De grote socioloog Bauman, die de blinde ‘kijkende toerist’ als kritische metafoor voor de postmoderne mens gebruikte, is niet langer een roepende in de woestijn. Dat komt omdat de grote steden in het westen steeds meer zelf de pijn van het toerisme ervaren. We hebben het niet alleen meer over aanvallen op toeristen door van hun land gejaagde boeren in Ethiopië, of over de woede van indianen die geen rolletje meer willen spelen in toneelstukjes voor toeristen, of Palestijnse christenen die de vrome pelgrims die hen niet zien staan zat zijn. De autochtone backpackers, woonachtig in Amsterdam, krabben zich nu bij de toeristeninvasie in hun stad achter de oren. Maar stellen ze al de vraag: wie zijn we zelf?
Op de dool om geld te vinden, of om het uit geven
Onlangs las ik een boek over toeristen, pelgrims en vluchtelingen Who benefits? geschreven door een groep christelijke theologen uit de ‘Global South’, waar ik het confronterende cijfer van 60 miljoen vluchtelingen aan ontleen, dat op de dool zou zijn, ongeveer hetzelfde cijfer dat ieder jaar een of meerdere keren ‘toerist’ is; de een is op zoek naar een plaats om geld te verdienen, de ander om het uit te geven.
M.P. Joseph, hoogleraar theologie aan de Chang Jung Christian University van Taiwan en eerder docent in Bangalore (India) en Edinburg, schrijft in het boek weinig, zeg maar niets, op te hebben met toerisme en exotische vakanties. Empathie met Amsterdammers die op wereldreis gaan om de drukte in hun eigen stad te ontvluchten, heb ik bij hem dan ook nog niet gemerkt.
Joseph begrijpt de toeristische bedrijfstak primair als functionerend binnen een neoliberaal, geglobaliseerd systeem, waarbinnen het primaat van het maken van winst sacrosanct is en waarvoor ook de afgod van de vrije markt zoals Milton Friedman die zag, maatgevend is. Joseph volgt een sociaaleconomische analyse, waarbij hij alle commerciële activiteiten op een morele theologische weegschaal legt en zo dichtbij een verwerping van alle toeristisch gedrag komt.

Dogma's van ‘zelfverwerkelijking’ en ‘objectivering’ van de ander
‘Objectivering’ van de ander in verschillende vormen is het kenmerk van alle moderne commerciële activiteiten, dus ook van toerisme, zegt Joseph. Massatoerisme heeft zijn eigen scala aan objectiveringen dat velen in het Zuiden uitput, uitbuit en vernedert.
Hij beschouwt de ‘zorg van het zelf’ als ‘het meest heilige dogma’ van de Westerse postmoderne, ‘toeristische’ mens, die de ‘sensuele verheerlijking van het zelf’ hoger heeft dan ooit tevoren, wat alle mogelijke toeristische dienstverlening moet legitimeren, ook als die uitloopt op prostitutie, kinderprostitutie en kinderarbeid. Joseph staat overigens niet veel minder kritisch tegenover postmoderne ‘pelgrims’, wandelaars naar Santiago de Compostela bijvoorbeeld, die het ook niet om de ander, maar om hun eigen fysieke en spirituele welbevinden gaat. Hij vindt ‘zelfverwerkelijking’ op zichzelf geen christelijk ideaal. Daarin heeft hij geen ongelijk, want het voedt het narcisme wat kan leiden tot nieuwe vormen van idolatrie.
Joseph plaatst toeristen en postmoderne pelgrims enerzijds, en vluchtelingen en migranten anderzijds, daarom radicaal tegenover elkaar. Voor de een is het reizen ‘een middel voor zelfbevrediging’, zo betoogt hij. Migranten en vluchtelingen zijn geen toeristen, ze zijn niet op zoek naar sensueel genot, maar zijn alleen onderweg naar een plaats om te overleven. In zijn optiek – het zijn mijn woorden – zijn mensensmokkelaars en touroperators daarom twee kanten van dezelfde medaille. Beide stromen van de menselijke massa zien elkaar nauwelijks, maar zijn wel degelijk betrokken op elkaar of ze dat willen of niet. Wat zou er gebeuren als ze elkaar eens werkelijk aankijken? Ze vormen nu nog twee grote, tegen elkaar indraaiende contactloze contrastbewegingen van deze tijd.
Argeloze christelijke pelgrims
Anders dan voor Bauman is ‘de pelgrim’ voor Joseph geen relict, omdat hij in de vluchteling, net als de Zuid-Amerikaanse theoloog Beozzo, veeleer de ware pelgrim ontwaart. Toeristen zijn mensen die vluchten voor de ‘alledaagsheid’, zegt Joseph, vluchtelingen zijn de moderne perigrini, op weg om te overleven, een toekomst te vinden. Welke reis is beter gelegitimeerd? Het maakt wel dat ‘de toerist’ en de ‘pelgrim als vluchteling’ volkomen vervreemd zijn van elkaar en streng uit elkaar worden gehouden.
