De Ramadan, de heilige maand van vasten, is een van de meest zichtbare en voelbare uitingen van de islam in Nederland. Het is een maand van bezinning, verbinding en compassie. Maar het is meer dan dat. Het is een spiegel die ons wordt voorgehouden, een uitnodiging om stil te staan bij wat werkelijk belangrijk is.
In een tijd waarin verdeeldheid, pijn en duisternis vaak de boventoon voeren, biedt de Ramadan een lichtpunt, een kans om opnieuw te verbinden – met onszelf, met elkaar en met God.
De Ramadan is zoveel meer dan het vasten van zonsopgang tot zonsondergang. Het is een maand waarin we onszelf trainen in geduld, discipline en zelfreflectie. Het is een maand waarin we ons hart openen voor anderen, waarin we ons bewust worden van de noden van de minderbedeelden en waarin we leren om dankbaar te zijn voor wat we hebben. Zoals de Koran zegt:
“O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven zoals het voorgeschreven was aan degenen vóór jullie, opdat jullie godsvruchtig zullen zijn.”
Soera Al-Baqarah, 2 : 183
Deze godsvrucht is niet alleen een spirituele staat. Het is een bewustzijn dat ons aanspoort om goed te doen, om rechtvaardig te zijn en om ons in te zetten voor de gemeenschap. De Ramadan herinnert ons eraan dat we niet alleen leven voor onszelf, maar dat we deel uitmaken van een groter geheel. Het is een maand van solidariteit, waarin we ons verbinden met de armen door hun honger te voelen, met de eenzamen door hen uit te nodigen aan onze iftar-tafels, en met de samenleving door ons in te zetten voor het algemeen welzijn.
Ik voel die verbondenheid het sterkst tijdens de Ramadan. Wanneer ik vast, voel ik niet alleen de fysieke honger, maar ook een diepe verbondenheid met anderen die hetzelfde doen. Het is alsof we samen een onzichtbare keten vormen, een keten die ons herinnert aan onze gedeelde menselijkheid. De Perzische dichter Saadi verwoordde dit eeuwen geleden in zijn beroemde gedicht:
“Human beings are parts of one body,
In creation they are indeed of one nature.
If a body part is afflicted with pain,
Other body parts uneasy will remain.
If you have no sympathy for human pain,
The name of human you shall not retain.”
Deze woorden raken me elke keer weer. Ze herinneren me eraan dat we allemaal delen van één lichaam zijn, en dat de pijn van één persoon de pijn van ons allemaal is. De Ramadan nodigt ons uit om deze verbondenheid niet alleen te voelen, maar ook in daden om te zetten. Het is een maand waarin we onszelf trainen in empathie, waarin we leren om de pijn van anderen te erkennen en om ons in te zetten voor een wereld waarin niemand wordt vergeten.
Het vasten niet uniek is voor de islam. Het is een ritueel dat in verschillende vormen in bijna alle religies en culturen voorkomt. Het vasten overstijgt religieuze en culturele grenzen en is een universele oefening in zelfbeheersing, zuivering en spirituele verdieping. Het is een herinnering aan onze gedeelde menselijkheid en onze zoektocht naar iets hogers.
In het katholicisme speelt vasten een belangrijke rol, vooral tijdens de veertigdagentijd (de vastentijd voor Pasen). Deze periode van onthouding en bezinning herinnert christenen aan de veertig dagen die Jezus in de woestijn doorbracht, waarin hij vastte en bad.
In het jodendom is vasten eveneens een belangrijk ritueel. Op Jom Kippoer, de Grote Verzoendag, vasten joden gedurende 25 uur als een daad van boetedoening en spirituele reiniging. Het is een dag van intense zelfreflectie, gebed en verzoening.
In het hindoeïsme en boeddhisme is vasten wederom vaak een middel om het lichaam en de geest te zuiveren. Het is een manier om los te komen van materiële verlangens en om spirituele verlichting te zoeken.
Zelfs buiten religieuze contexten komt vasten voor. In veel inheemse tradities wordt vasten gebruikt als een manier om dichter bij de natuur en de spirituele wereld te komen. Het is een ritueel van transformatie, een manier om het gewone achter te laten en het heilige te betreden.
Deze universele aanwezigheid van vasten laat zien dat het een diep menselijk ritueel is. Het is een oefening die ons herinnert aan onze kwetsbaarheid, onze kracht en onze verbondenheid met iets groters dan onszelf. De Ramadan is een van de vele manieren waarop dit ritueel tot uiting komt, maar de waarden die eraan ten grondslag liggen – zelfbeheersing, compassie en solidariteit – zijn universeel.
Naast de spirituele en sociale dimensies heeft het vasten ook tal van gezondheidsvoordelen. Onderzoek toont aan dat intermittent fasting, een praktijk die sterk lijkt op het vasten tijdens de Ramadan, kan bijdragen aan een betere stofwisseling, gewichtsverlies en een verbeterde hersenfunctie. Het vasten geeft het lichaam de kans om te herstellen, om afvalstoffen af te breken en om nieuwe energie op te bouwen. Het is een reset, niet alleen voor de ziel, maar ook voor het lichaam.
