Het Pinksterverhaal kent nogal wat varianten. De bekendste is die van de evangelist Lukas. Hij vertelt over een clubje leerlingen van Jezus, ergens in Jeruzalem. Blijf wachten, had hun Heer gezegd. Op wat? Dat blijkt. Op het joodse oogstfeest, vijftig dagen na Pasen, ontvangen zij niets minder dan de heilige Geest. Dat wordt een wervelende toestand. Sommige omstanders vermoeden overmatig alcoholgebruik. Maar zelfs zij worden geraakt door de eenstemmigheid en het wederzijdse begrip tussen mensen van verschillende kleur en taal. Wat gebeurt hier? Taalbarrières, culturele grenzen, sociaaleconomische scheidslijnen, religieuze verschillen niet te vergeten: ze worden plotsklaps allemaal doorbroken. De Franse Revolutie kennen we als het geboorte-uur van het moderne vrijheidsbegrip. Maar lang daarvoor is Pinksteren het feest van de gelijkheid.
Amsterdam kent een grote diversiteit aan nationaliteiten, sociale omstandigheden, seksuele voorkeuren en levensbeschouwelijke richtingen. Maar er zijn ook veel barrières en scheidslijnen. Een virus maakt geen onderscheid – en dat verbindt ons voor even. Maar de effecten van de crisis, zowel economisch als qua gezondheid, zullen verschillen tussen Amsterdammers eerder groter dan kleiner maken. Reden om met volle inzet te werken aan wederzijds begrip – en blij te zijn met de vele initiatieven in die richting.
Nieuw normaal
Nog beter is het om dit jaar Pinksterfeest te vieren. Om samen een bewuste stap te zetten naar een nieuw normaal. Het jodendom beleed al eeuwen dat er maar één God is. Nu, in de Pinksterervaring, breekt het besef door dat die ene God alles en iedereen omvat. Met het gedurfde woord ‘Geest’ heeft de kerk er voor gekozen om aan te sluiten bij iets binnen in ons. Daar leeft een – vaak sluimerend – verlangen. Naar gelijkheid. Naar eendrachtig samenleven te midden van veel verschil. Naar liefde wel het meest. Aanstekelijk voor ieder mens. Met deze revolutionaire boodschap gaan de leerlingen ‘in Jezus naam’ de boer op. Zoals historicus Tom Holland nog onlangs in De Balie betoogde, raakten velen binnen de kortste keren overtuigd en werd de wereldgeschiedenis ingrijpend beïnvloed. Niet normaal meer.
Pinksteren is een vroege vorm van globalisering. Elk mens en elk volk heeft zijn wortels in de Geest die aan ieders eigen bestaan voorafgaat. De betekenis daarvan is revolutionair. Kijk alleen maar naar drie belangrijke alternatieve ‘geesten’: die van macht, geld en zo-is-het-nu-eenmaal. Op Pinksteren waait er een andere Geest. Een Geest die alle bestaande verhoudingen van winners en losers ondersteboven keert. Die als ‘adem van God’ elk mens het leven inademt. En ja, dan is elk mens oneindig van waarde. Dan is elke gedachte aan meer of minder tussen mensen principieel onmogelijk.
Doorbraak
De Geest forceert zelden. De doorbraak van gelijkheid tussen mensen heeft lang geduurd, zeker ook binnen de kerk. De weerstand bleek groot. Zonde is dat. Maar altijd wekt zij (het Hebreeuwse woord voor geest is vrouwelijk!) het verlangen naar ‘een morgen die beter is dan vandaag’. Coronatijd doet die geest flink waaien: wereldwijd verlangen velen naar een schonere en eerlijker wereld. De Geest ‘roept’: let op de mensen die achterblijven, laat niemand verkommeren in vluchtelingenkampen, zie naar elkaar om, sta op tegen schone schijn.
Als alles zijn gangetje gaat, dan merk je soms niet veel van de Geest. Maar als het spannend wordt, als het om echte keuzes gaat, dan wervelt H/Zij dat het een lieve lust heeft. En spannend is het in deze tijd. De wereld zit te springen om een ‘nieuw normaal’, om een herschepping die zijn weerga niet kent. Kortom: hoog tijd om samen Pinksteren te vieren.
Herman Koetsveld schreef dit artikel samen met Tim Vreugdenhil, stadspredikant bij Protestantse Kerk Amsterdam.