Het begrip toerisme acht Joseph alleen al als concept ‘misleidend’, gezien de volkomen verschillende doelen waarmee mensen op reis gaan; Indonesiërs die naar Mekka gaan voor het maken van ‘de Hadj’ en Saoedi-Arabiërs die naar Indonesië gaan ‘voor de seks’. Van toerisme gaat vooral een voortdurend legitimerende werking uit van het kwaad, constateert hij. De staat Israël ziet Joseph als voorbeeld hoe toeristen door dat land tot en met politiek worden ‘geregisseerd’ als ‘middel voor politieke patronage’, voor de indoctrinatie van de eigen ‘diaspora’, maar ook voor die van miljoenen te argeloze christelijke pelgrims.

‘Werkgelegenheid’, morele schaamlap van het toerisme
Joseph zet zich scherp af tegen de idealisering van het toerisme als gepropageerde bron voor ontwikkeling en werkgelegenheid. Een teer punt. Hij verwijt kerken en de oecumenische bewegingen het concept van de ‘ontwikkeling’ (developmentalism) in het verleden sowieso naïef te hebben omhelsd, door het voor te stellen als een proces dat gericht zou zijn op ‘goedheid, vrede en shalom’.
De ‘ontwikkelings-ideologie’ hanteert een fictieve taal, waarschuwt hij, die ervan uitgaat, dat materiële groei een imperatief is voor het bereiken van welzijn. Het begrip ’onderontwikkelde landen’ zijn in zijn ogen een vals en ‘gekerstend’ begrip geworden. Politiek spreekt Joseph in dit verband van een development coup d’etat die over heel het zuiden is heen gewalst om daar een nieuwe winstgevende sociale orde aan op te kunnen leggen waarvan de revenuen naar de rijken stromen.
Daarin speelt massatoerisme een sleutelrol. Overal in de wereld zijn door universiteiten, mede daarom, toerismestudies opgezet die de consumentencultuur moeten helpen verspreiden en overal aan het Global Empire toegang moeten helpen verschaffen. Tot zover Joseph, net als Bauman een vloekprofeet, maar wel een profeet.
Toerisme als boemerang
Ik vermoed dat toerisme, voor velen van ons, ook voor mij zelf, de laatste grote escape is om deze wereld vol rampenscenario’s af en toe even te kunnen ontvluchten. Maar nu komt datzelfde toerisme als een natuurramp, een boemerang bij ons zelf op onze eigen stoep terug.
Het is onbeheersbaar geworden, zoals het vluchtelingenprobleem en de opwarming van de aarde dat zijn, waar toerisme ook al een substantiële bijdrage aan levert. Ik vermoed daarom dat we ook onszelf in deze discussie vaker gaan tegenkomen, want wie wil met een goed gevulde portemonnee zichzelf beloven af te zien van een leuk reisje?
Gied ten Berge doet momenteel onderzoek naar toeristen en pelgrims in Israël en Palestina.
Het plaatje doet me weer terugdenken aan het pelgrimspad door de cantabrische bergen naar Santiago de Compostela waarvan ik vorig jaar 1 km (!) gelopen heb. Dat pad (paden) is al meer dan 1000 jr in gebruik bij pelgrims, zoiets dus als de Hadj. Maar nu zie je er ineens allerlei ouderen met wandelstok en rugzakje die in de knoop zitten met zichzelf het pad al mediterend en piekerend aflopen. Religie dus ineens op de achtergrond, nog wel restje spiritualiteit, maar echt toerisme is het niet, want geen musea, kathedralen en terrasjes onderweg, en selfies maken verboden!
Op de strekkingen van dit artikel is weinig af te dingen. Wel op de compositie.
Toerisme wordt zowel moreel veroordeeld als beschreven als natuurramp. Dat dubbele oordeel maakt het lastig om de strekkingen te verwerken.
“… vluchtelingen zijn de moderneperigrini, op weg om te overleven, een toekomst te vinden. Welke reis is beter gelegitimeerd?” Wat wordt hier met ‘gelegitimeerd’ bedoeld? Ik vrees iets moreels: vluchteling zijn staat op een moraliteitsladder hoger dan toerist zijn.
Als extraatje geeft de auteur nog een beschouwing over de religieuze tourist. Ook erg maar iets teveel van het goede (het slechte) in één artikel.
Samenvattend: de armageddon komt nu wel snel dichterbij, we gaan er bijna naar verlangen.
Inderdaad Joop, een pelgrim van vroeger kun je niet vergelijken met een bootvluchteling van nu (vooral uit de veilige landen Nigeria, Guinee en Cote dÍvoire). Pelgrims waren meestal op boetetocht, of onderweg als inlossing, omdat ze dat in een gebed zo beloofd hadden, na die of die misstap of ontsnappen aan een ongerief. Ze gingen ook weer terug naar huis. Bij Nigerianen e.a. ligt dat natuurlijk diametraal anders.
Wel goed lezen,Dirk, toch al niet je sterkste punt: je associeert liever. Het gaat niet om de pelgrim vroeger met de vluchteling nu vergelijken. Gied vergelijkt de vluchteling nu met de toerist (pelgrim of niet) nu en geeft de vluchteling nu een hogere waardering dan de toerist nu. En mijn bezwaar betreft zijn etiket, door hem ‘legitimering’ genoemd.