Maar de voordelen van de Ramadan reiken verder dan het individuele niveau. Het is een maand waarin gemeenschappen samenkomen, waarin buren elkaar uitnodigen voor iftar-maaltijden en waarin moskeeën hun deuren openen voor iedereen, ongeacht geloof of achtergrond. Deze sociale cohesie is van onschatbare waarde in een tijd waarin eenzaamheid en isolatie steeds grotere problemen worden. De Ramadan biedt een kans om muren af te breken en bruggen te bouwen, om elkaar te ontmoeten en om samen sterker te worden.
Het is dan ook meer dan logisch dat het Ministerie van Volksgezondheid en het Ministerie van Sociale Zaken de Ramadan omarmen als een inspiratie om zowel de fysieke als de sociale gezondheid van Nederland te bevorderen. De gezondheidsvoordelen van het vasten en de sociale cohesie die de Ramadan met zich meebrengt, zijn immers niet alleen waardevol voor moslims, maar voor de hele samenleving.
Een droom voor Nederland
Ik droom van een Nederland dat rijk is. Niet alleen in materiële zin, maar rijk aan cultuur, waarden en menselijkheid. Een land waarin diversiteit niet alleen wordt getolereerd, maar wordt geëerd. Waar we elkaar niet zien als vreemden, maar als buren, als vrienden, als delen van hetzelfde lichaam. Deze droom is geen abstract idee; het is een visie die ik voel, die ik hoop en waar ik naar streef.
De Ramadan voedt die droom. Het is een maand die me leert om te geven in plaats van te nemen, om te luisteren in plaats van te spreken, en om te verbinden in plaats van te verdelen. De woorden van mijn dierbare en wijze vriend Mohammed Kechouh, die in oktober 2023 overleed, blijven in mijn hart gegrift: “Kijk niet naar wat de wereld je geeft, maar wat jij de wereld kan geven.” Deze woorden zijn een kompas geworden in mijn leven, een herinnering dat onze kracht ligt in wat we bijdragen, niet in wat we ontvangen.
Mathieu Segers, ook wel Mr. Europe genoemd, wederom een dierbare vriend en in 2023 overleden, zei altijd: “Het verhaal van Europa is niet af.” En ik zeg: het verhaal van Nederland is niet af. Het verhaal van Nederland waar ik van droom, is nog niet geschreven. Laten we dat samen verder vormgeven. En samen verder bouwen aan het land van onze dromen.
Ik stel me een Nederland voor waarin we elkaar zien zoals Saadi het beschreef: als delen van één lichaam. Een Nederland waarin de pijn van de ander onze eigen pijn wordt, en waarin we samen werken aan genezing en groei. Dit is geen utopie; het is een mogelijkheid die binnen handbereik ligt. Het enige wat we hoeven te doen, is ons hart openen en ons oprecht inzetten voor het welzijn van iedereen.
En het delen van de verhalen die de kracht hebben om te helen, om te verbinden en om hoop te geven.
Zoals de Nederlandse dichter Leo Vroman ooit schreef:
“Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen, en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen.”
Ook de verhalen van de Ramadan – van compassie, solidariteit en verbinding – zijn verhalen die we keer op keer moeten vertellen. Ze zijn een tegenwicht tegen de verhalen van haat en verdeeldheid die ons nu zo vaak omringen. En ik geloof dat we samen een nieuw verhaal kunnen schrijven. Een verhaal van hoop, van eenheid en van een toekomst waarin iedereen zich thuis voelt en welkom is.
De Ramadan is meer dan een religieus ritueel. Het is een maand die ons uitdaagt om betere versies van onszelf te worden, om ons te verbinden met anderen en om bij te dragen aan een betere wereld. Het is een maand die ons eraan herinnert dat we, ondanks onze verschillen, allemaal mensen zijn – kwetsbaar, zoekend, maar hoopvol.
Mijn verhaal, als dochter van een Nederlandse bekeerling en een Egyptische vader, is slechts één van de vele verhalen die laten zien hoe de islam een integraal onderdeel is geworden van het Nederlandse landschap. Het is een verhaal van verbinding, van bruggen bouwen en van samen sterker worden. En het is een verhaal dat ik met trots vertel, en blijf vertellen, in de hoop dat het anderen inspireert om hetzelfde te doen.
Moge deze Ramadan een maand zijn van licht in de duisternis, van hoop in tijden van wanhoop en van verbinding in een verdeelde wereld. En moge Nederland, rijk aan cultuur en waarden, een land zijn waarin iedereen zich thuis voelt – ongeacht geloof, afkomst of achtergrond. Want zoals Saadi ons herinnert: als we geen sympathie hebben voor de pijn van anderen, verliezen we het recht om onszelf mens te noemen.
Deze tekst is voorgedragen (op persoonlijke titel) in maart 2025, tijdens de Ramadan, op de gezamenlijke iftar van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Het geeft hoop om te weten dat er meer mensen aan verbinding en een betere wereld willen werken. Dan wordt de wereld liefdevoller. Als veel mensen hieraan bijdragen heeft het zeker invloed.