de visie op moslims in eigen land. En ook de situatie met betrekking tot religie is veranderd. Met de komst van islamitische en christelijke immigranten en met de toename van allerlei geïndividualiseerde vormen van religie, bleek de oude secularisatiethese niet langer houdbaar. Religie is ook in de moderne wereld geen uitstervend verschijnsel, maar alive and kicking.
De verlegenheid van links op ideologisch vlak komt minder scherp naar voren wanneer men de eigen tolerantie kan uitspelen tegen een intolerante religie. Daarbij wordt het links gemakkelijker gemaakt omdat inderdaad het conservatisme op dit moment domineert in veel religieuze kringen en er natuurlijk altijd voorbeelden te vinden zijn waarin religie tirannie rechtvaardigt. Zelden laten kerken of moskeeën een geluid horen dat aansluit bij linkse politiek. Progressieve gelovigen zijn onzichtbaarder geworden. Dit betekent echter niet dat ze niet meer bestaan. In plaats van hen weg te zetten als achterlijk, zou links enerzijds bondgenootschappen met hen kunnen aangaan en anderzijds bij hen te rade kunnen gaan over de beste strategie om te gaan met religie in de publieke ruimte. Ontmoetingen met mensen van vlees en bloed is altijd al de beste remedie geweest tegen generalisaties. Het is dan ook verheugend dat de Eerste Kamerfractie van GroenLinks, om haar standpunt ten aanzien van ritueel slachten te bepalen, verschillende bijeenkomsten heeft belegd met vertegenwoordigers van joden en moslims.

Religiekritiek

Links moet zich meer inspannen om beide gezichten van religie te erkennen, in plaats van steeds één kant van de Januskop naar voren te draaien. Voor een partij als GroenLinks zou het niet al te moeilijk moeten zijn zich te herinneren dat veel emancipatiebewegingen religieuze oorsprongen kennen. De strijd tegen racisme begon met de spirituals van de zwarte slaven en de vlammende redes van de black preachers, en, om dichterbij huis te blijven, de vredesbeweging en de derde wereldbeweging, de beweging tegen de armoede; ze begonnen allemaal doordat priesters en dominees hun stem verhieven. En vaak was dat een kritische stem, zowel tegenover de samenleving als tegenover hun eigen religieuze traditie. Als goede bijbellezers waren deze geëngageerde gelovigen opgevoed met religiekritiek. Overal in de bijbel klinken kritische stemmen tegen goden, religieuze autoriteiten en het volk Israël zelf.
Daarbij is er voortdurend sprake van debat over de interpretatie en toepassing van de heilige teksten. Net als in de politiek kan dit debat ook leiden tot actieve strijd en soms zelfs ontaarden in een oorlog. En zoals bij elk debat vraagt het kennis van zaken om hieraan een zinnige bijdrage te leveren. Het religieuze debat door de eeuwen heen heeft binnen de meeste tradities geleid tot een brede consensus over de belangrijkste uitgangspunten en grenzen van het geloof. Dat noemen we de orthodoxie. Wie dus beweert dat de orthodoxie wringt met de democratie, moet terug naar school. Met meer recht kun je zeggen dat democraten nog wel iets van de orthodoxie zouden kunnen leren.
Fundamentalisme is namelijk heel anders dan orthodoxie, waarmee ze voortdurend wordt verward, of liever gezegd, waaraan ze steeds vaker wordt gelijkgesteld. Het fundamentalisme houdt zijn eigen interpretatie voor de enige interpretatie. Er is geen sprake van een discussie tussen teksten, geleerden en andere lezers, maar slechts van één waarheid. Het fundamentalisme neemt één deel en houdt dat voor het geheel. Precies eigenlijk zoals het populisme doet: Al Kaïda wordt gelijkgesteld aan de hele islam. Dat kleine deel zou het wezen bevatten: een eeuwige en onveranderlijke kern. En ook binnen links bestaat deze neiging: het fundamentalistisch deel van religie wordt gelijk gesteld aan religie als geheel. In plaats van te kiezen voor een orthodoxe en vrijzinnige omgang met religie – die beter zou passen bij links – kiest men voor een conservatieve, zelfs fundamentalistische religieopvatting en ziet die als maatgevend voor alle religieuze uitingen.

Hakken in het zand

GroenLinks zou er goed aan doen zich te verdiepen in orthodoxe en vrijzinnige religieuze visies, in plaats van zich mee te laten slepen door een plat en a-historisch beeld van religie. Elk beeld, juist omdat het zo dwingend is en zo gemakkelijk wordt overgenomen, moet kritisch worden geanalyseerd. In plaats van mee te gaan in de populistische definitie van de werkelijkheid in religieuze termen, zou links weer als vanouds moeten hameren op de sociaal-economische werkelijkheid. Juist wie een vrijzinnige visie op de samenleving wil bevorderen, moet ermee ophouden alle minderheden uit de islamitische wereld als moslims aan te duiden, aangezien de identiteit van Marokkaanse, Turkse en andere minderheden maar voor een deel door religie wordt bepaald en er bovendien sprake is van toenemende secularisatie onder deze groepen. Wie moslims vastpint op een bepaalde, vermeend conservatieve identiteit, zal het door links zo graag gewilde debat over dier-, homo- en vrouwonvriendelijke tendensen in hun geloof niet snel op gang kunnen brengen. Mensen zetten namelijk de hakken in het zand wanneer ze beledigd worden. Breng beelden en verhalen de wereld in die het gestolde beeld van de moslim nuanceren, niet door de kanten van de islam waar men het bij links moeilijk heeft uit de weg te gaan, maar door hen te accepteren in hun anderszijn.
Er zijn geen definitieve beelden mogelijk, nog van de anderen, nog van onszelf. Het wezen van geen enkele cultuur of religie ligt vast. Zelfs fundamentalisten veranderen van mening, al zullen ze dat zelf misschien niet zo snel toegeven. De werkelijkheid en wij daarin, zijn voortdurend in beweging, schommelend tussen breuk en continuïteit.

Openheid

Het past links meer weerstand te beiden tegen populistische beelden van moslims en gelovigen, die bestaan uit de verabsolutering van een zelfgemaakte visie op het verleden. De openheid die links zichzelf zo graag aanmeet, betekent dat je mensen niet vastpint op dat wat achter hen ligt, maar hen meeneemt met een visioen van een andere wereld waarin een plek voor allen is.

Dr. Erica Meijers is theoloog en hoofdredacteur van De Helling, een kwartaalblad over politiek en cultuur dat wordt uitgegeven door Bureau de Helling, het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Dit is een verkorte versie van de lezing die ze hield op 18 november aan de Tilburg School of Theology, bij de presentatie van het boek van Theo Salemink en Marcel Poorthuis, Van Harem tot Fitna. Beeldvorming over de islam in Nederland 1848-2010, Valkhof Pers 2011.

Dit artikel is afkomstig uit het tijdschrift ‘De Linker Wang’. Gratis proefnummer opvragen? Kijk op www.linkerwang.nl.

Erica Meijers

Erica Meijers

Universitair docent

Erica Meijers (1966) is universitair docent Diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) voor de vestiging Groningen. …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.