Pelgrims, zoals ik mij proefschrift hoop te laten zien, zijn pas na Constantijn een verschijnsel geworden binnen de christelijke traditie, ze trokken in het begin juist weg van de heilige plaats bij uitstek: Jeruzalem. Hun ‘missie’, lazen ze in Mattheus 28, was het einde der aarde…
Pas geleidelijk kwam de verering van lokale graven van heiligen en martelaren in zwang. In de middeleeuwen trekken de Frankische ridders met economische, politieke en religieuze motieven op gewapende pelgrimages naar het Heilige Land. Franciscus koos een andere weg: hij wilde de sultan van Damiate juist ontmoeten. Ignatius van Loyola zag zichzelf ook als een ‘pelgrim met een missie’. Zijn orde ging het Evangelie brengen in nieuw ontdekte werelden, van Amerika tot Japan. Santiago kende toen al geen Finistère meer, het ontwikkelde zich als een alternatief voor Jeruzalem en Rome, maar vooral als pacificatiebeweging, de Godsvredebeweging die uitging van Cluny.
Zie het boek van mij en mijn vrouw Wantje Fritschy: ‘Pelgrimeren naar de morendoder’.
Ondertussen ontwikkelde zich – ook in de Middeleeuwen – maar daarom nog geen typisch christelijk gegeven de boetepelgrim met alle uitwassen van dien. Met als gevolg het verzet ertegen van Wycliff, Erasmus, Luther en Calvijn. Bunynan vond de ‘protestantse’ pelgrim uit, maar baseerde zich op Augustinus die het begrip pelgrim in zijn werken 800 keer gebruikt, maar hij heeft het nooit over iemand die concreet op reis gaat met een vroom doel.
Het leven wordt in zijn eigen boek door Bunyan beschouwd in de geest van Augustinus: het boek volgt de reis van een Christen van ‘de Stad des Verderfs’ naar het ‘Hemelse Jeruzalem’. Zo ‘protestants’ is dat dus ook weer niet. Het boek is literair van opzet en geschreven als een aaneenschakeling van allegorische beelden, waarmee het leven wordt voorgesteld als een reis, een pelgrimage naar de eeuwigheid. Maar niet als een concrete reis. Een goede protestant bleef netjes thuis.
In de 19e eeuw werd door de katholieke kerk in het post-revolutionaire Frankrijk een toen behoorlijk succesvolle poging gedaan de lokale dorpse bedevaarten te regionaliseren, door het aanwijzen van zwaartepunten zoals Ars, Lourdes en La Salette. Zo konden de katholieke massa’s opnieuw en beter worden gemobiliseerd, een model waar Taizé en de Wereldjongerendagen een echo van zijn.
Onder de invloed van de 20e -eeuwse bevrijdingstheologie wordt er inderdaad op een andere, voor sommigen misschien ongebruikelijke manier naar pelgrims gekeken. In ‘Mystiek en Verzet’ levert Dorothee Solle kritiek op de vrijblijvend, postmoderne pelgrim. Maar is het zo ongebruikelijk om pelgrims met vluchtelingen te vergelijken? Beozzo deed het al in het tijdschrift Concilium in 1995. Hij bevindt zich in goed gezelschap. Augustinus zelf zou de vluchtelingen die in bootjes uit het verwoeste Rome naar Noord Afrika (!) kwamen al ‘peregrini’ genoemd hebben.
Belangrijke conclusie om vast te houden: het begrip ‘pelgrim’ is binnen het christendom nooit in beton gegoten, er bestaan ook geen christelijke dogma’s over. In de wetenschap worden ‘de pelgrim’ en ‘de toerist’ inmiddels in een fluïde topos samen onderzocht, op de overeenkomsten en de verschillen. Daarom is er m.i. ook ruimte voor pelgrims die bv. gehoor geven aan de oproep om naar Israël en Palestina te komen, daar ook vredes- en mensenrechtenactivisten te ontmoeten en zich te laten aansteken door hun ‘heilige’ missie voor vrede en gerechtigheid.
Pelgrims noch toeristen zijn onder een pelgrimshoed of toeristenpetje te vangen. Ik kies in mijn artikel dan ook niet voor de visie van Bauman of Joseph. Ik waardeer ze als ‘vloekprofeten’, waarschuwenden. De vraag die ik wel heb willen stellen: wie willen we zelf zijn? Waarbij ik voor me zelf niet uitsluit dat we af en toe van rol mogen wisselen, maar dan wel weten dat we, ook als we denken dat we even buiten deze wereld mogen staan, volop verantwoordelijk blijven voor wat we wel en niet doen. Want pelgrims of toeristen, dat zijn we zelf.
Lang verhaal maar de kern voor mij is de waardering voor de Bauman en Joseph als ‘vloekprofeten’, waarschuwenden.
Het is deze morele (ik ben geen christen maar denk: christelijke) lading die een discussie over dit thema bemoeilijkt; ik ben niet meer bereid me door wie dan ook in een moreel negatieve hoek te laten drukken.
Bauman was atheist en van zijn marxistische geloof gevallen. Hij had joodse roots en dat is merkbaar. Hij ontwikkelde een theorie waarin niet meer de kapitalist tegenover de arbeider werd geplaatst maar de pelgrim tegenover de toerist. Maar met de aantekening dat de pelgrim een idealtype van het verleden is, en dat we allemaal in deze wereld rondlopen als eendimensionale ’toeristen’. Doet denken aan H. Marcuses ‘Eendimensionale Mens’, ook een van huis uit joodse filosoof uit de neomarxistische school en bedoel ik niet negatief. Ik zou als ongelovige overigens niet te snel afhaken in deze discussie…Als religiewetenschapper en antropoloog vind ik dat vandaag nogal betrekkelijk (geworden) categorien . Geloof in wat en wie? Ongeloof en twijfel van wie aan wat? Ik heb me ingeschreven bij alle drie de groepen… in die zin ben ik tamelijk postmodern…
Inderdaad Gied, niet in beton gegoten. Als misdienaar heb ik diverse keren meegedaan aan de pelgrimgekte, de Lourdesvariant, naar ergens in de Ardennen (Mariaverschijning), was dus geen boetedoening, maar vooral een religieuze manifestatie en groepsbeleving, dat je ergens naartoe ging om eens rond te kijken in den vreemde,foto’s te maken, gezellig koffie te drinken of andere seculiere dingetjes kwam bij niemand op.
Van mijn werk in Afrika ken ik ook de mentaliteit van de vluchteling in spe, volgens Rijbrouck wil eigenlijk iedere jongeman in Congo het liefst vandaag nog naar Europa, waar ze de fantastische dingen over horen (zomaar geld uit de muur trekken), erg werelds dus. Als ik de twee vergelijk: wij gingen vroeger op stap vanuit een teveel aan religiositeit, zij vanwege een te weinig aan wereldse goederen, ik zie geen overeenkomst, tenzij je landverhuizers en emigranten ook een soort pelgrims wilt noemen.
Om een associatie te trekken met de gay pride in A’dam: ook daar het afzetten tegen het binaire van dames en heren, sexes dus, de mens is een fluïdum, je mag niemand in een hokje stoppen, we zijn allemaal deels pelgrim en toerist, eerlijk gezegd, ik moet daar helemaal niets van hebben en ben opgevoed met wel duidelijk die hokjesgeest, dus of toerist (de camino del norte vlak langs de kust met overal campings en fraai uitzicht op rots en branding) of de camino door de bergen via Sahagun voor de echte asceet, new ager of spiritueel. Niks fluïdum!
Reactie op de reactie van Gied van 6 aug. 14.50
Het gaat toch nog steeds over de ’toeristenplaag’ en kennelijk ook een beetje over pelgrims die eigenlijk ook toeristen zijn ook als ze zichzelf spiritueel superieur boven de massatoerist achten
En kennelijk ook nog over Israël/Palestina.
Gied, je schrijft “Ik zou als ongelovige overigens niet te snel afhaken in deze discussie… Als religiewetenschapper en antropoloog vind ik dat vandaag nogal betrekkelijk (geworden) categorieën . … Ik heb me ingeschreven bij alle drie de groepen… ”
Voorzover dit een advies aan mij is (niet aan Dirk, lijkt me, een regulier christen): ik ben ook helemaal niet van plan af te haken; maar heb wel bedenkingen als gelovigen zoals jij proberen zich de categorie ‘ongelovigen’ toe te eigenen.
Joop, in de herhaling: geen kwalijke benamingen over Nieuw Wij. Artikelen van onze auteurs dien je inhoudelijk te weerleggen als je het er niet mee eens bent. De website laat je er dan buiten.
Joop: je hebt toch echt beetje te lang in dat Boeddhisme rondgewandeld, met zijn hogere pad, en dat lagere waar op neer gekeken werd/wordt. Toeristen en pelgrims zitten allebei op zelfde niveau, al zitten er serieuze en minder serieuze beoefenaars onder, zelfs de massatoerist (waar hierboven wat laatdunkend over wordt gedaan) kan een brave en moreel hoogstaande burger zijn. Ik voel me trouwens helemaal niet schuldig als ik soms wel eens in het vliegtuig naar Wenen of Madrid stap. Dat het verschijnsel van toerisme en vluchteling langzamerhand onbeheersbaar (en behoorlijk schadelijk) wordt, dat is waar natuurlijk, maar niemands persoonlijke schuld.
Nog een opmerking over wat in het oorspronkelijke artikel een marginaal subthema was maar in de reacties van Gied centraal staat: PELGRIMAGE.
M’n opmerking: wel erg beperkt tot christelijke pelgrimage; in andere religies vindt het minstens evenveel en met een minstens zo lange geschiedenis plaats.
Op een ongelovige komt dit nogal etnocentrisch over.
Niet alleen in religies Joop (vooralin het sufisme), ook onder atheïsten. De Japanse toeristen die ik wel eens voorbij zie schuifelen op de Beethovengang, Wenen, en bij het standbeeld van hem Alle menschen werden Brueder zingen, zijn ook beetje pelgrim (maar geen bedevaartganger natuurlijk), alhoewel ze die avond wel weer te vinden zijn in de Heurigen cafes achter een glas weiss wein.
Iets wat legitiem is, is wettig en aanvaardbaar: zo’n actie wordt als juist beoordeeld. Iets wat gelegitimeerd is, is dus toegestaan of goedgekeurd of gerechtvaardigd. Dat veronderstelt een bepaalde autoriteit. De spreker stelt zichzelf als deze autoriteit of verwijst naar een andere bron (evt. bij wijze van implicatie). Verschillen in opvattingen van wat minder of meer gelegitimeerd is gaan dus eigenlijk over aanvaardbaarheid en/of prioriteit van maatgevende bronnen, want er is geen objectieve standaard voor legitimering van een vorm van reizigerschap.
Ieder type reiziger zal zijn legitimatie zelf kennen, dus het gaat meer om de vraag of iemand op dit moment meer als de één of meer als de ander is. Dat is niet iets wat we onderling afspreken. Dat is vaak niet eens (of maar deels) een rationele overweging.
Het zou de discussie helpen als de bronnen van waaruit dit beoordeeld wordt voorop worden gesteld. De reiziger lijkt hier slechts een medium voor een discussie daarover. Het misleidende is de vergeljking zelf.
Iedere vorm van reizigerschap kent zijn eigen legitimatie. Het enige vergelijkbare daaraan is de reis zelf. Ik ben net terug van boodschappen doen en dat was een zeer legitieme actie… vind ik.
En de reis van een vluchteling van Guinee naar Italie is ook legitiem, van zijn perspectief uit bekeken dan, mss wordt er wel druk uitgeoefend op hem door familie en buren om te gaan, om dan wat geld terug naar huis te kunnen sturen. Toeristen die met kinderen op een camping aan zee gaan zitten en zich aan het strand vermaken, ook legitiem, gelovigen die op Hadj gaan, of als pelgrim naar Fatima, idem dito, enzovoorts. Maar filosofen zien dat steeds weer heel anders, te beginnen met het vooroorlogse -De opstand van de massamens-, (vroeger vertaald met opstand der horden, nog erger) van Ortega y Gasset.
Voor de aanhangers is filosofie, zoals Dr. Tawfeeq al-Taweel het ooit beschreef, rationeel onderzoek, vrij van alle beperkingen en gezag opgelegd van buitenaf met de mogelijkheid om alles geheel op basis van de logica uit te werken. Deze visie propageerde hij ongeacht het verschil tussen deze (filosofische) opvattingen en gebruikelijke kennis, religieuze overtuigingen en de dictaten van de traditie. In Aristoteles’ optiek is de filosoof van een hogere status dan een profeet, omdat de profeet dingen door middel van ‘verbeelding’ begrijpt terwijl de filosoof dingen begrijpt door middel van ratio en beschouwing. Beiden waren van mening dat deze ‘verbeelding’ van een lagere status is dan contemplatie. De filosoof heeft daarmee voor hun een hogere status dan een profeet (hoewel de filosofen hadden geen ander soort kennis hadden die uniek was aan hunzelf, maar natuurlijk een aantal meningen en ideeën hadden die uniek waren). In dat opzicht is filosofie zelfs verzet tegen wijsheid door een reden te hanteren om het terzijde te schuiven ongeacht of het weerlegbaar is met dezelfde logica die ze gebruiken om met alternatieven aan te komen. De eerder genoemde gebruikelijke kennis en de dictaten der traditie komen er net zo bekaaid vanaf. De volledig overbodige vraag of de ene reis meer gelegitimeerd is dan de andere lijkt ook alle reeds bestaande legitimatie aan de kant te schuiven tot er een logische beredenering van het belang wordt aangedragen. Deze neerwaardering is overbodig en in mijn ogen geen juiste manier om het belang van andere zaken op te waarderen.
Daarmee wil ik niet zeggen, dat het filosofisch inzicht in dynamiek achter deze bewegingen niet interessant is, maar het doet niet werkelijk af aan overige redenen.
Maar eigenlijk was het gewoon dat ene woordje dat mij zo opviel. 😉 De rest is hobbyisme. 😀
Filosofie (tenminste de westerse vorm) is vaak niet alleen verzet tegen common sense, maar al te vaak ook puur pessimisme (Existentialisme, Ortega y Gasset, Schopenhauer en vele anderen)
Ieder geloof gebaseerd op filosofie is wankel omdat er geen filosofische stelling bestaat waar niets (filosofisch) tegen in te brengen is, maar het feit dat filosofie ook daarvoor bruikbaar is, geeft toch weer nut. Zo is in islam een vroege periode van overheersend overmatig rationalisme pas doorbroken toen andere rationalistische stromingen ontstonden die de stellingen van het traditionalisme verdedigden. En zo creëerden dergelijke filosofiën hun eigen nut, omdat de mening van het grote publiek ertoe deed. Eerlijkheidshalve moet er wel onderscheid gemaakt worden tussen geometrie/mathematica, logica, theologie en natuurwetenschappen. Eigenlijk zijn dat vier categoriën die niet op één hoop gegooid kunnen worden als het op waardering van filosofie als middel t.b.v. waarheidsvinding aankomt. Het zijn eigenlijk vier aparte wetenschappen (met ieder weer hun eigen vertakkingen) binnen de noemer filosofie. Ze hebben alle vier een andere relatie met feitenbronnen en methodieken.
Is langzaam afdwalen van het onderwerp misschien ook een vorm van reizigerschap?
(“verdiepende vraag” 😉 )
Terug naar het onderwerp graag.
Toeristenplaag?
Ja, ik heb ervan gehoord.
Amsterdam schijnt overgenomen door de buitenlanders.
Je kunt daar -i.p.v. geïrriteerd- ook een positieve draai aan geven: Zèlf hoef je nu niet meer op reis. Je installeert je genoeglijk op een terras en ziet de hele veelvormige, veelkleurige mensheid aan je voorbij trekken. Koel drankje erbij en …(zonder lange rijen op een vliegveld, zenuwslopende screening van lijf en bagage, wachttijden en ander ongemak…)
… genieten maar van het speciaal voor jou georganiseerde defilé der volkeren.
Als je interesse in de medemens verder gaat dan het uiterlijk, staat niets je in de weg om eens een gesprek aan te knopen met deze of gene…
Ik heb nooit de behoefte gehad om te reizen; liever leer ik m’n eigen omgeving nog beter kennen. Waarom moet ik naar Barcelona, als ik nog nooit in Winterswijk ben geweest? Wel eens op familiebezoek geweest in Shanghai en in Paramaribo; dat is functioneel. Nog nooit een hotelvakantie gedaan en niet van plan ook. Vrienden in het buitenland bezoeken en dan 2 nachten daar zijn: OK. Maar dat is het dan wel. Ik zou voor een toeristische reis geen argumenten kunnen bedenken…..
Jullie (U en Louise) kunnen dus kennelijk weerstand bieden aan al die wervende reclames en TV spotjes waar een half miljard rijken en halfrijken in deze wereld wel gehoor aan geven. Met verbazing zie ik hier in Utrecht dicht opeen gehoopte groepjes chinezen naar de Dom en de grachten kijken, ze doen in 10 dagen zo heel Europa. Wat kan hier toch achter zitten? Wie heeft dit in gang gezet? In mijn jeugd bestond er al wel vakantie, maar dan ging men vissen in het nabijgelegen kanaal, zwemmen in het ven of een extra pintje vatten in het cafe. Het is een tsunami! De gemaakte foto’s en selfies lijken mij een essentiele rol in het geheel te vervullen. Maar wie moet die fantasieloze plaatjes aanzien? Worden er nog albums van gemaakt?
Dat levert hele albums op vol met foto’s van steeds weer dezelfde mensen, die voor het uitzicht op mooie plaatsen staan, maar in de regel zijn mensen meer dan bereid om de rest erbij te vertellen. Dat is volgens mij de functie van dat soort fotoseries.
Een goede beschrijving van wat Bauman bedoelt met de ‘gazing tourist’, maar nogmaals hij gebruikt het als literair geformuleerde categorie die veel meer insluit dan hap snap toerisme alleen.
De theoloog en religie-socioloog Derek Tiddbal is op dat deel van Baumans denken waarderend maar ook wel kritisch in gegaan. ‘Leveren al die gefragmenteerde kenmerken van toerist, consument etc. voldoende op om die ene vraag waarom het draait, te beantwoorden: wie ben ik?’ zo vroeg hij zich af – en die vraag stel ik dus in mijn stukje ook. Het terzijde schuiven van ‘de pelgrim’ door Bauman gebeurt volgens Tidball in ieder geval te haastig. Tidball vindt als theoloog dat de gemiddelde moderne pelgrim bij Bauman ten onrechte geen deel heeft aan een Bijbels begrip van pelgrimage.
Ik denk dat Tidball hier bedoelt, dat het begrip in de Bijbel (waar het letterlijk niet voorkomt) verbonden is met noties als ”uittocht” en “missie” en in het Oude Testament ook wel met het bezoeken van een unieke heilige plaats. Maar vind je het heilige wel in Jeruzalem, Rome, Santiago en Mekka? En hoe dan wel? Die kritische vraag heeft christenen door de tijd niet los gelaten.
Waar het bij Bauman om gaat, dat ook pelgrimages een manier geworden zijn om de pijn van moderne mensen te sussen (‘opium van het volk’, zou Marx zeggen). Tidball vraagt zich echter af waarom dat het eindpunt zou moeten zijn en of Baumans somberheid niet samenhangt met het verlies van zijn droom van de klasseloze samenleving.
‘Misschien heeft de wereld uiteindelijk meer behoefte aan pelgrims dan aan toeristen’, zegt Tidball dan verrassend. Dat betekent zowel bij Bauman als hem dat er bij het begrip ‘pelgrim’ veel meer speelt dan dat het enkelvoudige beeld van de bedevaartganger of een Compostelaganger, maar dat er door beiden gehint wordt op mensen als bewuste ‘reizigers’ die – in de zin van Augustinus – samen onderweg zijn, niet naar een of andere wereldse heilige plaats, ook geen maakbare samenleving, maar steeds naar Gods Koninkrijk van Vrede en Gerechtigheid. Bauman kan daar niet meer in geloven, Tidball, Beozzo, Soelle en andere progressieve christenen laten hun dit visioen niet afnemen. In het Kairosdocument van Palestijnse christenen lezen we een poging dat vanuit hun context (met ieder jaar drie miljoen pelgrims om hen heen) toch concreet te maken, vanuit de gedachte dat dat ‘Koninkrijk’ altijd hier en nu
onder ons aanwezig is: ‘Om onze werkelijkheid te verstaan, zeggen we tegen de kerken: ‘Come and see!’ Wij zullen ons aandeel leveren om jullie de waarheid van onze harde werkelijkheid te laten zien. We zullen jullie ontvangen als pelgrims die naar ons toe komen om te bidden en een boodschap van vrede, liefde en verzoening te brengen.”
In hun visie zou het in het reizen dus moeten gaan (en waar zij het begrip pelgrimage dus voor blijven claimen) om het zoeken van ‘het heilige’ in andere mensen en de boodschap van God van Vrede en Gerechtigheid voor allen. Die heilige vindplaatsen liggen tot aan het einde der wereld, maar om te beginnen bij jou en mij thuis.
Gied, je slotzinnen van 8 aug 8.14u. spreken mij het meest aan, binnen alle gebruikte woordjes in dit blog: “Die heilige vindplaatsen liggen… om te beginnen bij jou en mij…”
Reis tot de einden der wereld…
Reis door de tijd m.b.v. boeken, artefacten, musea …
Reis naar de Eeuwige …
Maar bovenal…
Reis naar Binnen …
Dwars door alle lagen van opvoeding, ervaringen, maniertjes, sociaal aanvaardbaar gedrag…
Wie ben jijzèlf, ècht???
Zoek je ongeschonden kern, die Liefde is, zonder oordeel.
Dat is de grootste queest voor ieder mens, voor alle verwarde volkeren.
Pelgrim of toerist?
Lekker belangrijk!
“Maar vind je het heilige wel in Jeruzalem, Rome, Santiago en Mekka? En hoe dan wel? Die kritische vraag heeft christenen door de tijd niet los gelaten.”
Christenen hebben niet zoiets als de religieuze verplichting om op hajj te gaan. Die Mekka-reis is een religieuze verplichting net als geloofsbelijdenis, gebed, liefdadigheid en vasten. Het is één van de zuilen van de religie. Wie dat opgeeft zonder geldig excuus heeft niet aan zijn verplichtingen binnen de religie voldaan. Mekka hoort niet in dat rijtje thuis. Het is geen facultatieve bedevaart of luxe extra.
Mensen verzinnen de pelgrimage naar Mekka niet zelf en geven er niet zelf een betekenis aan. Het is een voorschrift van de Boodschapper van God, vrede zij met hem. Dat is anders dan wat kerken of gelovigen zelf verzinnen en op eigen initiatief ondernemen.
Dirk, het is, wat het is.
Je kunt je aan van alles ergeren.
Ik vind het humor.
Jij hebt tussen andere culturen gelééfd. Dat is heel anders. (Als ik een man was geweest, had ik dat misschien ook wel gedaan.)
Japanners en anderen hebben waarschijnlijk een jaar van hard werken achter de rug in eigen land en hebben gespaard voor die reis. Ze moeten natuurlijk het bewijs in handen hebben voor het thuisfront dat ze echt tegen de toren van Pisa hebben geduwd en een Volendams kostuum aan hebben gehad. Daar moeten ze weer een jaar op teren.
Ik kies ook voor verre landen. Liefst voor landen die in onze regio als afkeurenswaardig worden beschouwd. (Daar word ik altijd een beetje dwars van. Vandaar bij voorbeeld mijn keuze voor Iran vorige zomer.) Vooraf lees ik me dan goed in. En geniet ter plekke van cultuur, natuur en mensen.
Alles is tegenwoordig “een issue.”
Ik doe er niet aan mee!
Dirk, daar ben ik nog een keer, speciaal als reactie op je post van 21.39: “Wat zou daar achter zitten?” (m.b.t. “op een gehoopte groepjes Chinezen”):
Europa is één Groot Museum geworden langzamerhand, symbool van een oude beschaving, waar veel van bewaard is gebleven (geen ISIS vernielingen tot dusver), maar op sterven na dood.
Azië is booming. De Chinezen? Laat die maar schuiven! (en dat is tegenwoordig geen opium meer.)
Eindelijk zijn zíj aan de beurt om wat centjes te vergaren en op reis te gaan. Ondanks de hebberige graaihandjes van het westen, hebben zij zich weten te herstellen.
Uit medemenselijkheid heb je wel gelijk Louise, maar stel dat de 4 miljard chinezen, Indiers en Afrikanen zometeen net zo veel vakantie willen vieren en vlees eten als wij, wat dan? Kan de planeet met zijn bioindustrieen dat wel aan? Lees eens over de tragedieen in de kippenstallen (had nog nooit van bloedluis en fipronil gehoord tot vorige week). Gied zegt: wij zijn verantwoordelijk, maar wie zijn dan wij? Ik voel me helemaal niet schuldig, en jij ook niet denk ik.
Je kunt je wel druk maken om alles dat eventueel kan gebeuren of gebeurt. Je schiet er gewoon niks mee op.
Ik heb me na de laatste weken voorgenomen om nieuws zoveel mogelijk aan me voorbij te laten gaan. Ik werd helemaal gestoord van alle paniekzaaierij en van iedereen die overal een mening over moet ventileren, waarbij niemand kennelijk moeite doet om de ander zijn standpunt te begrijpen.
Ik was behoorlijk bezig om mezelf daarbij te verliezen.
Waar ik was -afgelopen weken- scharrelden de kippen vrij rond op zoek naar doodgewone wurmpies en zaadjes en ze leken zeer tevreden.
Zo hoort het: dieren die dier mogen zijn, zonder raar voer of akelige techno onderkomens; en mensen die mens kunnen zijn, zonder ridicule regeltjes, hysterisch nieuws, of dwingend geloof.
Voetjes op de grond houden.
(Of een voetje als je aan het pelgrimeren bent toevallig.)
Soms het luchtruim kiezen als je op reis wilt, maar daar vooral niet zoeken naar een hogere macht. Dat geeft alleen getob.
En geniet zoveel als je kunt van de natuur, dieren, dingen en mensen op dàt ogenblik in je directe omgeving.
Een reactie op Gied ten Berge 8 augustus 2017 8:14 (en dus niet op gebabbel over toeristen)
Weer een te lang verhaal (dominees-kwaal?) maar ik denk de kern wel te hebben gelezen:
“… mensen als bewuste ‘reizigers’ die – in de zin van Augustinus – samen onderweg zijn, niet naar een of andere wereldse heilige plaats, ook geen maakbare samenleving, maar steeds naar Gods Koninkrijk van Vrede en Gerechtigheid. Bauman kan daar niet meer in geloven, Tidball, Beozzo, Soelle en andere progressieve christenen laten hun dit visioen niet afnemen”, waarbij jij dus ook een progressieve christen ben, neem ik aan.
‘Bauman kan daar niet MEER in geloven’, beweer je, heeft hij kennelijk wel gedaan; ik niet, ik heb nooit last gehad van dit soort dromen. Afnemen door wie trouwens?
Is pelgrim zijn niet gewoon een vorm van je religie (christendom, moslim, boeddhist) op een bepaalde manier BEOEFENEN? Samen maar tegelijk alleen? Loop-meditatie als vorm naast zit-meditatie? En verder zonder doel? Waarbij andere mensen alleen onderdeel zijn van het landschap?
Veel sterkte trouwens bij het schrijven van je proefschrift, het lijkt me lastig (zo niet onmogelijk) om wetenschapsbeoefening te combineren met het proberen te realiseren van een visioen.
Nog een losse slotopmerking: je blijft in deze reactie weer gecentreerd op het christendom alsof er geen andere religie (met pelgrims) bestaat. Alleen noem je in een rijtje steden ook ineens Mekka, al te terloops, ik weet niet of je de hadj van de moslims zo gelijkschakelend terloops moet noemen, de functie is mogelijk (ik blijf buitenstaander) een andere.
@Gied en Joop: wat me echt frappeerde was dat het pelgrimsbegrip bij Augustinus nog geen christelijke, vrome betekenis had, dus ben op zoek gegaan door dat belletje in mijn vogelgidsje, bij de pelgrimsvalk (falco peregrinus), die anders dan de boomvalk die er veel op lijkt en hele jaar rond zijn ene boom blijft vliegen, s’zomers wegvliegt om elders te broeden, een trekvogel is dus, en vandaar naar de ethymologie van Peregrinus op zoek gegaan, dat blijkt dus allochtoon te betekenen, uit vreemd land (peri- ager), nooit gerealiseerd. Voor Augustinus waren het waarschijnlijk die Vandalen dus, die zijn stad overhoop kwamen halen, lastige lui, barbaren uit het Noorden, pas veel later zou dat begrip verschuiven naar de vrome bedevaartganger. De vluchteling als pelgrim: zo gek nog niet! Ik steek hier, aangespoord door de onderwerpen, en grazend op internet, van alles op. Vrome pelgrims had je trouwens wel al voor Chr., bij Stonehenge zijn veel skeletten van mensen gevonden met allerlei aandoeningen, was dus een voorloper van Lourdes.
“de vluchteling als pelgrim”
Daar zit toch wel een denkfout in: de pelgrim blijft als het goed is niet hangen in het pelgrimsoord, die keert terug.
(Als ie niet dood gaat ter plaatse, ik denk primair aan gezonde pelgrims, de elite van de gelovigen zogezegd, niet de kneuzen)
Nogmaals Joop, een pelgrim is nu niet meer wat het vroeger was, de peregrino van Augustinus was een dolende, vaderlandsloze, puur negatief dus, hij wist de weg niet naar het Heil (en daar viel de jonge Augustinus dus ook onder).
Je kan wel ‘nogmaals’ zeggen, Dirk, maar ik heb het helemaal niet over het verleden gehad, en al helemaal niet over Augustinus. Alleen de vluchteling, de toerist en de pelgrim nu (van diverse geloven) interesseren me
En ook Gied gaat niet in die overdreven, aangezette visie van die Joseph mee, zei hij in zijn reactie. Het is ook te gek voor woorden.
Gied,
Er is veel “paars” in dit blog.
Ik reageer ook vanuit verschillende gezichtspunten. (Want “Waarheid” heeft vele gezichten.)
Alle succes wens ik je toe bij de verdediging van je proefschrift.